Middeleeuwen De antwoorden in deze powerpoint komen van (naam en klas invullen a.u.b.)
De tijd van burchten en steden De vragen gaan over… De middeleeuwen Ook wel genoemd… De tijd van burchten en steden
31. Wanneer begint en eindigt de periode van de middeleeuwen ? Antwoord :
32. Tijdens de eerste eeuwen van de middeleeuwen heerste er chaos in Europa. Verklaar. Antwoord :
33. Welke Frankische vorst herstelde tegen het einde van de 8ste eeuw de rust ? Antwoord :
34. In de 9de eeuw werden onze gebieden geplunderd door… Antwoord :
35. Welke twee groepen hadden veel macht in de middeleeuwen ? 36. Welke mensen hoorden tot de ‘derde stand’ ? Antwoorden :
37. In welk jaar werd Karel de Grote tot keizer gekroond ? Antwoord :
38. Vlaanderen was in heel Europa bekend om ………… Antwoord :
39. Waarom was het gewone Vlaamse volk boos op de koning van Frankrijk, Filips de Schone ? Antwoord :
40. Op 11 juli 1302 vond de Guldensporenslag plaats. Wie vocht tegen wie ? Antwoord :
1. Waarom vormden mensen met eenzelfde beroep zich tot een gilde ? Antwoord :
2. Een eigen werkplaats oprichten mocht niet zomaar. Leg uit ! Antwoord :
3. Op welke plaatsen ontstonden dorpen of steden in de middeleeuwen ? Antwoord :
4. De kooplui in de dorpen vroegen aan de kasteelheer of de bisschop om eigen regels en wetten te mogen maken. Wat kreeg eigenaar van de grond in ruil voor deze ‘stadsrechten’ ? Antwoord :
5. Hoe verdienden ridders hun geld ? Antwoord :
6. De boeren werkten op het veld van de ridders. Wat kregen de boeren daarvoor in ruil ? Antwoord :
7. Wat deed de ridder om zichzelf en de boeren te beschermen ? Antwoord :
8. Wat moesten ridders goed kunnen ? Antwoord :
9. Hoe werd je ridder ? Antwoord :
10. Wat moest een ‘page’ zoal leren ? Antwoord :
11. Waaruit bestond de taak van ‘schildknaap ‘ ? Antwoord :
12. Wat is een erecode ? Hoe kan je de erecode van de ridder samenvatten ? Antwoord :
13. Leg uit : donjon kemenade Antwoorden :
14. Hoe beschermden de steden zich in de middeleeuwen ? Antwoord :
15. De ‘kermis’ kent zijn ontstaan in de middeleeuwen. Leg uit ! Antwoord :
16. Waarom was het moeilijk om te achterhalen of iemand een heks was ? Antwoord :
17. Waarom moest een heks wel heel licht zijn ? Antwoord :
18. De taak van de vrouw uit de middeleeuwen was op de eerste plaats… Antwoord :
19. Voor een kasteel was het heel belangrijk om dieren te houden en veel eten op te slaan. Waarom ? Antwoord :
20. Ieder kasteel had een kruidentuin. Ze gebruikten die kruiden bij de bereidingen van het voedsel. Maar waarvoor werden de kruiden nog gebruikt ? Antwoord :
21. Wat deden de (minder rijke)vrouwen die in een klooster woonden zoal ? Antwoord :
22. Aan het einde van de middeleeuwen werden meer en meer kloosters gesloten. Waarom ? Antwoord :
23. In het begin van de middeleeuwen waren de meeste huizen gebouwd in hout. Maar als er dan een brand ontstond had dat grote gevolgen. Verklaar ! Antwoord :
24. Als je in de middeleeuwen op straat liep, moest je, en vooral 's ochtends vroeg, heel goed opletten, en beter niet te dicht langs de huizen lopen. Hoezo ? Antwoord :
25. In de middeleeuwen waren de mensen 's nachts erg bang. Waar waren ze vooral bang voor ? Antwoord :
26. De rijkere stadsmensen hadden behalve een woonruimte ook een boudoir. Leg uit ! Antwoord :
27. Welke belangrijke taak was weggelegd voor de monniken in de middeleeuwen ? Antwoord :
28. ‘Dat is echt monnikenwerk’ is een vaak gebruikte zegswijze. Ken je de betekenis ? Antwoord :
29. Het succes van de handel hing vooral af van de kennis van de koopman. Wat was zijn taak ? Antwoord :
30. Leg uit : ‘moordgaten’ Antwoord :
Einde Groetjes van ………………………..