Wat maakt het wennen aan een pleegbroer of zus voor ‘eigen kinderen’ ingewikkeld? Kirti Zeijlmans MSc Rijksuniversiteit Groningen Voor meer informatie: k.zeijlmans@rug.nl I IJsbreker: start met een sterk verhaal N Nut: wat is de bedoeling van de presentatie en waarom is het belangrijk voor het publiek? T Tijd: Hoe lang ga je spreken?
Inhoud Wat zijn ‘eigen kinderen’? Waarom zijn eigen kinderen zo belangrijk? Wat vertelden de eigen kinderen ons? Wat maakt het wennen aan een pleegbroer of zus voor ‘eigen kinderen’ ingewikkeld?
Wat zijn ‘eigen kinderen’? Biologische kinderen? Kinderen die ‘eigen’ voelen? Kinderen van pleegouders? Thuiswonend? Volwassenen?
Waarom zijn eigen kinderen belangrijk? Impact op het dagelijks leven Vergeet de risk die pleegouders nemen niet!! Eigen kinderen in praktijk, onderzoek en beleid belangrijk!
Waarom zijn eigen kinderen belangrijk? Impact op het dagelijks leven Actieve deelname aan pleegzorgproces Vergeet de risk die pleegouders nemen niet!! Eigen kinderen in praktijk, onderzoek en beleid belangrijk!
Waarom zijn eigen kinderen belangrijk? Impact op het dagelijks leven Actieve deelname aan pleegzorgproces Invloed op de uitkomsten
Wat vertelden de eigen kinderen ons? Opzet onderzoek Resultaten Conclusie
Opzet onderzoek ‘Wennen in een pleeggezin’ Interviews met: 30 pleegkinderen 30 pleegouders 30 ‘eigen kinderen’ 10 biologische ouders Mogelijk gemaakt door: Stichting Kinderpostzegels Nederland
Opzet onderzoek ‘Wennen in een pleeggezin’ Interviews met: 30 pleegkinderen 30 pleegouders 30 ‘eigen kinderen’ 10 biologische ouders Mogelijk gemaakt door: Stichting Kinderpostzegels Nederland
Opzet onderzoek Uit bestandspleegzorg Langdurige opvang Interviews met 30 ‘eigen kinderen’ Uit bestandspleegzorg Langdurige opvang 15 jongens en 15 meisjes Leeftijd tussen de 7 en 21 Verder zeer divers in ervaring en beleving
Opzet onderzoek
Resultaten Voor de plaatsing Wenperiode – veranderingen Wenperiode – emoties
Resultaten Voor de plaatsing Wenperiode – veranderingen Wenperiode – emoties “Meer kinderen om je heen. Altijd wel wat te doen. Altijd wel wat te kletsen. Altijd druk aan tafel.” - Jongen van 17 -
Resultaten Voor de plaatsing Wenperiode – veranderingen Wenperiode – emoties “Gewoon van… dan is het hier weer druk en mijn ouders denken dan weer niet aan zichzelf, maar uiteindelijke kwam het allemaal wel goed.” - Jongen van 13 - Eigen kinderen nauwelijks betrokken, maar vinden wel een hoop. Ambivalent, zowel negatief en positief. Positief omdat het heel erg leuk vinden, hopen op een leuk broertje of zusje, denken goed te kunnen helpen Negatief omdat ze niet weten wat ze kunnen verwachten Kinderen een wait-and-see attitude, weten niet wat er gaat gebeuren. Kunnen ook niet goed inschatten, pas achteraf konden ze bedenken wat ze nog wilden weten. Negatieve informatie zorgde wel voor een beter voorbereid gevoel, maar over het algemeen ook grote toename in negatief gevoel ten opzichte van plaatsing.
Resultaten Voor de plaatsing Wenperiode – veranderingen Wenperiode – emoties “Als we nasi eten, dan doen we weleens kroepoek gebruiken als lepel. Als er een pleegkind komt, dan mag dat niet meer, omdat dat dan het slechte voorbeeld zou zijn.” - Meisje van 17 - And then the child entered the family. This inevitably leads to changes, because there is an extra, in the beginning even an unknown, new presence in the family. For some children it was just that: a new presence and nothing more. Some children had other foster siblings before, so in their eyes nothing really was new or changed. These new children just are part of the routine. But, for the most children, the changes were noticeable. They told us that things changed in the attention and affection they received from their parents or in the rules and routines. Furthermore a lot of them could name small but concrete examples of changes, such as a different place at the dinner table or more choirs in the house.
Resultaten Voor de plaatsing Wenperiode – veranderingen Wenperiode – emoties “Nou het was een klein baby’tje. En dan zo één voor allen, allen voor één. Ik was gewoon trots dat ik haar broer mocht zijn!” - Jongen van 9 -
Resultaten Voor de plaatsing Wenperiode – veranderingen Wenperiode – emoties “Dat ik dan denk dat ze echt héél héél erg mij gaat vergeten. Dat ze alleen maar gaat denken aan die twee kinderen. Dat ze niet meer aan mij gaat denken.” - Meisje van 7 -
Resultaten Voor de plaatsing Wenperiode – veranderingen Wenperiode – emoties “Eigenlijk wil je dan uit je primaire reactie iets… soort woede of frustratie komt dan even in je boven. Je denkt, je kan het toch gewoon zeggen… maar zij weet dat niet, dus dan slik je het in.” - Jongen van 19 -
Complexe vraagstukken Mag ik blij zijn met hem als pleegbroer, terwijl het voor hem heel verdrietig is dat hij hier moet wonen?
Complexe vraagstukken Mag ik blij zijn met hem als pleegbroer, terwijl het voor hem heel verdrietig is dat hij hier moet wonen? Mag ik boos zijn dat hij meer aandacht krijgt van mijn ouders, want ik zie ook dat hij het duidelijk meer nodig heeft?
Complexe vraagstukken Mag ik blij zijn met hem als pleegbroer, terwijl het voor hem heel verdrietig is dat hij hier moet wonen? Mag ik boos zijn dat hij meer aandacht krijgt van mijn ouders, want ik zie ook dat hij het duidelijk meer nodig heeft? Is het niet onterecht dat ik jaloers ben? Ze krijgt zo’n mooi cadeautje van haar ouders, maar ondanks dat heb ik veel meer geluk in mijn leven.
Emotiestrategieën Emoties delen “Tegen mijn ouders denk ik wel. En met mijn vrienden natuurlijk. Maar ik weet niet of ik het tegen Naomi… volgens mij niet openlijk.” - Jongen van 18 -
Emotiestrategieën Emoties verbergen en zichzelf troosten “Meestal ga ik dan iets voor mezelf doen. Of tekenen of ergens aan werken. Dan gaat het meestal wel over” - Meisje van 10 -
Emotiestrategieën Ongecontroleerd emoties uiten “Nou nee, dat hoefde mijn moeder niet te zien. Alleen dat was niet zo makkelijk te verbergen.” - Meisje van 16 -
Conclusie Eigen kinderen …moeten ook wennen …zijn bereid zich in te zetten MAAR komen complexe vraagstukken tegen Over het algemeen kunnen ze daar prima mee omgaan…
Wat maakt het wennen aan een pleegbroer of zus voor ‘eigen kinderen’ ingewikkeld? De wenperiode kan een verwarrende of zelfs lastige periode zijn voor eigen kinderen van pleegouders. De meeste eigen kinderen kunnen hier goed mee omgaan, maar het is belangrijk dat zij zich begrepen en gehoord voelen. Dat is waarom ik denk dat eigen kinderen onze tijd en onze aandacht verdienen.
De wenperiode kan een verwarrende of zelfs lastige periode zijn voor eigen kinderen van pleegouders. De meeste eigen kinderen kunnen hier goed mee omgaan, maar het is belangrijk dat zij zich begrepen en gehoord voelen. Dat is waarom ik denk dat eigen kinderen onze tijd en aandacht verdienen. Voor meer informatie: k.zeijlmans@rug.nl