Thema 6: Regeling Basisstof 3, 4 en 5
4 1 = tussenwervelschijf 2 = wervel 3 = ruggenmerg 4 = ruggenmergszenuw
Ruggenmerg Witte stof (schors) uitlopers schakelcellen Grijze stof (merg) cellichamen van schakelcellen en motorische zenuwcellen Zenuwknoop (spinale ganglia) liggen sensorische zenuwcellen
Nakijken/bespreken opdracht 9
De hersenen
De Hersenen
1 = Schors grijze stof cellichamen van schakelcellen 2 = Merg witte stof uitlopers van schakelcellen Om hersenen liggen drie hersenvliezen voor bescherming en bloedvoorziening
Grote hersenen 1)Sensorische centra: impulsen verwerken Centrale groeve 1)Sensorische centra: impulsen verwerken (+ bewustwording) 2)Motorische centra: ontstaan impulsen voor bewuste bewegingen
Ledematen naar verhouding tot grootte gebied in sensorische centra
Kleine hersenen Coördinatie van alle bewegingen (o.a. evenwicht)
Hersenstam Is voortzetting van ruggenmerg Bevat centra van autonome zenuwstelsel o.a. voor ademhaling, lichaamstemperatuur Aantal reflexen verloopt via hersenstam o.a. pupilreflex Let op: via hersenstam worden impulsen van linkerlichaamshelft geleid naar de rechterhersenhelft.
Reflex Reflex = snelle (onbewuste) reactie op bepaalde prikkel. (bv.: pupilreflex / kniepeesreflex / hoestreflex) Reflexen zijn belangrijk: - bij lichaamshouding - als bescherming (bv. als je per ongeluk iets heets aanraakt) - bij bewegingen / coördinatie van spieren (bv. bij lopen en fietsen)
Kniepeesreflex Animatie Bioplek reflexboog Animatie Bioplek kniepeesreflex