Aandachtspunten Regelavond SEPTEMBER 2008 Marco van den Berg Scheidsrechterscommissie SBN
Waarom zijn er regels? Voor de veiligheid van beide spelers Voor een eerlijke uitslag Om er samen met de spelers een aantrekkelijke wedstrijd voor het publiek van te maken. Als je de regels snapt en toepast gaat je spel er op vooruit.
Verantwoordeljkheden De volledige regels lezen, begrijpen en er naar handelen. Op tijd zijn, sportief en eerlijk spelen. Eigen fouten aangeven. Tegenstander niet in gevaar brengen. Geen ruzie maken met de tegenstander, niet met het publiek en zeker niet met de scheidsrechter.
Puntentelling ERE divisie Dames en Heren : Point to rally tot 11. * bij 10-10 wordt de eerste keer geroepen: - “tie break …. Player to win bij two clear points” - bij de tweede en volgende keren allen “tie break” Reguliere competitie: * normale puntentelling tot 9. Als de serveerder de rally wint krijgt hij een punt. Als de serveerder de rally wint word hij de serveerder. * bij 8-8 moet de ontvanger kiezen om tot 9 of 10 te spelen.
Warming up Voordat een wedstrijd start kunnen beide spelers een warming up doen van 5 minuten. Na 2 ½ minuut word er gewisseld van speelhelft. Na een kapotte bal mogen de spelers de bal opwarmen tot speelcondities.
Continuïteit van het spel Het spel dient zoveel mogelijk continue te zijn. Tussen games mag maximaal 90 seconden rust genomen worden. De bal blijft op de baan. Als een object op de baan valt stopt het spel direct. Als het object (anders dan het racket) van een speler is verliest die de rally. Is het object van geen van beide spelers, wordt er een let gespeeld. Als je het racket laat vallen gaat de rally gewoon door. Voorbeelden van tijd rekken zijn: 12x stuiteren voor de service, veters strikken op de baan, onnodig in discussie gaan, bal wegschoppen of uit de baan slaan.
HINDER Hinder van je tegenstander ondervindt je op de squashbaan op verschillende manieren zoals Lichamelijk contact Je tegenstander raken met je racket Je tegenstander raken met de bal
HINDER De tegenstander moet na zijn slag altijd zo van de bal weg bewegen dat de speler vrije toegang tot de bal heeft en de bal op elk punt op de voormuur kan plaatsen. Als de speler deze hinder accepteert, dan mag hij later daar niet over reclameren Als de speler de hinder niet accepteert, stopt hij het spel en vraagt naar een beslissing
HINDER Als je behoorlijke hinder ondervindt moet je onmiddellijk stoppen en de scheidsrechter naar een beslissing vragen. Als je maar weinig hinder ondervindt moet je doorspelen, want als je dan stopt beslist de scheidsrechter in je nadeel. Je had gewoon de bal moeten spelen
HINDER De scheidsrechter moet bij hinder beslissen of de speler de rally; Wint. De scheidsrechter roept STROKE. Opnieuw moet spelen. Dit heet een LET Verliest. Dit heet dan NO LET De beslissing van de scheidsrechter kan en mag niet aangevochten worden
HINDER De scheidsrechter neemt bij zijn beslissing altijd de volgende punten in acht: 1. Was er hinder? Nee dan NO LET Ja dan naar 2 2. Weinig hinder? Nee dan NO LET Veel hinder? Dan naar 3. 3. Voldoende poging ondernomen om de bal te halen en kon hij de bal goed slaan? Nee dan NO LET Ja dan naar 4 4. Ging de speler daarna door, zodat er geen hinder meer was? Ja dan NO LET anders ga naar 5.
HINDER 5. Deed de tegenstander alle moeite om uit de weg te gaan? Nee dan STROKE Ja dan naar 6. 6. Kon de speler de bal zonder gevaar slaan? Ja dan naar 7. 7. Kon de speler een winnende bal slaan? Ja dan STROKE Nee dan LET Note: zeker op recreatief en laag competitie niveau moet veiligheid op de baan zwaarder wegen dan een spelregeltechnische beslissing. Ma.w. men dient niet te snel een no let te geven.
NO LET, LET OF STROKE ? Bal komt van de voormuur en de speler wil de bal slaan Trek lijnen vanuit A naar de voormuur en kijk of B in deze driehoek staat B A A
NO LET, LET OF STROKE ? Bal komt van de voormuur en de speler wil de bal slaan, maar B beweegt op tijd weg Trek lijnen vanuit A naar de voormuur en kijk waar B t.o.v. deze driehoek staat B A A
NO LET, LET OF STROKE ? Bal komt van de voormuur dan tegen de achtermuur en de speler wil de bal slaan Trek lijnen vanuit A naar de voormuur en kijk of B in deze driehoek staat B A A
NO LET, LET OF STROKE ? Bal komt van de voormuur dan tegen de zijmuur en achtermuur en de speler wil de bal slaan Trek lijnen vanuit A naar de voormuur en kijk of B in deze driehoek staat B A A
NO LET, LET OF STROKE ? Tegenstander B blijft hangen nadat hij geslagen heeft, speler A komt in en B staat in de weg A kan niet slaan omdat B in de weg staat B A A
NO LET, LET OF STROKE ? Tegenstander B blijft hangen nadat hij geslagen heeft, speler A komt in en B staat in de weg A kan niet slaan omdat B in de weg staat, de bal is bij B: A A B
NO LET, LET OF STROKE ? Tegenstander B blijft hangen nadat hij geslagen heeft, speler A komt in en B staat in de weg A kan niet slaan omdat B in de weg staat, de bal is ver weg van B: A A B Ga in een rechte lijn naar de bal
NO LET, LET OF STROKE ? Speler A denkt dat tegenstander B een dropshot gaat geven en loopt al naar voren B geeft een drive en A heeft dan op weg naar de bal last van B B A A Ga in een rechte lijn naar de bal
Turning (Regel 9) Als de speler zich heeft omgedraaid om de bal te volgen of indien de bal achter de speler is omgegaan - in beide gevallen slaat hij de bal rechts van het lichaam nadat de bal links was voorbijgekomen (of vice-versa) - dan heeft de speler aan slag een "TURNING" uitgevoerd (zich omdraaien). Wanneer een tegenspeler geraakt wordt met de bal nadat de speler aan slag zich omdraaide, dan gaat de rally naar de tegenspeler. Wanneer de speler aan slag, tijdens het omdraaien, stopt omdat hij bang is zijn tegenspeler te raken, wordt een let gespeeld. Dit wordt aangeraden wanneer een speler zich wil omdraaien maar onzeker is over de positie van zijn tegen-speler. Note: het is niet verboden door te spelen na een turning situatie, zolang dat geen gevaar oplevert voor de tegenstander.
TURNING Als de bal achterlangs om speler A heengaat B A
“PHYSICAL” TURNING Speler A laat de bal passeren en bij terugkomst van de achterwand wisselt hij de stand van het racket van links naar rechts (of andersom) B A A
“SHAPING” TO THE BALL Als speler A de bal eerst met de forehand wil spelen en naar de bal reikt, maar dan besluit met de backhand te spelen. (of van backhand naar forehand) B A A
BAL RAAKT TEGENSTANDER Als de bal de tegenstander raakt vóórdat de bal de voormuur raakt , stopt het spel De scheidsrechter roept dan not up De scheidsrechter beoordeelt dan hoe de bal de weg vervolgd zou hebben in het geval deze de tegenstander niet geraakt zou hebben. De speler dient te worden gewaarschuwd dat doorspelen gevaar voor de tegenspeler oplevert en kan volgens regel 17 worden bestraft.
BAL RAAKT TEGENSTANDER Als de bal richting voormuur gaat en deze ook gehaald zou hebben: B A
BAL RAAKT TEGENSTANDER Als de bal richting zijmuur gaat en dan ook nog de voormuur gehaald zou hebben: B A
BAL RAAKT TEGENSTANDER Als de bal richting zijmuur gaat maar niet de voormuur gehaald zou hebben: ▼ B A
Bloeden, blessure of ziekte (regel 16) Bij 1e keer bloed: stop het spel. De speler mag de wond verzorgen en terugkeren op de baan, met de wond gestelpt. De scheidsrechter bepaalt hoe lang dit mag zijn. 2e keer bloed: stop het spel De game gaat naar de tegenstander. 90 seconden rust voor de volgende game. Als het niet te stelpen is na 90 seconden; match voor de tegenstander.
Bloeden, blessure of ziekte (regel 16) Zelf veroorzaakt: stop het spel. De speler krijgt 3 minuten om te herstellen. Langer dan 3 minuten nodig: de game gaat naar de tegenstander. 90 seconden rust voor de volgende game. Samen veroorzaakt: stop het spel. De speler krijgt 1 uur om te herstellen. Langer dan een uur nodig: de scheidsrechter raadpleegt de wedstrijdleiding. Door tegenstander veroorzaakt: stop het spel. Als de speler niet meer verder kan spelen, wint de speler de match.
Bloeden, blessure of ziekte (regel 16) Een speler die ziek is moet Verder spelen, of Een game afstaan en de 90 seconden rust gebruiken om te herstellen. Krampen, misselijkheid en ademloosheid worden gezien als ziekten. Indien een speler overgeeft op de baan, wint de tegenstander de wedstrijd. 6/6
Gedrag op de baan (regel 17) Wanneer de scheidsrechter de overtuiging heeft dat het gedrag van een speler spelverstorend is dan wel intimiderend of agressief naar de tegenstander, de official of toeschouwer, of op een andere wijze het spel in diskrediet brengt, zal de scheidsrechter de speler bestraffen. Er worden 4 hoofdcategorieën onderscheiden: - verbaal geweld (schreeuwen, schelden, vloeken etc.) - misbruik van uitrusting (racket, baan, eigen lichaam etc.) - tijdrekken en te laat verschijnen - onnodig fysiek geweld (in de rug lopen etc.)
Vervolg gedrag op de baan De scheidsrechter zal bij herhaalde overtredingen (per categorie) steeds zwaardere straffen opleggen. Bob vloekt: Conduct warning voor Bob wegens vloeken. Bob vloekt weer: Conduct stroke voor Bob Bob slaat racket kapot: Conduct warning voor Bob wegens misbruik uitrusting. Bob vloekt weer: Conduct game voor Bob wegens vloeken Bob vloekt weer: Conduct match voor Marco wegens vloeken van Bob, de wedstrijd wordt gestaakt en toegekend aan Marco. Note: wanneer de overtredingen van een speler dusdanig excessief zijn kan de scheidsrechter stappen overslaan. hij hoeft zich dus niet aan het stappenplan te houden. Dit geld met name voor het “F” woord e het uitschelden van de scheidsrechter.