Hoofdstuk 9: Tussenmenselijke relaties
Begrippen: Rationeel en niet-rationeel handelen Interactie: direct en indirect Sociaal handelen Communicatie: verbaal en non-verbaal Pseudo communicatie Sociale relatie Affectieve relatie
Weber’s opvatting over menselijk handelen Bewust (rationeel): Doelbewust Waarde rationeel Onbewust (niet-rationeel): Uit gewoonte Uit emotie
Sociaal handelen: interactie Wisselwerking, wijze van wederzijdse beïnvloeding Direct: fysieke nabijheid Indirect : hulpmiddelen/tussenpersonen
Belang interactie Interactie heeft invloed op de sociale afstand tussen mensen. Door interactie komen mensen en groepen namelijk nader tot elkaar of groeien uit elkaar. Door interactie blijven verhoudingen tussen mensen en groepen bestaan of ze veranderen. Er is dus sprake van sociale processen
Sociale afstand De mate en de vorm waarin mensen bereid zijn om met mensen van andere groepen al dan niet tot (intiemere) vormen van contact te komen.
Sociaal handelen: communicatie Overdracht/uitwisseling van informatie Zender en ontvanger Zelfde betekenis hechten aan symbolen Wijze van communicatie: Verbaal: gesproken of geschreven woord Non verbaal: gebaren, gezichtsuitdrukkingen,..
Pseudo communicatie Ontvanger vat de boodschap anders op dan de zender bedoelde, zonder dat partijen zich daarvan bewust zijn
Belang communicatie Communicatie kan mensen tot groepsvorming brengen en groepen bijeenhouden.
Sociaal handelen: interactie en communicatie Interactie Communicatie - soc.handelen - soc.handelen waarneembare - inhoudelijke (interactie) beïnvloeding - middel ter beïnvloeding
Roddel (als vorm van communicatie)
Roddel (als vorm van communicatie) Functies: Versterkt groepseenheid (tov normovertreder) Verhoogt geloof in eigen waarden en normen Vorm van informele sociale controle Roddelaars kunnen zonder aanwezigheid van derde (‘slachtoffer’) zaken rustig bespreken Negatieve sanctie Roddelaar gedurende moment interessant Ontlading van frustraties
3 opvattingen over Interactie Interactie: ontstaat op basis van reeds bestaande consensus (over te verwachten gedrag) Door interactie ontstaat ‘working consensus’ agv voortdurende afstemming Interactie: ruil, uitwisseling. Mogelijke ruilrelatie ontstaat
Interactie en sociale relaties Wederzijdse instelling op elkaar Kans op sociaal zinvol handelen (interactie) Verschil affectieve relatie
Affectieve relatie Psychisch van aard Berust op genegenheid voor elkaar