Nederlands : HERHALING Dia 1
Wat hebben we geleerd in les 13 Dat was woordenschat. In de volgende dia’s ga je de dia’s zien met de woorden Dia 2
a. Woordenlijst uit de les WISKUNDE Meteruur Millimeterseconde Centimeterminuut Kilometerhalfuur Gramliter Milligramcentiliter Kilogram Dia 3
Oefeningen Die kan je vinden op dia : Dia 4
Wat hebben we geleerd in les 14 Dat waren oefeningen op beleefdheid Daar hebben we ook een samenvatting gemaakt. Die gaan we zien in de volgende dia’s Dia 5
Samenvatting 1. Je en u a. We schrijven je bij : iemand die je kent b. We schrijven u bij : een belangrijk persoon ( bv. Minister ) Dia 6
Samenvatting 1. je en u 2. Aankondigingen van brieven a. Als je naar een hoog persoon schrijft ( bv minister ) dan schrijven we : beste, geachte, eerwaarde ( gegroet ) b.als je naar een ( goede ) kennis schrijft dan schrijven we : hey, yo, hoi, hallo,yeet Dia 7
Het schrijven van enveloppen Ann Tytens Boomlaan Roeselare Hier schrijven we de VOOR en FAMILIE naam Hier schrijven het Adres STRAAT NR POSTCODE GEMEENTE STAD Dia 8
Het schrijven van enveloppen Maarten durnez Everstaart 780 Gent Voor en familie naam Het gehele adres Dia 9
De oefeningen kan je vinden op de dia Dia 10
Les 15 hebben we geleerd Onderwerp zoeken In de volgende dia’s kan je de belangrijkste dingen terugvinden Dia 11
Wat is het onderwerp ( samenvatting ) Over wie ? Waarover ? Wie of wat doet hier iets ? Dia 12
Een onderwerp In onze taal mag het onderwerp NIET vooraan staan. Dat is een afspraak. In deze zin staat het onderwerp vooraan dat gaan we herwerken De bakker bakt brood Dia 13
Er zijn 2 mogelijk heden om de zin zonder het onderwerp vooraan te hebben. 1. Een vraagzin : Bakt de bakker brood ? 2. Ander plaatsen kiezen. Brood bakt de bakker. Dia 14
Wat hebben we gezien in Les 16 Woorden schat We bekijken de 3 woordenlijsten ook eens terug. Dia 15
Woordenlijst A Theorie Thee Thermos Kathedraal Dia 16
Woordenlijst B Chauffeur Auto Vrachtauto Automaat Augurk Dia 17
Woordenlijst C School Schol China Chinees Schoon Schrijft Dia 18
Les 17 en les 18 natuurwandeling en bespreking ervan We gingen op natuurwandeling in les 17 en in les 18 hebben we de bespreking gedaan Dia 19
De foto’s Foto 1 Dia 20
Foto 2 Dia 21
Foto 3 Dia 22
Foto 4 Dia 23
Les 18 Je gaat bij elke foto 1 zin schrijven. Je mag een gewone zin een bevel of een vraagzin maken Dia 24
Les 19 : trappen van vergelijking WoordVergrot ende trap De overtre ffende trap GoedBeterBest Om alles goed te herhalen neem je beter het Adobe bestandje erbij Dia 25
Les 20 – sms taal Kijk maar even mee Dia 26
1.gezichtjes toetsen die je moet intoetsen Wat ? ( + : = (:Een blij gezichtje ) + : = ):Een verdrietig gezichtje : + P = :PEen gezichtje die tong uitsteekt ; + ) = ;)Een + -- bom Dia 27
2. Afkortingen Hy Cv Wdj Brb Wa ? Slpwl Ttmrgn Hey ( hallo ) Ça va ? ( alles goed ) Wat doe je ( wat ben je aan het doen ) Be Right Back,(ben zo terug. ) Wat !!? ( bv. Iets niet duidelijk ) Slaapwel, slaaplekker Tot morgen Dia 28
Beste Tim, kom je om 3 uur in de namiddag Naar het skatepark ? Breng je je Ipod mee en Breng je boxjes mee ! Dan kunnen we naar Muziek luisteren Vele groetjes, je vriend, Thomas hyjOm 15 u NatsktprkGaaj jen Ipod ej boxjes mebriengn Tun kuw Na mzk lustrn NIET Dia 29
Les 21 : Zinnen Deze ppt is gemaakt met verschillende leerkrachten Dia 30
1. Hoe begint men met een zin a. Je bedenkt een thema. b. Moet het een gewone zin of een vraagzin zijn | over wat moet mijn zin gaan ? Jan gaat naar zee Gaat jan naar zee ?
Oefeningen ; kijk naar de ppt van die les