Equine proliferative enteropathy Lawsonia intracellularis
Historiek Eerste beschrijving: Duhamel en Wheeldon Vet Pathol 1982 Intestinal adenomatosis
Historiek Eerste beschrijving: Daarna enkele sporadische vermeldingen Duhamel en Wheeldon Vet Pathol 1982 Intestinal adenomatosis Daarna enkele sporadische vermeldingen 2000: eerste uitbraak in Canada
Etiologie Lawsonia intracellularis Obligaat intracellulaire microaerofiele gram negatieve bacterie Perorale infectie Wereldwijd Vele gastheren Varken, paard, hamster, rat, fret, schaap, ree, hond, vos, aap, struisvogel, kalf … Niet bij mens (…) Steven McOrist 2007 Connie Gebhart 2010
Pathogenese Infectie vanuit omgeving Infectieuze dosis: ≥ 105 / ± 1 gr infectieus materiaal Incubatieperiode: ongeveer 14 dagen Hyperplasie van de enterocyten Initieel vooral thv crypten van het ileum Opklimmend naar meer proximale gedeelten van jejunum Sterke proliferatie van ongedifferentieerde cryptecellen Enkel secundair infiltratie van ontstekingscellen (ileitis) Soms hemorrhagische necrotiserende enteritis Uitscheiding na loslaten van cryptecellen: vanaf 12 tot 18 dagen
Pathogenese Immuniteit Antistoffen opbouw vanaf 2 tot 3 weken Vooral cellulaire afweer belangrijk Th1 en interferon-ɣ respons is beschermend IgG(a) opbouw vooral bij symptoomloze infectie IgG(b) opbouw vooral bij klinische symptomen en vaccinatie Page et al. 2014 Vet Imm Uitscheiding stopt na opbouw immuniteit: uitscheidingsduur varieert tussen 1 en 2 weken Geen indicatie voor persisterende uitscheiding
Epidemiologie Seroprevalentie within herds: 14 tot 100% op aangetaste bedrijven Pusterla et al. (2009a) 54% seropositieve merries Breuer et al. (2011) 100 % seropositieve merries Seroprevalentie between herds: evolutie naar 100 % Pusterla et al. (2014): 100% bedrijfseroprevalentie, Kranenburg et al. (2011) 89 % seroprevalentie bij jaarlingen en 99% bij volwassen dieren Slechts 11 % van de at risk veulens ontwikkelt symptomen Page et al. 2014 EVJ
Epidemiologie Hoge seroprevalentie: Waar zit de bron ? Verspreiding tussen veulens, maar beperkte uitscheidingsperiode (ongeveer 3 weken) en beperkte overlevingsduur in omgeving (1 tot 2 weken bij 5 tot 15 ° C) Uitscheiding volwassen paarden: occasioneel en zeer beperkt Andere verspreiders ? Varken, hamster, rat, fret, konijn, schaap, ree, hond, vos, aap, struisvogel, kalf … Voorlopig geen specifieke bron voor paard gevonden
Epidemiologie Gastheer geadapteerde stammen Varkensisolaten zijn infectieus maar weinig pathogeen voor paard Paardenisolaten zijn pathogeen voor konijnen maar niet voor hamsters Varkensisolaten zijn pathogeen voor hamsters maar niet voor konijnen Sampieri et al. , 2013 Canadian Veterinary Journal Page et al., 2014 Veterinary Clinics of North America Vannucci et al. , 2014 Veterinary Pathology
Epidemiologie Voorlopige conclusie Infectie van veulens uitgaande van varken / konijn / rat / muis / vogels / … Meerdere passages in veulen kan aanleiding geven tot gastheeradaptatie en hogere pathogeniciteit Indicaties: In vitro passages verminderen virulentie (Guedes et al 2003 Vet Microbiol) maar genotypisch geen verschil ( Vanucci et al 2012 Plos One) Groot aantal “stille” genen Passage van EPE stam in konijnen en herinoculatie in veulens veroorzaakt symptoomloze infectie (Pusterla et al 2013 Vet J)
Klinische symptomen Symptoomloze infectie frequent voorkomend op aangetaste bedrijven Slechts 11 % van de at risk veulens ontwikkelt symptomen Page et al. 2014 EVJ Vooral bij veulens van 4 tot 8 maanden Occasioneel (secundair) volwassen dieren ( tot 17 jaar) (Page et al. 2014 Vet Clin North Am) Suf, koorts ( > 38,5 ° C), anorexie, oedeem onderbuik, gewichtsverlies, koliek, diarree Bijkomende afwijkingen mogelijk: Luchtwegaandoeningen, dermatitis, maagulcera, parasitaire infecties
Klinische symptomen Verloop Geleidelijk over enkele dagen Hyperacuut mogelijk Fatale evolutie in één tot vier dagen Erge koliek / shocksymptomen / bloederige diarree Autopsie: hemorragisch necro-ulceratieve ileitis Page et al. 2012 J Vet Intern Med Van den Wolleneberg et al. Tijdschr Diergen 2011 Page et al. J Vet Intern Med 2012;26:1476–1480
Bloedonderzoek Uitgesproken hypoproteinemie en hypoalbuminemie Anemie of hemoconcentratie leukocytose, neutropenie hyperfibrinogenemie, milde stijging van de spierenzymen (CK, AST, LDH)
Diagnose Anamnese en klinisch onderzoek Vermageren, diarree en/of koliek / ventraal oedeem Bloedonderzoek: hypoalbuminemie Echografie abdomen Verdikte wand dundarm > 3 mm Soms ( helder) vrij buikvocht Vloeibare inhoud darmstelsel
Diagnose Bijkomend onderzoek Serologie : IFAT, IPMA, ELISA (blocking of indirect) Doorgaans hoge specificiteit / lagere sensitiviteit Antistoffen vanaf ± 12 dagen na infectie Duur : ongeveer 6 maand aanwezig ( Dauvillier et al. 2006 Can Vet J ) Titer variabel : weinig correlatie met ergheid van aandoening Caveat: maternale antistoffen : 1 tot 4 maanden Kranenburg et al. 2011 Tijdschr Diergen Breuer et al. 2011 BMTW Symptoomloze seroversie Page et al. 2014 EVJ
Diagnose Bijkomend onderzoek Serologie PCR asp A (aspartaat ammoniumlyase gen) Positief vanaf 2 weken na infectie Duur van de uitscheiding: 1 tot 3 weken Hoge specificiteit / iets mindere sensitiviteit Intermitterende uitscheiding / inhibitoren in mest / passage zonder infectie / …
Diagnose Bijkomend onderzoek Serologie PCR Autopsie Macroscopisch:
Diagnose Bijkomend onderzoek Serologie PCR Autopsie Macroscopisch: Lavoie et al. 2000 EVJ Page et al. 2014 Vet Clin N Am
Diagnose Bijkomend onderzoek Serologie PCR Autopsie Macroscopisch: Histologie: HE A: gezond veulen B: EPE Page et al. 2014 Vet Clin N Am
Diagnose Bijkomend onderzoek Serologie PCR Autopsie Macroscopisch: Histologie: HE Warthin Starry Page et al. 2014 Vet Clin N Am
Diagnose Bijkomend onderzoek Serologie PCR Autopsie Macroscopisch: Histologie: HE Warthin Starry IH Page et al. 2014 Vet Clin N Am
Diagnose Conclusie Combinatie van testen nodig Kennis van pathogenese nodig The typical time frame for clinical EPE. Data from Pusterla N, et al. J Vet Intern Med 2010;24:622–7 Page et al. Vet Immunol Immunopathol 2011 Page et al. 2014 Vet Clin N Am
Behandeling Symptomatische behandeling Vochttherapie Ontstekingsremmers / pijnstillers Plasmatransfusie Nutritionele ondersteuning ( parenterale voeding) Anti-ulcer behandeling
Behandeling Antibiotica gedurende 2 tot 3 weken Macroliden ( eventueel + rifampicine 5 mg/kg bid) Azithromycine ( 10 mg/ kg per os sid) Clarithromycine (7,5 mg / kg per os bid) Erythrmycine (25 mg / kg tid qid) Oudere veulens: risico op diarree Oxytetracycline ( 6,6 mg/kg IV bid ged 5 dagen, daarna doxy per os gedurende 10 tot 15 dagen) Doxycycline ( 10 mg/kg bid) Minocycline (4 mg/kg bid)
Prognose Zelden spontaan herstel bij klinisch aangetaste veulens Bij ( vroege) behandeling Goede prognose: tot 90 % herstel Vlugge reactie op behandeling Weken tot maanden vooraleer volledig herstel ( gewicht / eiwitgehalte)
Preventie Isolatie van aangetaste veulens !! Desinfectie van stal Goede gevoeligheid aan routine desinfectantia (Wattanaphansak et al. 2010 J Swine Health Prod) Biosecurity Ongedierte bestrijding Goede opslag voeder Quarantaine bij inbreng nieuwe veulens
Preventie Monitoring veulens op endemische of aangetaste bedrijven Klinisch / gewichtsevolutie Indien verdacht: Eiwitgehalte Echografie PCR test Eventueel maandelijkse of tweewekelijkse opvolging serologie en eiwit/albumine gehaltes
Preventie Vaccinatie: Pusterla et al. 2009 Varkensvaccin (ENTERISOL ILEITIS (Boehringer Ingelheim) off label use Intrarectaal 30 ml twee keer met één maand tussen Primo vaccinatie rond 3 tot vier weken ( ifv bedrijf) Peroraal minder homogeen resultaat Uitscheiding vaccinstam gedurende ongeveer 12 dagen Pusterla et al. 2009 Vet J McOrist and Smits 2007 Vet Rec Pusterla et al. 2010 Vet J Nogradi et al 2012 Vet J