Ontstaan van soorten Naar de vragen
Inhoudsopgave Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5 Vraag 6 Vraag 7
Doejong (Dugong dugon) Vraag 1 Wat wordt verstaan onder een “soort”? Antwoord Inhoudsopgave Volgende vraag Doejong (Dugong dugon)
Doejong (Dugong dugon) Vraag 1 Wat wordt verstaan onder een “soort”? Een soort bestaat uit een groep genetisch bijna identieke individuen die zich onderling kunnen voorplanten en levende, vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen. Inhoudsopgave Volgende vraag Doejong (Dugong dugon)
Vraag 2 Welke antwoord geeft het verschil tussen een soort en een ondersoort het meest compleet weer? Een ondersoort leeft altijd in een ander gebied dan de moedersoort. Een ondersoort heeft duidelijke genetische verschillen met de moedersoort. Een ondersoorten kunnen onderling geen vruchtbare nakomelingen krijgen, soorten kunnen dat wel. Inhoudsopgave Volgende vraag
Vraag 2 Welke antwoord geeft het verschil tussen een soort en een ondersoort het meest compleet weer? Een ondersoort leeft altijd in een ander gebied dan de moedersoort. Ondersoorten kunnen in hetzelfde gebied als de moedersoort leven en zelfs in hetzelfde gebied als andere ondersoorten. Een voorbeeld hiervan zijn de Darwin-vinken op de eilanden van Galapagos. Terug
Vraag 2 Welke antwoord geeft het verschil tussen een soort en een ondersoort het meest compleet weer? Een ondersoort heeft duidelijke genetische verschillen met de moedersoort. Hoewel ondersoorten er niet altijd heel ander uitzien dan de moedersoort, zijn er altijd duidelijke genetische verschillen aan te wijzen. Inhoudsopgave Volgende vraag
Vraag 2 Welke antwoord geeft het verschil tussen een soort en een ondersoort het meest compleet weer? Een ondersoorten kunnen onderling geen vruchtbare nakomelingen krijgen, soorten kunnen dat wel. Soorten zijn genetisch zo van elkaar veranderd, dat zij (in principe) geen vruchtbare en/ of levensvatbare nakomelingen kunnen krijgen. Natuurlijk zijn er altijd uitzonderingen te vinden, zoals de ijsbeer (Ursus maritimus) en de bruine beer (Ursus arctos). Ondersoorten kunnen nog wel vruchtbare en levensvatbare nakomelingen krijgen. Terug
Hoe heet zo’n verandering in het genetische materiaal? Vraag 3 Het erfelijk materiaal van dieren kan plotseling kleine veranderingen doormaken. Door zo’n verandering zijn bijvoorbeeld de witte tijgers (Panthera tigris tigris) ontstaan. Hoe heet zo’n verandering in het genetische materiaal? Allopatrische soortvorming Mutatie Seksuele selectie Inhoudsopgave Volgende vraag
Hoe heet zo’n verandering in het genetische materiaal? Vraag 3 Het erfelijk materiaal van dieren kan plotseling kleine veranderingen doormaken. Door zo’n verandering zijn bijvoorbeeld de witte tijgers (Panthera tigris tigris) ontstaan. Hoe heet zo’n verandering in het genetische materiaal? Allopatrische soortvorming Allopatrische soortvorming houdt in dat nieuwe soorten zijn ontstaan door een barrière, zoals bergen, water of bij een trek. Een nieuwe soort kan dan ontstaan omdat er in de nieuwe omgeving bijvoorbeeld een andere selectiedruk is. Terug
Hoe heet zo’n verandering in het genetische materiaal? Vraag 3 Het erfelijk materiaal van dieren kan plotseling kleine veranderingen doormaken. Door zo’n verandering zijn bijvoorbeeld de witte tijgers (Panthera tigris tigris) ontstaan. Hoe heet zo’n verandering in het genetische materiaal? Mutatie Een gunstige mutatie vergroot de overlevingskansen van een dier. Hierdoor kunnen dieren met een mutatie zich voortplanten en de mutatie doorgeven. Uiteindelijk kan een nieuwe diersoort ontstaan als alleen dieren met dezelfde mutatie samen voortplanten. Inhoudsopgave Volgende vraag
Hoe heet zo’n verandering in het genetische materiaal? Vraag 3 Het erfelijk materiaal van dieren kan plotseling kleine veranderingen doormaken. Door zo’n verandering zijn bijvoorbeeld de witte tijgers (Panthera tigris tigris) ontstaan. Hoe heet zo’n verandering in het genetische materiaal? Seksuele selectie Seksuele selectie houdt in dat nieuwe soorten ontstaan omdat één van de seksen een voorkeur heeft voor een bepaalde eigenschap bij het andere geslacht. Bijvoorbeeld een pauwin vindt alleen mannen met een lange staart aantrekkelijk. Terug
Vraag 4 Kijk op Youtube naar het volgende filmpje: film Welke vorm van soortvorming herken jij hier in? Allopatrische soortvorming Natuurlijke selectie Seksuele selectie Sympatrische soortvorming Inhoudsopgave Volgende vraag
Vraag 4 Kijk op Youtube naar het volgende filmpje: film Welke vorm van soortvorming herken jij hier in? Allopatrische soortvorming Allopatrische soortvorming houdt in dat nieuwe soorten zijn ontstaan door een barrière, zoals bergen, water of bij een trek. Een nieuwe soort kan dan ontstaan omdat er in de nieuwe omgeving bijvoorbeeld een andere selectiedruk is. Inhoudsopgave Volgende vraag
Vraag 4 Kijk op Youtube naar het volgende filmpje: film Welke vorm van soortvorming herken jij hier in? Natuurlijke selectie Organismen die beter in hun omgeving passen, hebben meer kans om te overleven en voor nakomelingen te zorgen dan minder goed aangepaste organismen. Natuurlijke selectie wordt ook wel eens omschreven als “Survival of the fittest”. Een goed voorbeeld is te vinden in dit filmpje. Terug
Vraag 4 Kijk op Youtube naar het volgende filmpje: film Welke vorm van soortvorming herken jij hier in? Seksuele selectie Seksuele selectie houdt in dat nieuwe soorten ontstaan omdat één van de seksen een voorkeur heeft voor een bepaalde eigenschap bij het andere geslacht. Een voorbeeld is te zien bij de zuidelijke zeeolifant (Mirounga leonina). Vrouwtjes paren het liefst met de grootste mannetjes. Terug
Vraag 4 Kijk op Youtube naar het volgende filmpje: film Welke vorm van soortvorming herken jij hier in? Sympatrische soortvorming Sympatrische soortvorming houdt in dat nieuwe soorten zijn ontstaan zonder dat er een barrière, zoals bergen of water aanwezig is. Een nieuwe soort kan ontstaan omdat de soorten op een andere manier gescheiden worden, zoals bijvoorbeeld een veranderd gedrag of een andere voedselbron. Terug
Vraag 5 Wat is “sympatrische soortvorming”? Leg dit begrip in je eigen woorden uit en geef een voorbeeld. Antwoord Inhoudsopgave Volgende vraag
Vraag 5 Wat is “sympatrische soortvorming”? Leg dit begrip in je eigen woorden uit en geef een voorbeeld. Sympatrische soortvorming houdt in dat nieuwe soorten zijn ontstaan zonder dat er een barrière, zoals bergen of water aanwezig is. Een nieuwe soort kan ontstaan omdat de soorten op een andere manier gescheiden worden, zoals bijvoorbeeld een veranderd gedrag of een andere voedselbron. Inhoudsopgave Volgende vraag
Vraag 6 Welke beweringen zijn waar? I. Siblingsoorten ontstaan vaak door natuurlijke selectie. II. De vogels op de afbeelding zijn twee siblingsoorten. Bewering I en II zijn waar Bewering I is niet waar, II is waar Bewering I is waar, II is niet waar Beide beweringen zijn niet waar Inhoudsopgave Volgende vraag
Vraag 6 Welke beweringen zijn waar? I. Siblingsoorten ontstaan vaak door natuurlijke selectie. II. De vogels op de afbeelding zijn twee siblingsoorten. Bewering I en II zijn waar Sibling soorten ontstaan vaak door seksuele selectie. De afgebeelde vogels zijn een fitis (Phylloscopus trochilus) en een tjiftjaf (Phylloscopus collybita), twee voorbeelden van siblingsoorten of zustersoorten. Inhoudsopgave Terug
Vraag 6 Welke beweringen zijn waar? I. Siblingsoorten ontstaan vaak door natuurlijke selectie. II. De vogels op de afbeelding zijn twee siblingsoorten. Bewering I is niet waar, II is waar Sibling soorten ontstaan vaak door seksuele selectie. De afgebeelde vogels zijn een fitis (Phylloscopus trochilus) en een tjiftjaf (Phylloscopus collybita), twee voorbeelden van siblingsoorten of zustersoorten. Inhoudsopgave Volgende vraag
Vraag 6 Welke beweringen zijn waar? I. Siblingsoorten ontstaan vaak door natuurlijke selectie. II. De vogels op de afbeelding zijn twee siblingsoorten. Bewering I is waar, II is niet waar Sibling soorten ontstaan vaak door seksuele selectie. De afgebeelde vogels zijn een fitis (Phylloscopus trochilus) en een tjiftjaf (Phylloscopus collybita), twee voorbeelden van siblingsoorten of zustersoorten. Inhoudsopgave Terug
Vraag 6 Welke beweringen zijn waar? I. Siblingsoorten ontstaan vaak door natuurlijke selectie. II. De vogels op de afbeelding zijn twee siblingsoorten. Beide beweringen zijn niet waar Sibling soorten ontstaan vaak door seksuele selectie. De afgebeelde vogels zijn een fitis (Phylloscopus trochilus) en een tjiftjaf (Phylloscopus collybita), twee voorbeelden van siblingsoorten of zustersoorten. Inhoudsopgave Terug
Vraag 7 Charles Darwin kwam met de uitspraak “Survival of the fittest”. Wat betekent deze uitspraak? Antwoord Inhoudsopgave Volgende vraag
Vraag 7 Charles Darwin kwam met de uitspraak “Survival of the fittest”. Wat betekent deze uitspraak? Iedere diersoort past zich door natuurlijke selectie aan aan zijn omgeving. Het dier dat het best is aangepast aan deze omgeving, heeft de grootste overlevingskansen. Dit dier heeft ook de meeste kans om zich voort te kunnen planten en zijn genen door te geven aan zijn nakomelingen. Dit wordt “survival of the fittest” genoemd. Inhoudsopgave Volgende vraag
Welke afbeelding geeft een voorbeeld weer van seksuele selectie? Vraag 8 Welke afbeelding geeft een voorbeeld weer van seksuele selectie? a. Kiwi (Apteryx mantelli) b. Mandril (Mandrillus sphinx) c. Witte tijger (Panthera tigris tigris) Inhoudsopgave Volgende vraag
Vraag 8 Welke afbeelding geeft een voorbeeld weer van seksuele selectie? Kiwi (Apteryx mantelli) Seksuele selectie houdt in dat één van de seksen een voorkeur heeft voor een bepaalde eigenschap bij het andere geslacht. Hierdoor worden bepaalde eigenschappen steeds verder uitvergroot en wordt de verschillen in uiterlijk tussen de seksen steeds groter. Mannelijke en vrouwelijke kiwi’s zien er hetzelfde uit. Seksuele selectie speelt hier dus geen rol. Inhoudsopgave Terug
Welke afbeelding geeft een voorbeeld weer van seksuele selectie? Vraag 8 Welke afbeelding geeft een voorbeeld weer van seksuele selectie? Mandril (Mandrillus sphinx) Seksuele selectie houdt in één van de seksen een voorkeur heeft voor een bepaalde eigenschap bij het andere geslacht. Hierdoor worden bepaalde eigenschappen steeds verder uitvergroot en wordt de verschillen in uiterlijk tussen de seksen steeds groter. Mandril vrouwtjes vallen op de meest gekleurde mannetjes. De kleuren bij een man zijn dus het gevolg van seksuele selectie. Inhoudsopgave Volgende vraag
Vraag 8 Welke afbeelding geeft een voorbeeld weer van seksuele selectie? Witte tijger (Panthera tigris tigris) Seksuele selectie houdt in dat één van de seksen een voorkeur heeft voor een bepaalde eigenschap bij het andere geslacht. Hierdoor worden bepaalde eigenschappen steeds verder uitvergroot en wordt de verschillen in uiterlijk tussen de seksen steeds groter. Mannelijke en vrouwelijke tijgers zien er hetzelfde uit. Seksuele selectie speelt hier dus geen rol. Inhoudsopgave Terug
Vraag 9 Hoe kunnen seksuele selectie en natuurlijke selectie elkaar tegenwerken? Antwoord Inhoudsopgave Volgende vraag
Vraag 9 Hoe kunnen seksuele selectie en natuurlijke selectie elkaar tegenwerken? Bij seksuele selectie vindt een dier met de gewenste eigenschappen sneller een partner en krijgt daardoor meer nakomelingen. Maar deze eigenschappen kunnen een dier ook hinderen in de overleving. Een paradijsvogel (Astrapia mayeri) kan door de seksuele selectie bijvoorbeeld zo’n lange staart ontwikkelen, dat hij niet snel genoeg kan wegvliegen als er een jager in de buurt is. Inhoudsopgave Volgende vraag
Vraag 10 Wat is het verschil tussen sibling (of zuster-)soorten en ringsoorten? Antwoord Inhoudsopgave
Vraag 10 Wat is het verschil tussen sibling (of zuster-)soorten en ringsoorten? Zustersoorten zijn soorten die qua uiterlijk, gedrag en andere kenmerken sterk op elkaar lijken, maar toch niet (meer) samen kunnen voortplanten. Ringsoorten zijn (onder)soorten die veel op andere (onder)soorten lijken die in een aangrenzend leefgebied leven. In het gebied waar de leefgebieden elkaar overlappen, kunnen hybriden (kruisingen) ontstaan. Inhoudsopgave