In de derde klas moet je een sector kiezen. Er zijn 4 sectoren.
techniek zorg en welzijn economie landbouw
In de sector techniek krijg je les in technische vakken, bv. autotechniek en elektrotechniek. Je kunt dan later nog verder leren voor een technisch beroep: automonteur, schilder, technisch tekenaar, wegenbouwer ….
computermonteur metselaar automonteur schilder stratenmaker timmerman vliegtuigbouwer tekenaar fotograaf
In de sector zorg en welzijn krijg je bijvoorbeeld les in biologie en mens en maatschappij. Je kunt verder leren voor beroepen waarbij je met mensen werkt: kapper, kinderverzorgster, gezinsverzorgster…..
kapper tandartsassistent bejaardenverzorger zwemleraar kraamverzorger schoenmaker apothekersassistent gezinsverzorgende doktersassistent medewerker is een peuterspeelzaal schoonheidsspecialist verpleegkundige
Leerlingen die de sector economie kiezen, krijgen les in talen en economie. Ze kunnen verder leren voor beroepen zoals: chef van een magazijn, verkoper in een winkel, boekhouder, administratief medewerker ….
kelner verkoper in een slagerij medewerker in een snackbar secretaresse administratief medewerker receptionist verkoper in een bakkerij medewerker bij een bank
Leerlingen die voor landbouw kiezen, krijgen les in wiskunde en biologie of natuurkunde. Ze kunnen verder leren voor beroepen die met de natuur te maken hebben, zoals tuinman of veehouder of ….
tuinman medewerker in een tuincentrum veehouder bloemenkweker dierenverzorger
sommige vakken zijn verplicht: iedereen moet die doen. Dat zijn Nederlands, Engels en maatschappijleer. bij elke sector horen een paar verplichte vakken een paar vakken mag je zelf kiezen
sector-verplicht wiskunde, natuurkunde en scheikunde zelf kiezen: 2 vakken
sector-verplicht biologie, geschiedenis of aardrijkskunde of wiskunde zelf kiezen: 2 vakken
sector-verplicht economie, Frans of Duits of wiskunde zelf kiezen: 2 vakken
sector-verplicht wiskunde, biologie of natuurkunde zelf kiezen: 2 vakken