Aardrijkskunde voor de 2e fase VWO 5 en VWO 6. Samenvatting De Geo - Globalisering Aardrijkskunde voor de 2e fase VWO 5 en VWO 6. Samenvatting
H.1 de wereld: systeem van landen en relaties 1.1 de samenhang in het wereldsysteem Tot in de 19e eeuw was men, vooral op het platteland, zelfvoorzienend (=autarkisch). Men produceert nu waar het ‘t economisch het beste kan. Dit leidt tot internationale arbeidsverdeling. Ondanks enorme culturele verschillen een grote economische samenhang.
Deze samenhang is zichtbaar in: Handelsrelaties (grondstoffen, halffabrikaten, eindproducten, energie enz.) Macro-economische schommelingen in het productieniveau. (bv. vraag naar grondstoffen leidt tot prijsstijgingen wereldwijd) Vestigingsgedrag van ondernemingen (bepaald door ligging, natuurlijke hulpbronnen, hoogopgeleid personeel, lage lonen, politieke onrust, vakbonden, milieuwetgeving)
kwetsbaarheid Samenhang maakt kwetsbaar, bv. op politiek gebied Oliecrisis jaren 70 van de 20e eeuw Gaskraan dicht, Russisch gas (zie fig. 1.3) Oorlogen in landen met veel grondstoffen (bv. Irak - olie, Chili – koper)
De economische structuur van het wereldsysteem Samenhang in het wereldsysteem vooral bepaald door economische factoren (=geld verdienen). Wereldsysteem opgebouwd uit staten (= de elementen of bouwstenen van het systeem) De relaties zijn van economische en politieke aard Landen + relaties = economisch wereldsysteem
Elementen/landen die veel gemeen hebben, kun je op grond van economische activiteiten en economische/politieke relaties met andere landen groeperen. In de aardrijkskunde komen we tot de volgende indeling: Kernregio’s (Nederland, Duitsland, USA) Semi-perifere regio’s (Brazilië, Rusland, India) Perifere regio’s (Indonesië, Nigeria, Vietnam)
Kenmerken van kernregio’s rijk, grote arbeidsproductiviteit, hoog ontwikkeld, grote variatie in industrie en diensten, vestigingsplaats van hoofdkantoren van internationale ondernemingen, grote geld- en handelsstromen, politieke macht, bestuurscentra.
Kenmerken van semi-perifere regio’s middenpositie tussen centrum/kern en periferie, heeft een behoorlijke industrialisatiegraad, bezit het grootste deel van de afzetmarkt van de industrie.
Kenmerken van perifere regio’s economische activiteiten afgestemd op kern en semi-periferie, lage lonen, lage arbeidsproductiviteit, eenzijdige export vooral grondstoffen en agrarische producten (dus primaire producten), verouderde naast moderne technologie(vorm van dualisme).
Veranderingen in het economische wereldsysteem Het systeem is door veranderingen in de internationale arbeidsverdeling in 3 opzichten gewijzigd. Ruimtelijke schaal toegenomen aantal landen in het wereldsteem. Afrika laat erbij; Oostblok: even niet, na de val van het communisme weer wel. China en andere Aziatische landen sluiten ook aan Positiewisselingen van landen binnen systeem global shift Steeds meer landen behoren bij de kernregio: na Europa ook USA, Japan, Brazilië, Taiwan enz. Veranderingen in de aard van de economische relaties Eerst alleen grondstoffen nu vooral industrie/diensten)
Global shift Global shift = het verschuiven van het economisch zwaartepunt van het ene naar het andere deel van de wereld. Eerst Europa, toen VS nu steeds meer naar Azië.
Opdrachten maken Maak van par 1.1 vraag 6, 7, 9 en 11