o oit leerde men ons sparen, de knip op de geldbeugel houden om centjes te vergaren.
Het leven is niet altijd een festijn, ooit leerden we om kleine dingen dankbaar zijn.
kleine witte anjers een bloempje het hoorde bij mijn jeugd, hun geur opsnuiven deed me ooit zo’n deugd. ooit droogde men lakens wapperend in de wind, dan hadden ze die natuurlijke geur die je in geen droogkast vindt.
In mooie blikken of kartonnen dozen bewaarde men ooit duizend en één dingen, plastiek kwam blik en karton als opbergmiddel verdringen.
nooit zal plastiek roesten of snel vergaan, die blikken doos met inhoud ze trekt mij nog altijd aan.
Ooit was mijn leven vrij van zorgen. het aroma van verse koffie wekte me vroeg in de morgen,
De zo bekende geur van lavendelzakjes in de la, ooit snoof ik aan de geurkaartjes van ons ma.
Ieder weekend haalden we onze verzorgingsspulletjes uit de kast, ik herinner me nog de geur van poederen met een kwast.
We droegen ooit nog een jupon, iets wat je niet comfortabel noemen kon. Er waren exemplaren die men moest stijven, om er het nodige volume in te krijgen.
Al die dingen zijn ze dan echt voorbijgestreefd, ook een berichtje met de hand geschreven dat men om elkander geeft?
Ooit stond er huislook op het dak van onze schuur, een gratis verzorgingsmiddel uit de natuur,
Voor een plantje kon men om een stekje bij de buurman gaan, in de kwekerij hangt daar een aardig prijskaartje aan.