Nauwkeurigheid bij Practica

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Afronden bij natuurkunde
Advertisements

GfK Supermarktkengetallen
Natuurkunde H4: M.Prickaerts
De natuurwetenschappelijke methode
NASK – WAARNEMEN VS METEN EN MEETONNAUWKEURIGHEID
NASK – WAARNEMEN VS METEN EN MEETONNAUWKEURIGHEID
Fasen van onderzoek Onderzoeksplan bureauwerk Dataverzameling
Bodemdaling NW Friesland
Een manier om problemen aan te pakken
Meten en experimenteren
NATUURKUNDE DI. 16 NOV.’10 LES 8 AFRONDING H3.
Significante cijfers: (s.c.)
Samenvatting Newton H2(elektr.)
Waarnemen Realiseren Begrijpen Plannen leerlingen docenten ouders
Geautomatiseerd meten
Kwaliteit van meetinstrumenten
Nooit meer onnodig groen? Luuk Misdom, IT&T
Connector C Certificatie
Studiedag ‘Diversifiëren van evaluatiemethoden’ 5 juni 2008
Algebra en tellen Subdomein B1: Rekenen en algebra
De elasticiteitsmodulus van koper
Xxxxxxxxxxxxxxx 4/4/2017 Inleiding onderzoeksleer Helleke Hendriks docent werktuigbouwkunde voormalig productonderzoeker bij Consumentenbond xxxxxxxxxxxxx.
vwo A Samenvatting Hoofdstuk 9
Metingen met spreiding
1212 /n Korte herhaling van vorige keer Vermelding van meetresultaten zonder nauwkeurigheid is uit den boze ! Conclusies trekken zonder betrouwbaarheids-intervallen.
Algemene formule gemeten zijn berekend wordt vraag: wat is ? antwoord:
Wat levert de tweede pensioenpijler op voor het personeelslid? 1 Enkele simulaties op basis van de weddeschaal B1-B3.
Schuifmaat.
Waardoor onnauwkeurigheid?
NASK – WAARNEMEN VS METEN EN MEETONNAUWKEURIGHEID
Hoofdstuk 16 De steekproefuitkomsten generaliseren naar de populatie en hypothesen over percentages en gemiddelden toetsen.
Hoofdstuk 1 Basisvaardigheden.
Meten BMI Dat is in de veilige zone, want de BMI zit tussen 18,5 en 25
1 © GfK 2012 | Supermarktkengetallen | GFK SUPERMARKTKENGETALLEN ‘Hoe ontwikkelt het aantal kassabonnen zich?’ ‘Wat is de omzet van de supermarkten.
Meetonzekerheden In de natuurkunde moet je vaak een grootheid meten
Basisvaardigheden - Inhoud
Meetnauwkeurigheid opgave 1
HAV is meten ook weten Hoe betrouwbaar is een meting?
Door Beatrice van der Tuin – Ploeger
Electrische stroom Stroomrichting De wet van Ohm.
Elektrische schakelingen
SAMENWERKING WO EN HBO BIJ AANSLUITINGSONDERZOEK V0-HO Rob Andeweg DAIR 7 en 8 november 2007.
Bouw van een atoom. Elektrische stroom bestaat uit bewegende elektronen.
Uitwerkingen - GO Natuurkunde - Vwo5 SysNat V4B- Hfd.8 - Elektriciteit
A Datum: Namen Titel: (kort en bondig) Onderzoeksvraag: Hypothese:
10e editie voor de Tweede Fase
College Den Hulster, Venlo – VMBO – NASK1
Betrouwbaarheid.
Validiteit.
Basisvaardigheden: Metingen en diagrammen
1 BUE: de eerste cijfers Gijs Martens HRM Netwerk 22/02/02.
Operationaliseren Definiëren Operationaliseren
Openbaar je talent Service public, talent particulier.
Kwaliteitsbeleid.
Wetenschappelijk onderzoek opzetten
Theresialyceum. OriëntatieTheorievormingOntwerpplanExperimentVerwerkingRapportagePresentatie Onderzoekscyclus Experiment.
Hogeschool Rotterdam, Opleiding Vastgoed & Makelaardij drs. ing. M.M.A. Scheepers Collegejaar college.
Criteria voor een goed “onderzoek”
Naar een leerlijn ‘onderzoekende houding’ ECENT conferentie, 5 juni 2009 Ton van der Valk, Universiteit Utrecht FIsme; Junior College Utrecht.
Hoofdstuk 4 Elektriciteit. Weerstand van een draad weerstand in een draad.
“Statistiek, is dat moeilijk?”
Grootheden en Eenheden
Nauwkeurigheid bij Practica
Wat zegt een steekproef?
Waarom meten we niet hetzelfde bij herhaling van de meting?
Significante cijfers © Johan Driesse © 2013 – Johan Driesse.
Hoofdstuk 16 De steekproefuitkomsten generaliseren naar de populatie en hypothesen over percentages en gemiddelden toetsen.
NASK – WAARNEMEN VS METEN EN MEETONNAUWKEURIGHEID
Lengtematen en meetinstrumenten
Les 3 multimeter.
Transcript van de presentatie:

Nauwkeurigheid bij Practica

Nauwkeurigheid bij Practica Koert van der Lingen Docent sinds 1996 Werkzaam op Het Streek te Ede sinds 2006 Auteur Systematische Natuurkunde 2003 - 2012

Nauwkeurigheid bij Practica Examenprogramma (Na, Sk, Bi) A5.9 De kandidaat kan gebruik makend van consistente redeneringen en relevante rekenkundige en wiskundige vaardigheden de uitvoering van een onderzoek en de conclusies evalueren, gebruik makend van de begrippen validiteit, nauwkeurigheid, reproduceerbaarheid en betrouwbaarheid;

Nauwkeurigheid bij Practica Validiteit: de mate waarin de test meet wat het beoogt te meten De systematische afwijking is klein. Betrouwbaarheid: indien deze test bij herhaling dezelfde uitkomst geeft. De toevallige afwijking is klein. Didactisch: afwijking of onzekerheid i.p.v. fout

Nauwkeurigheid bij Practica Wat beogen wij bij Natuurkunde op Het Streek? Leerling kan systematische afwijkingen herkennen (en eventueel corrigeren) Leerling kan de toevallige afwijking in metingen schatten, en doorrekenen naar het eindresultaat

Nauwkeurigheid bij Practica Systematische afwijkingen: Offset: Gain: m (g) mws(g) Fz(mN) 1 1,0 12 2 1,9 22 5 4,8 51 10 9,7 100 20 19,4 198

Nauwkeurigheid bij Practica

Nauwkeurigheid bij Practica

Nauwkeurigheid bij Practica Meetonzekerheid (toevallige afwijkingen) veroorzaakt door: de opstelling (doorhangende draden) het meetinstrument de waarnemer (reactietijd)

Nauwkeurigheid bij Practica Practicum: Soortelijke weerstand van een draad. - Meten weerstand als functie van dwarsdoorsnede. Meten weerstand als functie van de lengte. Vergelijken onderling en met Binas. Meetinstrumenten: meetlint, schuifmaat, digitale stroommeter, analoge spanningsmeter

Nauwkeurigheid bij Practica d = 0,25 mm ± 0,05 mm → Gemiddelde van 5 metingen d = 0,22 mm ± 0,02 mm → A = ¼ π d2 → l = 40 cm ± 1 cm

Nauwkeurigheid bij Practica Resultaten A (mm2) I (A) R(ohm) 0,038 0,22 5,9 0,076 0,46 2,8 0,114 0,70 1,9 0,152 0,92 1,4 0,190 1,14 1,1 0,228 1,39 0,94

Nauwkeurigheid bij Practica Aflezen : 1/A = 2,5·107 m-2 R = 5,5 Ω Uitkomst ρ = 0,55·10-6 Ωm Binas: ρ = 0,45·10-6 Ωm

Nauwkeurigheid bij Practica Bespreking: - met foutbalken ρmin = 0,47·10-6 Ωm ρmax = 0,65·10-6 Ωm

Nauwkeurigheid bij Practica Bespreking: De gemeten waarde komt niet overeen met de theoretische waarde. De proef is niet betrouwbaar, want er is een grote relatieve onnauwkeurigheid (18 %). De validiteit van de proef kan niet vastgesteld worden door de grootte van de relatieve onnauwkeurigheid.

Nauwkeurigheid bij Practica Conclusie: de gemeten waarde komt niet overeen met de theoretische waarde.