1.5 De snelheid van een reactie

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Uitwisseling van stoffen
Advertisements

Energie Reactiesnelheid Chemisch evenwicht
CHEMISCH EVENWICHT.
Soorten evenwichten 5 Havo.
Materialen en moleculen
Enzymen Hoofdstuk 6.
Spectral Analysis of the Chandra Comet Survey
Natuurkunde V6: M.Prickaerts
Wijziging planning Vandaag korte uitleg over 3.6/3.7, Powerpoint staat bij downloads. Vandaag zelf practicum 3.10 uitvoeren na uitleg Woensdag SO reactievergelijkingen,
Enzymen I Eiwitten maken voor meer dan 50% uit van het gewicht aan drooggewicht van de meeste cellen. Meest belangrijke eiwitten zijn enzymen Enzymen.
Reactiesnelheid (191) Snelle en trage reacties Stofexplosies
Chemical equilibrium Hoofdstuk 13 Cristy, Corine, Paul, Wouter
Moleculen en atomen Hoofdstuk 7.
Diffusie, osmose en plasmolyse.
Verdampen.
Chemische reacties: algemeen kenmerk
EVENWICHTEN STATISCH EVENWICHT DYNAMISCH EVENWICHT
DEELBAARHEID Een stof kan in kleinere deeltjes gesplitst worden.
Waarom enzymen? Hun werking
3.5 Kloppen de alcoholpercentages op de verpakkingen?
Stoffentransport tussen cellen en hun omgeving
mol molariteit percentage promillage ppm
Stoffen, moleculen en atomen
Scheikunde DE MOL.
Samenvatting Hoofdstuk 3
Reactiesnelheid 1 4 Havo/VWO.
Reactiesnelheid Evenwichten
Hoofdstuk 2 Samenvatting
Transport van warmte-energie
enzymen: katalysator Enzymen
V5 Chemische evenwicht H11.
Deeltjestheorie en straling
3T Nask2 4 nieuwe stoffen maken
5.3 Veiligheid in het verkeer
Evenwichtsvoorwaarde = Kev
Chemische reacties: algemeen kenmerk
Veilig bewegen in het verkeer!
HISPARC NAHSA Interactie van geladen deeltjes met stoffen Inleiding Leegte GROOT en klein.
pijl rechts volgende; pijl links vorige
STOFFEN – HET MOLECUULMODEL
Enzymen Enzymen: Zijn biokatalysatoren Versnellen reacties
1.4 Chemische reacties.
Reactiemechanismen.
Scheikunde leerjaar 2.
Conceptversie.
Universiteit Leiden, Opleiding Natuur- en Sterrenkunde Botsingen.
Samenvatting Conceptversie.
Universiteit Leiden, Opleiding Natuur- en Sterrenkunde Microscopische beschrijving van transportverschijnselen Hoe hangen de transportco ëfficiënten af.
Energie De lading van een atoom.
ZOUTEN METALEN MOLECULAIRE STOFFEN HAVO 4 - BRP.
Thema 2 Cellen § 2.4 Opname en afgifte van stoffen tussen cellen en het uit- of inwendig milieu.
Enzymen Hoofdstuk 6.
HO13 Chemisch evenwicht College 5a, ACH21 (HO13a) Eddy van der Linden.
Quiz De isochore gaswet. 1) Wat zijn de 4 toestandsgrootheden van een gas? Druk Temperatuur Volume Aantal deeltjes Druk Tijd Snelheid Grootte Pascal Kelvin.
Molariteit Molariteit concentratie van stof X [X] = Eenheid molair M
Basisstof 2 Enzymen Chemische reacties verlopen traag Bij een hogere temperatuur - bewegen de moleculen sneller - daardoor botsen ze harder op elkaar -
Quiz Het ideaal gas en de toestandsgrootheden van een gas.
3.5 van reactieschema naar Reactievergelijking
Stoffen transport tussen cellen en hun omgeving.
Reactiemechanismen Reactie verloop via een aantal stappen
Diffusie § 10.2 pg 98.
Basisstof 2 Enzymen Chemische reacties verlopen traag
Enzymen Hoofdstuk 6.
Scheikunde leerjaar 2.
Hoe snel is geluid? Aan het einde van de les moet je in staat zijn om:
H7 Materie §2 Het deeltjesmodel
Zouten 6.4.
Hoe snel is geluid? Aan het einde van de les moet je in staat zijn om:
Wat is mol??? Rekenen aan de deeltjes. Meten aan stoffen Grootheden en eenheden Grootheid = wat we meten, de elektrische energie die we gebruiken. Eenheid.
3.2 Kenmerken van een chemische reactie
Transcript van de presentatie:

1.5 De snelheid van een reactie

Reactietijd De tijd die nodig is om een reactie helemaal te laten verlopen

Reactiesnelheid De hoeveelheid stof die per seconde en per liter reactiemengsel ontstaat of verdwijnt. Eenheid: mol.l-1.s-1

Factoren die de reactiesnelheid beïnvloeden 1. Verdelingsgraad stofexplosie 2. Concentratie 3. Temperatuur 4. Soort stof 5. Katalysator (biologie: enzym) reactiesnelheid video

Het botsende deeltjes model

Reactie voorwaarden Als twee stoffen met elkaar reageren moeten de moleculen van die stoffen elkaar tegenkomen. Niet iedere botsing zal leiden tot een reactie. Als een botsing effectief is, dan zal er een verandering optreden en vindt er dus wel een reactie plaats

Het botsingsmodel Effectieve botsing met effect

Hoe meer deeltjes er botsen, hoe meer botsingen effectief zullen zijn. Hoe harder deeltjes botsen, hoe effectiever de botsingen zullen zijn.

1. Verdelingsgraad Hoe fijner de stof verdeeld, hoe groter het oppervlak om te botsen, hoe groter de kans op botsen, hoe groter de kans op effectieve botsingen, hoe hoger de reactiesnelheid

2. Concentratie Hoe hoger de concentratie, hoe groter het aantal deeltjes, hoe groter de kans op botsen, hoe groter de kans op effectieve botsingen, hoe groter de reactiesnelheid

3. Temperatuur Hoe hoger de temperatuur, hoe sneller de deeltjes bewegen, hoe groter de kans op botsen, hoe groter de kans op effectieve botsingen, hoe groter de reactiesnelheid

4. Soort stof Geen uitleg voor.

5. Katalysator Geactiveerde toestand Eact beginstoffen Met katalysator eindstoffen Een katalysator verlaagt de activeringsenergie.