Algemene Ondernemersvaardigheden (AOV) Les 5
AOV Les 5 Opdracht 1: Bereken de rentekosten. Ga uit van het juiste aantal dagen in 2008. Kapitaal x € 1 Looptijd Percentage % 50 000 7,5 jaar 4 10 000 8 maanden 3,25 1000 137 dagen 6 2 000 13 mrt – 21 okt 5
AOV Les 5 Uitwerking opdracht 1: 100 x 1 100 x 12 100 x 366 Rentekosten = k x t x p of k x t p of k x t x p 100 x 1 100 x 12 100 x 366 A 50 000 x 7,5 x 4 = 1 500 000 = € 15 000,- 100 x 1 100 B 10 000 x 8 x 3,25 = 260 000 = € 216,67 100 x 12 1200 C 1000 x 137 x 6 = 822 000 = € 22,46 100 x 366 36 600 3
Vervolg uitwerking opdracht 1: AOV Les 5 Vervolg uitwerking opdracht 1: Rentekosten = k x t x p of k x t p of k x t x p 100 x 1 100 x 12 100 x 366 - 18 (maart) + 30 (april) + 31 (mei) + 30 (jun) + 31 (jul) + 31 (aug) + 30 (sept) + 21 (okt) = 220 dagen 2000 x 222 x 5 = 2 220 000= € 60,66 100 x 366 36 600 4
AOV Les 5 Opdracht 2: Je hebt een lening van € 35 000,- op 1 januari 2008. Het rentepercentage bedraagt 2,25%. Op 1 mei wordt de rente verhoogd naar 2,5%. Op 1 augustus los je € 20 000,-. Bereken de rentekosten van deze lening in 2008 en geef aan welk totaal bedrag je na de lening moet terug betalen. 5
AOV Les 5 Uitwerking opdracht 2: €35000 2,25% 2,5% 15 000 2,5% . 1 januari 4 mnd 1 mei 3 mnd 1 aug 5 mdn 31 december Rentekosten = k x t x p 100 x 12 Rentekosten van 1 januari tot 1 mei 35000 x 4 x 2,25 =315000 = € 262,50 100 x 12 1200 Rentekosten van 1 mei tot 1 augustus 35000 x 3 x 2,5 = 150 000 = € 218,75 100 x 12 1200 Rentekosten van 1 augustus – 31 december 20000 x 5 x 2,5= 250 000 = € 156,25 100 x 12 1200 € 262,50 + € € 218,75 + € 156,25 = € 637,50 € 35 000 + € 637,50 = € 35 637,50 6
AOV Les 5 Opdracht 3: Een fulltimer heeft een minimumloon van € 1150,- per maand. De vakantietoeslag is 8%. De premies voor sociale verzekering en loonheffing bedragen 26%. Bereken de jaarlijkse loonkosten. 7
AOV Les 4 Uitwerking opdracht 3: € 1150,00 Minimumloon € 92,00 + 8% vakantietoeslag € 1242,00 € 322,92 + 26% premies soc verz & lh € 1564,92 Betaalde loonkosten € 1564,92 x 12 = € 18779,04 8
AOV Les 5 Opdracht 4: Een parttimer werkt 30 uur. Het minimumloon voor een 23 jarige is bij een volledig dienstverband € 1175,- per maand. De parttimer is 21 jaar en heeft recht op 72,5 % van het minimumloon van een 23 jarige. De vakantietoeslag is 8%. De premies voor sociale verzekering en loonheffing bedragen 26%. Bereken de jaarlijkse loonkosten. 9
AOV Les 5 Uitwerking opdracht 4: € 1175,- x 0,725 = € 851,88. € 851,88 zou de 21 jarige verdienen bij een volledig dienstverband. Hij werkt slechts 30 uur. 30:40 = 0,75 0,75 x € 851,88 = € 638,91 OF € 851,88 : 40 = 21,30 21,30 x 30 = € 638,91 10
AOV Les 5 Vervolg uitwerking opdracht 4: € 638,91 Minimumloon € 51,11 + 8% vakantietoeslag € 690,02 € 179,41 + 26% premies soc verz & lh € 869,43 Betaalde loonkosten € 869,43 x 12 = € 10433,16 11
AOV Les 5 Opdracht 5a: - Je verzekert je inboedel voor € 25 000,- De premie bedraagt 3 ‰. De poliskosten zijn € 30,-. Vanaf het 2e jaar betaal je € 10,- aan administratiekosten. De assurantiebelasting bedraagt 7%. Bereken de kosten voor het 1e jaar. 12
AOV Les 5 Uitwerking opdracht 5a: Totale kosten 1e jaar = Premie + Poliskosten + Assurantiebelasting Premie: 25 000 = 25 25 x 3 = € 75,- 1000 OF 25 000 x 0,003 = € 75,- (3:1000 = 0,003) - Poliskosten: € 30,- 13
AOV Les 5 Vervolg uitwerking opdracht 5a: Assurantiebelasting 7% van de totale verzekeringskosten Premie + Poliskosten = 75 + 30 = 105 105 : 100 = 1,05 1,05 x 7 = 7,35 OF 105 x 0,07 = 7,35 (7 : 100 =0,07) 14
AOV Les 5 Vervolg uitwerking opdracht 5a: Totale kosten 1e jaar = Premie + Poliskosten + Assurantiebelasting 75 + 30 + 7,35 = 112,35 OF 105 x 1,07 = 112,35 15
AOV Les 5 Opdracht 5b: - Je verzekert je inboedel voor € 25 000,- De premie bedraagt 3 ‰. De poliskosten zijn € 30,-. Vanaf het 2e jaar betaal je € 10,- aan administratiekosten. De assurantiebelasting bedraagt 7%. Bereken de kosten voor het 2e jaar. 16
AOV Les 5 Uitwerking opdracht 5b: Totale kosten 2e jaar = Premie + Administratiekosten + Assurantiebelasting Premie: 25 000 = 25 25 x 3 = € 75,- 1000 OF 25 000 x 0,003 = € 75,- (3:1000 = 0,003) - Administratiekosten: € 10,- 17
AOV Les 5 Vervolg uitwerking opdracht 5b: Assurantiebelasting 7% van de totale verzekeringskosten Premie + Administratiekosten = 75 + 10 = 85 85 : 100 = 0,85 0,85 x 7 = 5,95 OF 85 x 0,07 = 5,95 (7 : 100 =0,07) 18
AOV Les 5 Vervolg uitwerking opdracht 5b: Totale kosten 1e jaar = Premie + Administratiekosten + Assurantiebelasting 75 + 10 + 5,95 = 90,95 OF 85 x 1,07 = 90,95 19
AOV Les 5 Kosten van Belastingen Algemene verplichte betaling aan de overheid Functie: Budgettair Instrumenteel
AOV Les 5 BTW-tarieven 6% primaire levensbehoefte (Laag tarief) 19% alle goederen en diensten (Hoog tarief)
AOV Les 5 Kosten van Duurzame ProductieMiddelen: Een DPM is een kapitaalgoed met een investeringsperiode van langer dan een jaar Voorbeelden van DPM DPM vermindert in waarde = afschrijving
AOV Les 5 Afschrijving Benoemen van de waardedaling in je boekhouding Afschrijvingsmethode: Afschrijven met een vast bedrag per jaar Afschrijven met een percentage van de boekwaarde
AOV Les 5 Afschrijven met een vast bedrag per jaar LD Inkoopprijs/aanschafwaarde (excl. BTW) AW Restwaarde (RW) Economische Levensduur (LD) Formule: Afschrijving = AW - RW LD
AOV Les 5 Opdracht 9a: Je koopt een koelkast voor € 1900,- inclusief BTW hoog tarief. Na 4 jaar is de koelkast nog € 100,- waard (einde van zijn levensduur). Bereken de jaarlijkse afschrijving (met een vast bedrag per jaar). 25
AOV Les 5 Uitwerking voorbeeld 9a: BTW 303,36 – 19% – 1596,64 100% - Inkoopprijs 1900 119% BTW 303,36 – 19% – 1596,64 100% - Afschrijving: AW – RW = 1596,64 - 100 = € 374,16 LD 4
AOV Les 5 Boekwaarde: De waarde (bedrag) waarvoor het DPM op de balans in de boekhouding staat. Aanschafwaarde = Afschrijving x aantal jaren + Restwaarde
AOV Les 5 Voorbeeld 9b: Je koopt een koelkast voor € 1900,- inclusief BTW hoog tarief. Na 4 jaar is de koelkast nog € 100,- waard (einde van zijn levensduur). Bereken de boekwaarde na 3 jaar.
AOV Les 5 Uitwerking voorbeeld 9b: De afschrijving voor de koelkast bedraagt € 374,16 zoals berekend in opgave 9a. - Inkoopprijs 1900 119% BTW 303,36 – 19% – 1596,64 100% - Afschrijving: AW – RW = 1596,64 - 100 = € 374,16 LD 4
AOV Les 5 Vervolg uitwerking voorbeeld 9b: Aanschafwaarde € 1596,64 Afschrijving € 374,16 – Boekwaarde na 1 jaar € 1222,48 Boekwaarde na 2 jaar € 848,32 Boekwaarde na 3 jaar € 474,16 Boekwaarde na 4 jaar € 100,00
AOV Les 5 Afschrijven met een percentage van de boekwaarde: Voorbeeld 10: Je koopt een koelkast voor € 1900,- inclusief BTW hoog tarief. Je schrijft af met 25% van de boekwaarde. Bereken de boekwaarde na 4 jaar.
AOV Les 5 Uitwerking voorbeeld 10: Aanschafwaarde € 1596,64 25% af van € 1596,64 € 399,16 - Boekwaarde na 1 jaar € 1197,48 25% af van € 1197,48 € 299,37 - Boekwaarde na 2 jaar € 898,11 25% af van € 898,11 € 224,53 - Boekwaarde na 3 jaar € 673,58 25% af van € 673,58 € 168,40 - Boekwaarde na 4 jaar € 505,18