Beperken van fysieke belasting bij het hanteren van lasten Deze presentatie behandelt het begrip fysieke belasting. Vooral de mogelijkheden om de fysieke belasting te beperken bij het hanteren van lasten komen aan bod. Onder dat laatste wordt concreet verstaan het tillen, dragen, duwen en trekken.
OPBOUW PRESENTATIE begripsbepaling NIOSH-formule condities en maatregelen haalbaarheid Bij deze presentatie komen achtereenvolgens aan bod: Begripsbepaling – Het begrip fysieke belasting. Dynamische en statische belasting worden onderscheiden. Alleen het eerste van deze twee begrippen wordt in het kader van deze presentatie nader uitgewerkt. De NIOSH-formule – Aan de hand daarvan kunnen grenswaarden voor (gezond) tillen worden berekend. Condities en maatregelen – Voor afzonderlijke aspecten van het tilsituaties worden telkens de optimale condities en eventuele oplossingsmaatregelen besproken. Haalbaarheid – Voor gekozen oplossingsmaatregelen geeft dit onderdeel van de presentatie aan op welke manier men de haalbaarheid vaststelt.
1. BEGRIPSBEPALING dynamische belasting statische belasting N.B. hier alleen dynamische belasting, bijv.: tillen dragen duwen trekken Fysieke belasting: begripsbepaling Leven zonder fysieke belasting is onmogelijk. Fysieke belasting treedt op als gevolg van lichamelijke inspanning van het lichaam. Bij zogenaamde dynamische belasting is dat het meest duidelijk omdat de spieren daarbij in beweging zijn, zoals bij lopen, fietsen, maar ook stapelen, inpakken en allerlei vormen van bijvoorbeeld tillen, dragen, duwen en trekken. Dynamische, fysieke belasting is het onderwerp van deze presentatie. Dat neemt echter niet weg dat er ook andere vormen van fysieke belasting zijn, de zogenaamde statische belasting. De spieren houden in die gevallen een lichaamshouding in stand, zoals bij zitten of staan. Ze zijn weliswaar gespannen, maar dat is pas te merken op de lange duur in de vorm van bijvoorbeeld rugpijn of nekpijn. Op statische belasting gaat deze presentatie niet in. Zoals bekend komen rugklachten als gevolg van fysieke belasting veel voor. Daarnaast moeten vaak spieren of pezen het ontgelden. De meest kwetsbare plaatsen van pezen zijn de aanhechting aan het bot, en plaatsen waar de pees dicht langs ander weefsel loopt zoals bij de schouders en de polsen. Ook peesscheden: tunnels waarin een pees loopt (vooral in de handen) en slijmbeurzen (in schouders, knieën en ellebogen) die als wrijfpunt bij gewrichten dienen, zijn kwetsbaar. Enige fysieke belasting is natuurlijk gezond, zowel binnen als buiten het werk. Werkzaamheden brengen echter vaak fysieke overbelasting met zich mee. Spieren kunnen daardoor worden beschadigd, maar ook de lichaamsdelen waarop de krachten worden overgebracht, te weten: pezen, peesscheden, gewrichtskapsels, rugwervels en tussenwervelschijven. En juist van die andere lichaamsdelen is bekend dat na beschadiging ervan het herstel uiterst moeizaam verloopt.
2. NIOSH-FORMULE (1) Algemeen aanvaarde methode ter bepaling van: RWL = Aanbevolen maximaal tilgewicht LI = tilindex 2. NIOSH-formule (1/3) Het Amerikaanse nationale instituut voor veiligheid en gezondheid op het werk (NIOSH) heeft een methode ontwikkeld om grenswaarden voor tilgewichten te berekenen. Die methode, ook wel aangeduid als NIOSH-formule of NIOSH-methode, is algemeen bekend en wordt onder andere aanbevolen door de Gezondheidsraad. Uit de NIOSH-formule volgt een aanbevolen maximaal tilgewicht van 23 kilogram. Dat gewicht is alleen van toepassing op situaties waar ‘volgens het boekje’ wordt getild: de last bevindt zich binnen armlengte, boven kniehoogte en onder borsthoogte en niet naast de persoon. Afhankelijk van de situatie moeten dus correctiefactoren worden toegepast op de last, zowel bij het begin als het einde van de tilhandeling. Na verrekening van die correcties verkrijgt men het maximaal aanvaardbare tilgewicht. In het Engels afgekort als RWL, Recommended Weight Limit. Tenslotte geeft de formule de Lifting-Index (LI), ofwel: de Til-Index: de verhouding tussen het te tillen gewicht en het aanbevolen maximale gewicht, waarbij rekening wordt gehouden met de kenmerken van de tiltaak.
2. NIOSH-FORMULE (2) Beoordeling tilsituatie: horizontale factor verticale factor verplaatsing tilfrequentie duur contact met de last Voor het bepalen van het aanbevolen maximale tilgewicht moet een aantal factoren worden berekend. In het algemeen geldt: hoe meer het aspect een optimale situatie benadert, hoe hoger de waarde van de factor (tot maximaal 1). Horizontale factor (Hf) Deze factor hangt af van de horizontale afstand (H) van het middelpunt tussen de enkels tot de handen bij het begin en einde van de tilhandeling. De grenzen voor de horizontale afstand zijn < 25 cm en > 63 cm. De meeste lasten dichterbij dan 25 cm, kunnen niet getild worden zonder hinder van het lichaam (Hf blijft 1). Verticale factor (Vf) Dit is afhankelijk van de verticale afstand (V) van de vloer tot de handen bij het begin en einde van de tilhandeling. De grenzen voor de verticale afstand zijn < 0 cm en > 175 cm. (Vf wordt in beide gevallen 0.) Verplaatsingsfactor (Df) Deze factor correspondeert met de afstand die verticaal wordt afgelegd tussen het begin en het einde van de tilhandeling. Asymmetriefactor (Af) Deze factor volgt uit de hoek (A) die de last maakt ten opzichte van de lijn haaks op de lijn tussen de voeten aan het begin en aan het einde van de tilhandeling. Frequentiefactor (Ff) Deze factor is afhankelijk van het aantal maal tillen per minuut, de duur van de tilarbeid en de verticale positie van de last. Contactfactor (Cf) In deze factor wordt de aard van het contact met de last tot uitdrukking gebracht.
2. NIOSH-FORMULE (3) Bepaling RWL en LI RWL = 23 x Hf x Vf x Df x Af x Ff x Cf LI = m / RWL (RWL = recommended weight limit) (LI = Lifting Index; m = massa (“gewicht”)) De Til-Index is een schatting van de fysieke belasting die verband houdt met de tiltaak. De Til-Index is de verhouding tussen het te tillen gewicht en het aanbevolen maximale tilgewicht. Tiltaken met een TI groter dan 1 betekenen een verhoogd risico voor een groot deel van de beroepsbevolking.
3. CONDITIES EN MAATREGELEN (1) Uitgesplitst naar aspect: gewicht werkhouding en werkplek frequentie en duur kenmerken last individuen omgeving De sheets die volgen (met deze mee 7 sheets) noemen achtereenvolgens voor een aantal aspecten van fysieke belasting de optimale condities evenals suggesties voor oplossingsmaatregelen. De volgorde van de aspecten komt overeen met de paragraafindeling van de checklist.
3. CONDITIES EN MAATREGELEN (2) Gewicht van de last optimale condities: gewicht zo laag mogelijk maatregelen: met meerdere personen tillen andere verpakkingsvorm staand i.p.v. zittend tillen verkleinen verplaatsingsafstand Gewicht van de last Hoe lager het gewicht, hoe minder de fysieke belasting. Uit de NIOSH-formule volgt dat onder ideale omstandigheden een gewicht tot 23 kg acceptabel is indien de last staand wordt getild. Voor zittend werk geldt een grenswaarde van 4,5 kg.
3. CONDITIES EN MAATREGELEN (3) Werkhouding en werkplek optimale condities: last beneden schouderhoogte last boven halverwege bovenbeen last zonder draaien te hanteren maatregelen: ondergrond op hoogte brengen opslagmogelijkheden aanpassen mechanische hulpmiddelen gebruiken Werkhouding en werkplek De werkhouding is optimaal als de last zich zo dicht mogelijk bij de persoon in kwestie bevindt. Om zeker te stellen dat deze ook zoveel mogelijk rechtop staat (in verband met de belasting van de rug en de schouders) is ook van belang dat de last wordt vastgepakt of –gehouden op een hoogte tussen de bovenste helft van het bovenbeen en de schouders. Ook moet het draaien van het bovenlichaam bij het tillen zoveel mogelijk worden voorkomen. Maatregelen die ten goede komen aan de werkhouding bij het tillen, kunnen in het algemeen worden gezocht in het in hoogte brengen van de ondergrond of het in hoogte instelbaar maken daarvan.
3. CONDITIES EN MAATREGELEN (4) Frequentie en duur optimale condities: eenmalig of enkele malen per dag tillen zo kort mogelijk maatregelen: taakroulatie toepassen korte en frequente pauzes inlassen beperken benodigd aantal handelingen Frequentie en duur Werknemers zouden zoveel mogelijk hun houding moeten variëren zodat relatief veel spiergroepen achtereenvolgens geactiveerd worden. Ook moet de intensiteit van het werk variëren, vooral bij tillen. Dit komt ook het herstel van spieren en andere lichaamsdelen ten goede. Maatregelen liggen dan ook in de sfeer van de beperking van het totaal aantal handelingen, taakroulatie en pauzeregelingen.
3. CONDITIES EN MAATREGELEN (5) Kenmerken van de last optimale condities: beperkte omvang hanteerbaar stabiel, in evenwicht maatregelen: voorzien van handvatten goed passende handschoenen gebruiken Kenmerken van de last Het gewicht van een last, maar ook de omvang, het materiaal of de vorm, kan van invloed zijn op het risico van gezondheidsschade of verwonding. Handvatten kunnen goede diensten bewijzen. Wel dienen die zo bevestigd te zijn dat ze een neutrale positie van de armen en polsen mogelijk maken zonder deze af te knellen.
3. CONDITIES EN MAATREGELEN (6) Individuen optimale condities: goed getraind, gezond geïnstrueerd over tiltechniek maatregelen: voorlichting verzorgen klachten serieus nemen Individuen Een van de belangrijkste zaken bij tilhandelingen is dat de werknemer op een goede manier met zijn krachten omspringt. Het gaat dan zowel om een gunstige verdeling van zijn krachten over een dag. als om het hanteren van de juiste tiltechniek.
3. CONDITIES EN MAATREGELEN (7) Omgeving optimale condities: werkplek goed verlicht gematigde temperatuur stabiele en stroeve ondergrond maatregelen: werkplek schoon houden obstakels verwijderen Omgeving Als de omgevingsfactoren, zoals verlichting, klimaat en geluid, niet in orde zijn, kan dit een verzwaring betekenen van de ervaren fysieke belasting.
4. HAALBAARHEID Zijn de maatregelen haalbaar? technische haalbaarheid operationele haalbaarheid economische haalbaarheid Voor geselecteerde maatregelen is altijd van belang dat bepaald wordt in hoeverre die haalbaar zijn. Er wordt in dit verband een onderscheid gemaakt in technische, operationele en economische haalbaarheid. Technische haalbaarheid, bijvoorbeeld: Correspondeert de maatregel met de algemene stand van de techniek? Correspondeert de maatregel met de stand van de techniek in de branche? Operationele haalbaarheid, bijvoorbeeld: Is de maatregel al dan niet bedreigend voor werknemers? Is de maatregel van invloed op de productiecapaciteit? Economische haalbaarheid, bijvoorbeeld: Vormt de hoogte van de kostprijs van de maatregel een probleem? Zou de investering een aanzienlijke verstoring betekenen van de concurrentieverhoudingen?