All right 1thv unit 7 gr 2.1 en 2.2.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Grammatica Unit 2 HD 2.1 t/m 2.7.
Advertisements

Gerund = WW. gebruikt als zelfstandig Nw.
1.There’s Tim! Look, he's wearing his new jeans. 2.What are you doing? We are doing our homework. Je gebruikt de present continuous voor iets dat nu aan.
The stock market will go up De beurswaarden zullen stijgen YESNO JA NEEN Is Jefken a good person ? Is Jefken een goed mens ? YES NO JA NEEN Is Lonny a.
Als ik kon zijn waar jij bent If I could be where you are
Vragend en Ontkennend maken
The future met “will” en “shall”
Internet vriendschap Internet friendship
Conditional Clauses If-zinnen.
Past Simple – Past Continuous
Thursday, 10 July 2014 donderdag 10 juli 2014 Click Klik.
The English Tenses Alles op een rijtje.
All Right 1thv Unit 6 Grammar 2.1 en 2.2.
Instructie grammatica
Macbeth Quotes.
In het Nederlands antwoord je vaak heel kort:
Grammatica Unit 1 HD 1.1 t/m 1.8.
Grammatica Unit 1 HD 1.1 t/m 1.8.
Question Tags unit 6 gr 2.1.
Unit 2 grammar 4.1 wederkerende voornaamwoorden
Instructie grammatica Word order II A comparison.
Woordvolgorde in een engelse zin
Directe rede  Indirecte rede
en ‘If-zinnen’ (klik hier als je meteen naar If-zinnen wilt.)
Copyright met toestemming gebruikt van Stichting Licentie © 2001 Marty Sampson / Hillsong Publishing 1/4 KING OF MAJESTY (Marty Sampson) 1. You know that.
Copyright met toestemming gebruikt van Stichting Licentie © 1999 City Bible Music 1/10 BELIEVE (Donna Lasit) I say on sunday how much I want revival Op.
Present Simple – Present Continuous
Present simple & continuous
Word Order. Wie?DoetWat? wie?Waar?Wanneer? onderwerpWerkwoord(en)Meewerkend Lijdend voorwerp PlaatsbepalingTijdsbepaling SheGaveHim a kissIn the shoolyard.
Sunday, 03 August 2014 zondag 3 augustus 2014 Click Klik.
Simple en continuous tenses Met of zonder –ing. Alle tijden kun je in het Engels met of zonder –ing-form maken: I sleep… I slept… I had slept… I will sleep…
Deltion College Engels C1 Gesprekken voeren [Edu/004]/ thema: There are lies, damned lies and statistics... can-do : kan complexe informatie en adviezen.
Chapter 3 Hot off the press
Chapter 3 Hot off the press
Chapter 5 Hit the road Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Vragen met have en have got (= hebben)
Ontkenningen met to be Een ontkenning betekent dat iets niet zo is. Iam not/ ‘m notfond of homework. Youare not/ aren’tfunny. My fatheris not/isn’tat home.
Een andere soort verleden tijd...
Future (toekomst) Je krijgt 2 verschillende vormen van Future.
Lesson 3 PPTs komen op: Extra English Lesson 3 PPTs komen op:
Extra English Lesson 9 - recap.
Woorden als or, and, but, when, because, so en since gebruiken we om twee zinsdelen te koppelen. Voorbeeld in het Nederlands: De dvd was erg duur maar.
Grammar 1 3 tijden die belangrijk zijn voor de komende repetitie:
Definities: Present Simple en Past Simple
+.
Past Simple (verleden tijd)
Vorige keer: Verleden tijd: (To be) I am in London. I was in London.
Grammar 4.2 Will, shall & to be going to
Grammar 3 Must = moeten (van jezelf) Should = Zou moeten (van jezelf) It’s getting late. I must go now. It’s getting late. I should go now. Mustn’t = moeten.
A LL R IGHT 1 THV U NIT 5 GRAMMAR 4.1 EN 4.2. M AAK DE VOLGENDE ZINNEN VRAGEND ! I am your best friend. She is at home. We are late. I can help you.
 de kamer van de student  het haar van Laura  de pen van Brian.
grammar 3.1 en 3.2 the present perfect
 vertaal:  Ik ga elke dag naar de universiteit  Ik ga naar de universiteit in London.
All Right! 1 thv Unit 4 grammar 2.1 and 2.2.
All Right 1thv Unit 6 grammar 4.1 en 4.2.
All Right! 3hv Unit 6 grammar 4.1.
Kenmerken van een persoonlijke brief
past simple en present perfect
4.1 present simple de present simple = de gewone tegenwoordige tijd: Ik loop = I walk Jij slaapt = you sleep etc! Je gebruikt deze tijd om aan te geven.
Present Simple & Present Continuous
International Primary Curriculum
The future  vorm 1: een voorspelling doen  Will + hele ww : I will see you soon  Let op: will + not = won't  Shall + hele ww: Shall I help you? 
Vragende/ontkennende zinnen. 1.Met behulp van to do Betalen wij de rekening? Do we pay the bill? Wij betalen de rekening niet. We do not pay the bill.
Future Tenses by Nathalie French ©. Just like in Dutch, we can talk about things that take place in the present, the past or the future
The Future Hoe spreek je over toekomstige activiteiten in het Engels?
Toekomende tijd: met “going to”
Woordvolgorde in Engelse bevestigende en vragende zinnen.
Vragen in de Present Simple (t.t.)
Toekomende tijd: met “will”
NEW INTERFACE UNIT 2 : GRAMMAR
Transcript van de presentatie:

All right 1thv unit 7 gr 2.1 en 2.2

Het gebruik van 'will' Ik word later rijk = I will be rich later! will betekent eigenlijk zal/zullen, en wordt in het Engels vaak gebruikt om de TOEKOMST te voorspellen. Je kunt het afkorten en ook ontkennend maken. Ik word later rijk = I will be rich later! I'll be rich later! Ik word later niet rijk = I will not/ won't be rich later.

Vertaal: Wat ga je morgen doen? Ik zal je helpen. Hij is om 8 uur op school. Ik maak vanavond mijn huiswerk niet. We gaan niet naar huis volgende week.

Vertaling: What will you do tomorrow? I will help you. He will be at school at 8 o'clock. I won't do my homework tonight. We won't go home next week.

Het gebruik van 'shall' Zal ik iets bestellen? = shall betekent ook zal/zullen, maar shall wordt alleen gebruikt in vragen met I (ik) of we! (wij) Zal ik iets bestellen? = Shall I order something? Zullen wij je helpen? Shall we help you?

Vertaal: Zal ik dat voor je doen? Zullen we gaan? Zal hij op tijd zijn? De hond zal je niet bijten! Zullen we een spelletje doen?

Vertaling: Shall I do that for you? Shall we go? Will he be on time? The dog won't bite you! Shall we play a game?

Het gebruik van voegwoorden welke moet je kennen? and = en or = of but = maar voegwoorden plakken zinnen/zinsdelen aan elkaar: I will buy a shirt and a hat. You can have pizza or fries. You can work here but you can't talk.

Vul het juiste woord in: You can play here ... overthere, but not anywhere else Tez wants a coke, ... she doesn't have the money. Tim lives in London ... he also goes to school there. Can you do it ... do I need to help you? Let's go home ... have a snack. I am explaining this ... you are not listening. Am I blind ... is that really Johnny Depp?

Oplossing You can play here and overthere, but not anywhere else. Tez wants a coke, but she doesn't have the money. Tim lives in London and he also goes to school there. Can you do it or do I need to help you? Let's go home and have a snack. I am explaining this but you are not listening. Am I blind or is that really Johnny Depp?