Grammar 4.1: Present Simple

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Grammatica Unit 2 HD 2.1 t/m 2.7.
Advertisements

1.There’s Tim! Look, he's wearing his new jeans. 2.What are you doing? We are doing our homework. Je gebruikt de present continuous voor iets dat nu aan.
Voorbeeld: I walk He walks You walk She walks
Vragend en Ontkennend maken
Instructie grammatica
Let me tell you about Let me tell you about Let me tell you about Study this example: Alex is a bus driver, but now he is in bed asleep. So: He is not.
Past Simple – Past Continuous
Stepping Stones II Chapter 6 Grammar.
Moeten: must, have (got) to, should, should have
The English Tenses Alles op een rijtje.
Grammar. When : wanneer, op het moment dat : The doctor said I had to take these pills when I wake up. If : als, voorwaarde : The doctor said I had to.
Instructie grammatica
Grammatica Unit 1 HD 1.1 t/m 1.8.
Grammatica Unit 1 HD 1.1 t/m 1.8.
Present simple Unit 1, lesson 1. Jij loopt elke dag naar school. You walk to school every day. Duncan loopt elke dag naar school. Duncan walks to school.
Simple Past (o.v.t.).
Unit 2 grammar 4.1 wederkerende voornaamwoorden
Instructie grammatica Word order II A comparison.
Present Simple – Present Continuous
Grammar Unit 1.
Present simple & continuous
Woordvolgorde met woorden van tijd
Simple en continuous tenses Met of zonder –ing. Alle tijden kun je in het Engels met of zonder –ing-form maken: I sleep… I slept… I had slept… I will sleep…
Chapter 3 Hot off the press
Chapter 5 Hit the road Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Vragen stellen Vormen van ‘to be’ kunnen de enige werkwoorden in de vraagzin zijn. Ben ik je beste vriend? Am I your best friend?
bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden
Lesson 2 PPTs komen op: Extra English Lesson 2 PPTs komen op:
Past Simple Onvoltooid verleden tijd Regelmatige werkwoorden:
Grammar 1 3 tijden die belangrijk zijn voor de komende repetitie:
Year 1 Grammar 4.1 NL: ik ENG: “I” is overal met een hoofdletter.
Definities: Present Simple en Past Simple
+.
Past Simple (verleden tijd)
Present Perfect I have (werkwoord +ED) / (Onregelmatig 3e rijtje)
Vorige keer: Verleden tijd: (To be) I am in London. I was in London.
Plaats van always (altijd), usually (meestal), often (vaak), normally(normaal gesproken), never (nooit) Bijwoorden als always, usually, often, normally.
Grammar 4.2 Will, shall & to be going to
Persoonlijke voornaamwoorden
Grammar 3 Must = moeten (van jezelf) Should = Zou moeten (van jezelf) It’s getting late. I must go now. It’s getting late. I should go now. Mustn’t = moeten.
A LL R IGHT 1 THV U NIT 5 GRAMMAR 4.1 EN 4.2. M AAK DE VOLGENDE ZINNEN VRAGEND ! I am your best friend. She is at home. We are late. I can help you.
grammar 3.1 en 3.2 the present perfect
All Right 3hv Unit 1 Grammar 4.1
past simple en present perfect
4.1 present simple de present simple = de gewone tegenwoordige tijd: Ik loop = I walk Jij slaapt = you sleep etc! Je gebruikt deze tijd om aan te geven.
Present Simple & Present Continuous
GRAMMAR. Welk werkwoord zie je in elke zin?  He has caught a fish.  He has hit his finger.  She has missed the bus.  The man has been in prison for.
Grammar.
The future  vorm 1: een voorspelling doen  Will + hele ww : I will see you soon  Let op: will + not = won't  Shall + hele ww: Shall I help you? 
De aktieve tijd Nehalennia VMBO 2 M. Jeras.  I sit in the classroom  Of:  I am sitting in the classroom.
Vragende/ontkennende zinnen. 1.Met behulp van to do Betalen wij de rekening? Do we pay the bill? Wij betalen de rekening niet. We do not pay the bill.
Present Continuous Deel 1: Functie & Vorm
Present Simple Tegenwoordige Tijd.  Om aan te geven dat iets nu een gewoonte is. Er zijn een aantal woorden die aangeven dat het om een gewoonte gaat.
Present Simple >< Present Continuous
Allesvoorengels.nl. 1. Wat betekenen aangeplakte vragen? 2. Aangeplakte vragen na am, is, are, can, could, will, have 3. Aangeplakte vragen na andere.
Allesvoorengels.nl. 1. Wat betekenen de werkwoorden (to) be en can? 2. Hoe maak je korte antwoorden met (to) be en can? 3. Oefeningen allesvoorengels.nl.
Present perfect Voltooid tegenwoordige tijd. Bevestigende zinnen De present perfect bestaat uit have / has + voltooid deelwoord. I, you, we, they have.
Grammar – period 2.
Bijwoorden van tijd allesvoorengels.nl.
Present Simple (t.t.) allesvoorengels.nl.
This is my brother. He lives in London.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
Past Continuous Deel 1: Functie & Vorm
Vragen in de Present Simple (t.t.)
Grammar in a Nutshell Skills 1.
Chapter 1 Body and mind Grammar Stepping Stones 3gt
Toekomende tijd: met “will”
NEW INTERFACE UNIT 2 : GRAMMAR
Present Perfect Wat is de present perfect?
Chapter 5 Hit the road Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Transcript van de presentatie:

Grammar 4.1: Present Simple Please give your SOs back to me! Open your notebook (schrift) and copy the yellow box: Grammar 4.1: Present Simple Iets is altijd, vaak, of nooit zo. Iets is een feit Enkelvoud: I sing Ik zing You sing Jij zingt She sings Zij zingt; of: Susan sings, The girl sings He sings Hij zingt; of: Roy sings, That man sings It sings Het zingt; of: Ricky sings, A bird sings Meervoud: We sing Wij zingen; of: My mother and I sing You sing Jullie zingen; of: Ben and Jerry sing They sing Zij zingen; Mary and Kate sing

Grammar 4.1: Present Simple Iets is altijd, vaak, of nooit zo. Iets is een feit I + werkwoord You + werkwoord She + werkwoord + s He + werkwoord + s It + werkwoord + s We + werkwoord They + werkwoord Kort en duidelijk samengevat: Present Simple: I/you/we/they + hele werkwoord She/he/it + hele werkwoord + s Shit-regel She/He/It krijgt S S H IT

Grammar 4.1: Present Simple Voorbeeldzinnen.. Ga je gang! Your father …………. in Dordrecht. (work) Ben and Thomas usually ……………… to school. (walk) Helen always ………………….. many letters. (get) I ……………… crisps! (love) Your teacher ………….. in Hendrik-Ido-Ambacht (live) Bobby never ………………. to do his homework! (forget) Karen and Susan always ……………. very hard! (study) He works They walk She gets love He lives He forgets They study