Hoofdstuk 3 Weer en Klimaat B27, B28, B29, B30
B27: Weer Weer is een combinatie van temperatuur, neerslag en wind op een bepaald moment op een bepaalde plaats. Niets is zo veranderlijk als het weer! Er zijn veel woorden verbonden met het weer: beestenweer, hondenweer, schitterend weer, slecht weer, neerslachtig weer
B28: Klimaat Klimaat is het gemiddelde weer genomen over een langere periode. Je kijkt hierbij vooral naar temperatuur en neerslag. Verschil tussen weer en klimaat: Klimaat verandert veel langzamer dan het weer. Klimaatgebieden kunnen op meerdere plekken op de aarde voorkomen, terwijl er vrijwel nooit ergens hetzelfde weer is (op hetzelfde moment)
B29: Temperatuur Temperatuur: hoe warm (of koud) de lucht is. In Nederland en Europa gebruiken we ˚(graden)Celsius In Bijv. Amerika gebruiken we ˚Fahrenheit Het absolute nulpunt is -273,15˚ Clesius, hoeveel graden Fahrenheit is dat? 460 graden Fahrenheit
Van °F naar °C Formule = C × 1.8 + 32 Van °C naar °F 100 50 -17,8 -50 -200 -273 °F 212 122 32 -58 -328 -459 Van °F naar °C Formule = C × 1.8 + 32 Van °C naar °F Formule = (F - 32) / 1.8
B30: Temperatuurfactoren Gaan we het later uitgebreid over hebben, maar hoe ver komen we nu? Welke factoren hebben invloed op de temperatuur?