De R plaagt de dubbelklank -eer, -eur en -oor je hoort bir: je schrijft beer je hoort dur: je schrijft deur je hoort bor: je schrijft boor.

Lesbrief 2 Schrijf wat je ziet..
Het onderdeel grammatica begint op blz. 206
Een moeder was in de keuken aan het werken, toen ze haar vijfjarige zoontje hoorde spelen in de living met zijn treintjes.
Waar komt je geloof vandaan? HC zondag 25 en Markus 16:9-20.
Prijs hem Prijs Hem door de bijbel te lezen
HET LEVEN IS VURRUKKELLUK BEGIN TE LEZEN OP BLADZIJDE 25.
Hoofdstuk 4 Waarom werken?
woordpakket 29 -age -ueel, ieel -oge -eaal, iaal de bagage de etage
Vrijdag
Indien je vóór mij zou sterven,
Protocol het geheel van afspraken over de communicatie en vooral de stuurinformatie.
Godsdienst 1.
Spelling college 3.
Landbouw in Europa §2.2 Middellandse Zeegebied
Introductie Oude Geschiedenis 15 september Weekopdrachten moeten op maandag vóór 16.30u worden ingeleverd in postvak op Drift 10 Werkboek staat.
Derde adventszondag 15 december 2013
Denk aan de sociale competentie
Kindermoment.
Hoofdstuk 4 Waarom werken?
Hoofdstuk 4 Waarom werken?. Voor deze les heb je nodig? -Tekstboek -Etui -Werkboek -Rekenmachine -aantekeningenschrift.
De helikopter. Armand en Antoinette gaan elk jaar naar de regionale tentoonstelling En elke keer zegt Armand tegen Antoinette :
Themawoorden Thema 3, week 3. Terugblik Vroedvrouw / kraamvrouw Afkeuren / goedkeuren Uitbundig / ingetogen.
2 DE LEERJAAR VERSIE 1 Woordpakket 8 Kijk goed en schrijf het woord. www. Sclera.be.
6 DE LEERJAAR VERSIE 1 Woordpakket 15 Kijk goed en schrijf het woord. www. Sclera.be.
3. Taalschat Blz.16 Blok 1. Blz. 16 Blz. 17 Zoekwoorden: 1 e en laatste woord op een bladzijde in je woordenboek Blz. 17 Kaas - Kaars Lach - Lat.
2. Grammatica en spelling
Blok 2.
ALPHA Cursus Wie is Jezus?
Woordpakket 13.
6 DE LEERJAAR VERSIE 2 Woordpakket 15 Luister goed en schrijf het woord. www. Sclera.be.
Een moeder stond in de keuken toen ze haar vijfjarige zoontje met zijn treintjes in de huiskamer hoorde spelen.
m o l w ij n d eu k l i k p ij l b oe r t ie n v o s wat moet ik doen ik stop.
Thema 1. Vier rijken vergelijken
What’s in a name?. Wat is een christen? What’s in a name?
De man die twee keer verdronk
Hoofdstuk 2 par 1 Schrijfdoelen.
Te gek voor woorden. Verwijswoorden FilipEmanuelle  hij  zijn  hem  de man  de arme man  haar echtgenoot  de gewonde man  de pechvogel  zij.
Thema 3 Nieuw nieuw nieuw!. Les 3.1 elleboog industrieën eigenschappen profeet historisch.
Thema 2 Rennen voor geld. Les 2.1 Berlijnse calorieën zekerheden zebra’s onmiddellijk.
De helikopter.
Thema 6 Het dode vogeltje.
Een moeder stond in de keuken toen ze haar vijfjarige zoontje met zijn treintjes in de huiskamer hoorde spelen.
Pluriforme samenleving
Overtuigende tekst/betoog
Blok 11 week 33 dag 1.
Symbolen en hoofdwaarden
Hoofdstuk 2 Spelling Infinitief en voltooid deelwoord
Instapweek dag 1.
Een reisverslag schrijven
Instructie geven en uitvoeren
Woorden 4.7 Stijlfiguren.
Verhaal van Joske.
Omschrijvingen en definities
Blok 1 week 15 dag 1.
Blok 1 week 4 dag 1.
Lezen samenvatten.
Zelf schrijven van een ‘grappig’ nieuwsbericht
Interview verslag schrijven
Leerjaar 3 Nask1 H7 Materie §1 Moleculen.
Blok 1 week 6 dag 1.
Groep 4 blok 1 Weet je het nog?.
De schrijver mee op reis
Stappenplan werkwoordspelling
Dit is de vraag Hier komen allerlei antwoorden!!! antwoord 1
Paragraaf 3 Rivieren van ijs
Blok 1 week 5 dag 1.
Blok 1 week 3 dag 1.
Hoofdstuk 2 Paragraaf 4 Bladzijde
Kritiek geven en krijgen