Bij welk kenmerkend aspect hoort de bron?

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De Tien Tijdvakken Prehistorie (tot 3000 voor Christus)
Advertisements

... waar hébben we het over?! Romeinen aan de Rijn, schoolplaat legermuseum.
1.2 Renaissance verbreidt zich over Europa
Tijdvak 6 Tijd van van regenten en vorsten
Deze voorbeelden zijn bedacht door: [zet hier je naam / namen]
Kenmerk 16 De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de Kruistochten Les 3: Het Grote Schisma van 1054.
Gouden Eeuw Kunst en wetenschap Door de Renaissance, een kunststroming uit de 16e eeuw, was er opnieuw interesse voor de kunst en kennis uit de Oudheid.
De quiz bestaat uit 13 vragen.
Tijd van jagers en boeren ? – 3000 v. Chr. Prehistorie
De renaissance 1.2.
Kenmerk 25 & 29 Handelskapitalisme en wereldeconomie & Uitbouw van de Europese overheersing, slavenhandel en de opkomst van het abolitionisme - Les 1:
The shortest history of Europe
De Christelijke Kerk in West Europa valt uiteen
Wetenschappelijke revolutie; De verlichting
5 Een nieuwe wereld.
1.1 Over de Nieuwe en de Nieuwste tijd
Kenmerk 7: De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 18: De Germaanse cultuur.
invloed van de Kerk op de Middeleeuwse cultuur
Oriëntatie │_______│________ | _______________
Kenmerk 5: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 16: Ontwikkelingen in het Imperium.
Ontdekkingstochten.
Westerse wortels in de Grieks-Romeinse wereld.
Hoofdstuk 5.
Het begin van het eigentijds theater
Echt klassiek! Tijd van Grieken en Romeinen
Tijd van jagers en boeren ? – 3000 v. Chr. Prehistorie
De tijd van regenten en vorsten
De Reformatie De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.
Kenmerk 25 & 29 Handelskapitalisme en wereldeconomie & Uitbouw van de Europese overheersing, slavenhandel en de opkomst van het abolitionisme Les 2:
Tijdvak 5 Ontdekkers en hervormers
Geschiedenis: ingevulde contexten voor leerlingen
Schoolexamen dinsdag 13 januari
Prehistorie (tot 3000 v. Chr) Oudheid (3000 v. Chr-500 n. Chr.)
VROEG MODERNE TIJD HET VERANDERENDE MENS- EN WERELDBEELD VAN DE RENAISSANCE EN HET BEGIN VAN EEN NIEUWE WETENSCHAPPELJKE BELANGSTELLING.
H4:§ 10:p85-7 Europese expansie wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie les 48.
Prehistorie (tot 3000 v. Chr) Oudheid (3000 v. Chr-500 n. Chr.)
De late middeleeuwen, 900 – 1600 NIEUW TIJDVAK (4)
De late middeleeuwen, 900 – 1600 NIEUW TIJDVAK (4)
Veranderend wereldbeeld, 1300 – 1600
Tijdvak 5: De 16e eeuw De eeuw van de Europese overzeese expansie
Tijd van ontdekkers en hervormers – de vroegmoderne tijd
Renaissance en Opstand
Van polis tot keizerrijk
Renaissance en Opstand
Context 4 Verlichtingsideeën en de democratische revoluties
Tijd van jagers en boeren
Tijdvak 7- Tijd van pruiken en revoluties ( ) Achttiende Eeuw
H5.2 Europeanen ontdekken de wereld
Ontdekkers en hervormers
Regenten en vorsten H7.3 DE WETENSCHAPPELIJKE REVOLUTIE.
Jagers verzamelaars Jagers-verzamelaars trekken Europa in
CSE 2016 Havo tijdvak I Vragen CE 2016 en KA Drs. Robert de Oude namens de havo/vwo commissie van de VGN.
23 Het streven van vorsten naar absolute macht 27 Rationeel optimisme en een ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving:
Hoofdstuk 5 ‘veranderend wereldbeeld’
Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders
Tijdvak 7 De tijd van pruiken en revoluties
Paragraaf 5.2 Europeanen ontdekken de wereld Vroegmoderne tijd
Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen
Europa wordt christelijk
Paragraaf 4.2 De expansie van de christelijke wereld
VROEG MODERNE TIJD HET RATIONEEL OPTIMISME EN HET VERLICHT DENKEN IN GODSDIENST, POLITIEK, ECONOMIE EN SOCIALE VERHOUDINGEN.
Joods-christelijk wereldbeeld
KA 12 - Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Kenmerk 7: De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 18: De Germaanse cultuur.
invloed van de Kerk op de Middeleeuwse cultuur
Het hoe en wat nu? Groot onderhoud historische contexten HAVO
Het hoe en wat nu? Groot onderhoud historische contexten VWO
Geschiedenis 3.4 De verhouding tussen heer en vazal
Tijd van jagers en boeren Jagers-verzamelaars -Jagen / verzamelen -Taakverdeling -Nomaden -geloof Boeren -Akkerbouw / veeteelt -Ontstaan verschillen in.
Transcript van de presentatie:

Bij welk kenmerkend aspect hoort de bron? Oefening voor de toets kenmerkende aspecten.

1.

3.

4.

5.

6.

7.

8.

9.

10.

11.

12.

13.

14.

15.

16.

De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa. 1.

De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de kruistochten.

3. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur. Het begin van staatsvorming en centralisatie. 3.

De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur. 4.

Het veranderde mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling . Of…. De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid. De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had. 5.

De wetenschappelijke revolutie. 6.

Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie. 7.

Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie of.. Uitbouw van de Europese overheersing, voornamelijk in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel en de opkomst van het abolitionisten. 8.

De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had. 9.

Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen. 10.

Het streven van vorsten naar absolute macht. 11.

Het veranderde mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling 12.

Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van de Nederlandse staat. 13.

14. De verspreiding van het christendom in geheel Europa. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur. 14.

Discussies over ‘de sociale kwestie’. 15.

De verspreiding van het christendom in geheel Europa. 16.