De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis Hoorcollege propedeuse 2014-2015 semester I blok I F.G. Naerebout
¶ 3 Griekenland & Rome tot ca. 500 v.C. 3.1 Griekenland in de Dark Age 1000-750 De Griekse wereld van Homeros? Migraties: Doriërs; oversteek naar Klein-Azië; Cyprus
Archaïsch Griekenland, met de verschillende Griekse dialecten
3.2 Archaïsch Griekenland 750-500 Culturele en economische opbloei: Ex oriente lux o.m. alfabetschrift / geld / tempel en godenbeeld / gedecoreerd aardewerk Polis, poleis Bevolkingsgroei en ‘kolonisatie’
Polis burgerschap gelijkheidsbeginsel burger (politēs/politai) = grondbezitter-boer = soldaat Volksvergadering (ekklēsia) Raad (boulē, gerousia) magistraten Niet-burgers in de polis Vreemden (metoiken) slaven het dorische model (heloten, perioiken)
Archaïsche ‘kolonisatie’ en Grieks moederland Groen: Grieks moederland (Grieks vasteland, Griekse eilanden en de kust van Klein-Azië) en de Griekse ‘kolonies’ (= nieuw gestichte zelfstandige poleis op de kusten van Spanje, Zuid-Frankrijk, Sicilië en Zuid-Italië, Noord-Afrika, Hellespont en Bosporus en de Zwarte Zee)
Politiek intern aristocratisering spanningen binnen de polis stasis paradox: groei en krimp van de kloof tussen arm en rijk mitigeren van de tegenstellingen rechtscodificatie stelselverandering: timocratie tegenover geboorte-adel meer invloed voor de burgerij paradox nummer 2: adellijke alleenheerschappij (turannis) democratisering
ATHENE ROME 620 Drakōn ca 600 Etruskisch 590 Solōn 550 Peisistratos ‘Koningstijd’ 510 Verdrijving [510] Verdrijving van Hippias van de laatste koning Kleisthenēs Republiek
Politiek intern Aristocratisering < aristoi, kratos spanningen binnen de polis stasis paradox: groei en krimp van de kloof tussen arm en rijk mitigeren van de tegenstellingen rechtscodificatie stelselverandering: timocratie tegenover geboorte-adel meer invloed voor de burgerij paradox nummer 2: adellijke alleenheerschappij (turannis) democratisering < dēmos, kratos
590 Solōn 550 Peisistratos pentakosiomedimnoi hippeis zeugitai thētes 514 Hipparchos gedood door de turannoktonoi 510 Hippias verdreven 508/7 Kleisthenēs
spanningen binnen de polis stasis aristocratisering spanningen binnen de polis stasis paradox: groei en krimp van de kloof tussen arm en rijk mitigeren van de tegenstellingen rechtscodificatie stelselverandering: timocratie tegenover geboorte-adel meer invloed voor de burgerij paradox nummer 2: adellijke alleenheerschappij (turannis) democratisering
Rome/Roma Populus, bestaande uit gentes (gens = verwante patres, hun bloedverwanten en hun clientes) Rex, senatus, comitia Aristocratisering (patriciërs) 600 Etruskische stad Einde 6de/begin 5de eeuw: einde koningschap en Etruskische overheersing
Expansieve Griekse wereld tussen: [700 Assyrië, Egypte, 600 Nieuw-Babylonisch Rijk] 750- Karthago 750- Italische volken / Illyriërs / 550- Etrusken 550- Perzische Rijk 500 Ionische Opstand 490/480 Perzische Oorlogen 480 Himera (Grieken v. Karthago), 474 Kumē (Grieken v. Etrusken)