Les 1B stijlen en stijlreeksen Handiger met Word Les 1B stijlen en stijlreeksen
Start met bewerking van platte tekst Open de nieuwsbrief van de basisschool: duif-onbewerkt.docx. Druk op Ctrl-Home, zodat je aan het begin van het document komt. Let op: Er is nu niet meer, maar ook niet minder, dan de 1e alinea geselecteerd! Er is geen woord/woorden geselecteerd.
Onderzoek naar de werking van stijlknoppen We gaan de stijlknoppen bestuderen: Klik op knopje 1 om naar beneden te scrollen Klik op knopje 2 om weer naar boven te scrollen Klik tenslotte op de meerknop 3 om het overzicht te krijgen
Effect van stijlknoppen (1) Ga nu met de muis over de stijlknoppen (klik nergens op!) en kijk wat er gebeurt. Soms verandert de opmaak, soms niet. Dat komt door het verschil tussen alinea- en tekenstijlen.
Wat is een stijl? Een Stijl is een verzameling letter- en tekstkenmerken Een stijl heeft altijd een naam. Een alineastijl werkt op een hele alinea tegelijk Een tekenstijl werkt op geselecteerde letters/woorden. De meeste stijlen zijn èn alinea- èn tekenstijl lettertype lettergrootte kleur achtergrondkleur tabinstellingen inspringingen omkadering regelafstand nummering en nog wel meer
Effecten van stijlen (1) Selecteer nu de hele eerste regel (Basisschool de Duif Nieuwsbrief) doe dat (snel) door in de linkermarge voor de regel te klikken). Ga weer met je muis over alle stijlknoppen Nu doen alle stijlen het, ook de tekenopmaakstijlen Dat komt omdat alle letters geselecteerd zijn
Effecten van stijlen (1) Dubbelklik nu in het woord Nieuwsbrief. Ga de stijlen weer langs. Wat gebeurt er met het woord Nieuwsbrief. Is het verschil met de vorige opdracht? Antwoord: Ja, de meeste stijlen werken nu alleen op het geselecteerde woord Nieuwsbrief en niet op de hele alinea. Dat komt omdat de meeste stijlen zowel alinea- als tekenstijl zijn Tekenstijl gaat bij selectie boven alineastijl
Alineastijlen en Tekenstijlen Afhankelijk van de soort stijl verandert de tekst. Alineastijlen werken op de hele alinea waar de cursor staat. Tekenstijlen alleen op geselecteerde tekst, of alleen het woord waarin de cursor staat. Alineastijlen herken je aan het alineateken in de knop (¶) Tekenstijl gaat bij selectie boven alineastijl
Werking van de verschillende stijlsoorten(1) Klik op de Groepsuitbreidingsknop (de meer-knop) van de groep Stijlen om in meer detail de stijlen te zien Als je de muis even boven een stijl houdt zie je nog meer Je ziet wat de alineastijlen (¶) , tekenstijlen (a) en beide zijn. De live-voorbeelden zie je niet op deze manier
Werking van de verschillende stijlsoorten(2) Klik één keer in het woord verbonden (niet het woord helemaal selecteren) in de eerste tekstalinea (In de schoolgids…) Klik op de verschillende soorten stijlen en kijk wat er gebeurt. Als je opnieuw wilt beginnen klik je op Alles wissen, en al je stijlopmaak verdwijnt uit de alinea/geselecteerde tekst.
Een stijl selecteren Klik eenmaal in de eerste regel (Basisschool de Duif Nieuwsbrief). Kies en klik op Titel bij de stijlen. De eerste regel heeft nu de stijl Titel gekregen. Zowel in de stijlengalerie als in het overzicht kun je zien dat die stijl geselecteerd is.
Er zijn allerlei uitvoeringen van de stijl Titel Word 2007/2010 Word 2013 Klik op de knop Stijl wijzigen en dan op Opmaakset. Klik nergens op, maar ga met je muis over de verschillende opmaaksets. Ga naar tabblad Ontwerpen Klik nergens op, maar ga met je muis over de verschillende stijlreeksen Keer terug naar tabblad Start
Stijlen wonen in opmaaksets/stijlreeksen Wat gebeurde er? Kleuren, lettertype, marges etc. veranderen allemaal, niet alleen van de Titel, maar van alles.
Definitie Een Opmaakset/stijlreeks is een verzameling bij elkaar passende stijlen Je kunt je eigen stijlen maken Je kunt je eigen opmaaksets/stijlreeksen maken
Doel opmaaksets/stijlreeksen Met opmaaksets/stijlreeksen is het eenvoudig ‘huisstijlen‘ te maken: Je maakt een opmaakset/stijlreeks met de door jou gevormde stijlenverzameling
Nog een stijl toekennen Word 2007/2010 Word 2013 Selecteer nu de vier adresregels (niet de datum!) en geef ze de stijl Geen afstand. Geef september 2014 een stijl van Subtitel (Ondertitel). Loop weer even alle opmaaksets na om de verschillen, nu nog duidelijker, te zien. Selecteer nu de vier adresregels (niet de datum!) en geef ze de stijl Geen afstand. Geef september 2014 een stijl van Subtitel (Ondertitel). Loop weer even alle stijlreeksen na (Tabblad Ontwerpen) om de verschillen, nu nog duidelijker, te zien en keer terug naar Tabblad Start
Stijl wijzigen, manier 1 Klik in de titel en klik op het driehoekje rechts naast het randenknopje rechtsonder in de alineagroep; Geef rondom een rand (buitenrand). Rechtsklik op de Titelstijlknop en kies Titel bijwerken. Je hebt nu de stijl gewijzigd op basis van wat je in de tekst hebt gedaan. Ter controle: klik op het woord Personalia en dan op de Titelstijlknop. En daarna toets je Ctrl-Z in om het ongedaan te maken.
Stijl wijzigen, manier 2 Het kan ook andersom: Klik op september 2014. Rechtsklik op de kop Subtitel/Ondertitel en klik op Wijzigen. Verander de kleur in rood-accent2 (bovenste kleuren, midden), maak vet en cursief en lijn rechts uit. Wijzig de stijl Standaard in lettertype Stencil en klik op Ok
Samenvatting stijl wijzigen Stijlen kun je dus op twee manieren wijzigen: De stijl eerst in de tekst maken en dan de stijl zich daaraan laten aanpassen De tekst selecteren en dan de stijl met de hand instellen.
Gevolgen voor Word (1) Inmiddels hebben we al heel wat gewijzigd en we slaan het document op, met Oplaan als, onder de naam duif.docx We beëindigen vervolgens Word en sluiten Word helemaal. Dan starten we Word weer opnieuw op. Type een regel van een paar woorden. En type nog een regel.
Gevolgen voor Word (2) Geef de stijl Titel aan de eerste regel, en daarna Subtitel/Ondertitel aan de tweede regel Er is bij de stijlen niets meer terug te vinden van wat we bij de duifopmaak hadden veranderd. Sluit het bestand (Menu->Bestand->sluiten) en open duif.docx. De stijlen die we gemaakt hadden zijn in dit document nog steeds wel aanwezig, maar kennelijk dus alleen in dit document.
Stijlsets voor later bewaren Word 2007/2010 Word 20013 We gaan onze set gemaakte stijlen opslaan: Kies Stijl Wijzigen | opmaakset | opslaan als reeks met snelle stijlen. De map Microsoft Snelle Stijlen opent en we kunnen onze opmaak een naam geven. We kiezen: Duifopmaak Bekijk de opmaaksets via de knop Stijl wijzigen: Daar staat nu Duifopmaak bij! Voortaan kunnen we de nieuwsbrieven van de school altijd deze opmaakset geven. Klik op Elegant, of een andere opmaakset, bekijk het verschil en kies dan Duifopmaak als opmaakset. We gaan onze set gemaakte stijlen opslaan: Ga naar Tabblad Ontwerpen, Rechtsklik op de eerste Stijlreeks en kies opslaan De map Microsoft Snelle Stijlen opent en we kunnen onze opmaak een naam geven. We kiezen: Duifopmaak Bekijk de opmaakreeksen in het tablad Ontwerpen: Daar staat nu Duifopmaak bij! Voortaan kunnen we de nieuwsbrieven van de school altijd deze opmaakset geven. Klik op Elegant, of een andere opmaakset, bekijk het verschil en kies dan Duifopmaak als opmaakset.
Samenvatting stijlsets Je kunt dus je eigen opmaakset/stijlreeks maken en bewaren Daarin staan je eigen stijlen Die opmaakset/stijlreeks is dan voortaan altijd in elk document beschikbaar als je met Word werkt!
Werken met stijlen (1) Maak de stijlen zichtbaar via de groepsuitbreidingsknop (Je kunt ook gewoon op de knoppen in het lint klikken, maar hier heb je een beter overzicht) Klik in Personalia en kies Kop1 Doe dat ook met Kinderboekenweek, Fotograaf, Verkorte middagpauze en Maandkalender Geef september kop3 evenals oktober (Helaas, dat gaat niet, waar is kop 3?)
Werken met koppen Bekijk de opties in het stijlenvenster, daar zou je eventueel meer stijlen zichtbaar kunnen maken, maar het gaat om het volgende: Word bewaakt de hiërarchie van koppen. Koppen hebben een functie, en niet alleen maar een uiterlijk. Ze geven het niveau aan. Je moet dus ook geen niveau 3 gebruiken als je geen niveau 2 hebt. Maak september en oktober dus maar kop2. (zie je nu Kop 3 verschijnen?)
Stijlen naar eigen smaak maken (1) Zorg dat je in een kop2 staat. Klik op het pijltje naast Kop 2 in het stijlenvenster. Kies Wijzig, kies opmaak, kies randen en verander kop2 door onder en boven een streep te zetten. Boven een dikkere streep (3pt) dan beneden(1pt). Pas de kleur aan, Kies een themakleur: rood accent2! Klik op Ok
Stijlen naar eigen smaak maken (2) Ga in een Kop1 staan en wijzig nu de stijl Kop 1: opmaak, alinea, ruimte voor: 12pt ipv 24pt. Sla het document op. (Ctrl-W) (je verlaat Word zo niet)
Problemen! Begin nieuw document, kies opmaak set Duifopmaak Typ een paar woorden en geef die alinea de stijl Titel Typ op een nieuwe regel weer een paar woorden geef die de stijl Kop1 Maak weer een nieuwe regel met wat woorden en geef die de stijl kop2. De kop2 is niet veranderd! Althans het is anders dan in de Duif-tekst, er zijn geen strepen.
Gebruik opslaan! We hadden de verandering in kop2 en kop1 niet opgeslagen in onze opmaakset/reeks van stijlen. Open duif.docx en sla nogmaals de opmaakset op. Wijzigingen nadat je een opmaakset hebt opgeslagen, worden kennelijk niet automatisch in de opmaakset meegenomen! Doe Dia 28 nogmaals en nu gaat het wel
Thema’s, eerste kennismaking Sluit alles en open duif.docx Ga naar de tab Pagina-indeling (2007/2010)/Ontwerpen (2013) Klik op de driehoek in de knop Thema’s/Documentopmaak in de groep thema’s Ga met je muis over de Thema’s.
Thema’s (2) Thema’s zijn verzamelingen van: Bij elkaar passende kleuren en Bij elkaar passende lettertypen, en Bij elkaar passende effecten. De kleur die je voor de lijnen bij kop2 gekozen had was een themakleur. Als je een ander thema kiest passen de themakleuren zich aan. Kies daarom altijd themakleuren, en niet de standaardkleuren, want dan kun je lelijke combinaties krijgen. Kies uiteindelijk het thema Kantoor.
Nut van opmaaksets/stijlreeksen De volgende keer dat je de nieuwe Duif nieuwsbrief gaat opmaken, kies je de Duifopmaakset, en kunnen je koppen, tekst, adres, datum e.d. er precies zou uit zien als de eerdere nieuwsbrief.
Thema’s (3) Thema’s werken in alle office-produkten. Je spreadsheet geef je door hetzelfde thema te gebruiken hetzelfde ‘design’ als je presentie en je rapport.