1 Algemene Ondernemersvaardigheden (AOV)
2 AOV Les 2 Opdracht 1 -Je leent € 6000,- tegen 4% rente gedurende 5 jaar. Bereken de rentekosten van deze geldlening.
3 AOV Les 2 Uitwerking opdracht 1: –Rentekosten = k x t x p 100 x 1 –6000 x 5 x 4 = 100 – = 100 –1200
4 AOV Les 2 Opdracht 2 -Je leent € 30,- tegen 2% gedurende 3 maanden. Bereken het totale bedrag dat je na de lening terug moet betalen (Rentekosten + geleende bedrag).
5 AOV Les 2 Uitwerking opdracht 2 –Rentekosten = k x t x p 100 x 1 –30 x 3 x 2 = 1200 – 180 = 1200 –€ 0,15 –€ 30,- + €0,15 = € 30,15
6 AOV Les 2 Opdracht 3a: -Je leent € 10000,- van 13 januari 2008 t/m 16 mei 2008 tegen 5%. Bereken de rentekosten. Tips: -1 jaar heeft 360 dagen (12 x 30) - De 1 e dag van de gehele periode tel je niet mee in je berekening, de laatste dag van de gehele periode wel.
7 AOV Les 2 Uitwerking opdracht 3a: –17 (jan) + 30 (feb) + 30 (maart) + 30 (april) + 16 (mei) = 123 dagen –Rentekosten = k x t x p 100 x 360 –10000 x 123 x 5 = = € 170,
8 AOV Les 2 Opdracht 3b: –Je leent € 10000,- van 13 januari 2008 t/m 16 mei 2008 tegen 5%. Bereken de rentekosten als je van het juiste aantal dagen uitgaat.
9 AOV Les 2 Uitwerking opdracht 3b: –(13 januari t/m 31 januari =) 18 + (1 februari t/m 29 februari) 29 + (1 maart t/m 31 maart) 31 + (1 april t/m 30 april) 30 + ( 1 mei t/m 16 mei) 16 = 124 –Rentekosten = k x t x p 100 x 366 –10000 x 124 x 5 = = € 169,
10 AOV Les 2 Opdracht 4: –Je hebt een lening van € 30000,- op 1 januari Het rentepercentage bedraagt 4%. Op 1 augustus los je € 10000,- af. Op 1 november wordt de rente verhoogd naar 4,25%. Bereken de rentekosten van 2008.
11 AOV Les 2 Uitwerking opdracht 4: € % € % 4,25%. 1 januari 7 mnd 1 augustus 3 mnd 1 november 2 mdn 31 december –Rentekosten = k x t x p 100 x 12 –Rentekosten van 1 januari – 1 augustus x 7 x 4 = = € 700, –Rentekosten van 1 augustus – 1 november x 3 x 4 = = € 200, –Rentekosten van 1 november – 31 december x 2 x 4,25= = € 141, € 700,- + € 200,- + € 141,67 = € 1041,67
12 AOV Les 2 Opdracht 5: -Je leent € 50,- gedurende 6 maanden. De rentekosten zijn € 0,50. Wat is het rentepercentage?
13 AOV Les 2 Uitwerking opdracht 5: –Rentekosten = k x t x p 100 x 12 –50 x 6 x p = € 0, –1200 x 0,50 = 50 x 6 x p –600 = 50 x 6 x p –600 = 6 x p 50 –12 = 6 x p –12 = p 6 –p = 2%
14 AOV Les 2 Kosten van Arbeid –Loonkosten (werknemers) –Gewaardeerde loon (ondernemer)
15 AOV Les 2 Betaalde loonkosten –Minimumloon –Vakantietoeslag –Premies voor sociale verzekering en loonheffing
16 AOV Les 2 Betaalde loonkosten: Minimumloon...% vakantietoeslag % Premies sociale verzekering en lhf
17 AOV Les 2 Voorbeeld 5: -Een fulltimer heeft een minimumloon van €1317,-, een vakantietoeslag van 8% en de premies voor sociale verzekeringen en loonheffing bedragen 26%. Bereken de jaarlijks betaalde loonkosten.
18 AOV Les 2 Uitwerking voorbeeld 5: ,36 (8% vakantietoeslag) ,36 369,81 (26% premies soc. verz. en loonh) , ,17 x 12 = € 21506,08
19 AOV Les 2 Voorbeeld 6: - Een parttimer werkt 31 uur (Bij een volledig dienstverband werk je 40 uur). Het minimumloon voor een 23 jarige is € 1307,-. De parttimer is 20 jaar en heeft recht op 61,5%. De vakantietoeslag is 8%. De premies voor sociale verzekering en loonheffing zijn 26%. Bereken de jaarlijkse loonkosten.
20 AOV Les 2 Uitwerking voorbeeld 6: -€ 1307, - x 0,615 = € 803,81. Bij een volledig dienstverband. Hij werkt slechts 31 uur. 31:40 = 0,775 0,775 x € 803, 81 = € 622,95
21 AOV Les 2 Vervolg uitwerking voorbeeld 6: € 622,95 Minimumloon € 49,84 +8% vakantietoeslag € 672,79 € 174,92+26% premies soc verz & lh € 847,71 Betaalde loonkosten € 847,71 x 12 = € 10172,57