Onkruid vergaat………
Marcus 4 3 ‘Luister! Een zaaier ging zijn land op om te zaaien. 4 Bij het zaaien viel een gedeelte langs de weg. Er kwamen vogels en die aten dat op. 5 Een ander deel viel op de rotsgrond. Daar lag weinig aarde. Het zaad kwam snel op, want de grond was niet diep. 6 Maar toen de zon was opgekomen, verschroeide het, en omdat het geen wortels had, verdorde het helemaal. 7 Een ander gedeelte viel tussen de distels. De distels schoten op en verstikten het zaad, zodat het nooit vrucht gaf. 8 De rest van het zaad viel in goede grond; het kwam op, groeide uit en kreeg vrucht: een deel bracht dertigmaal zoveel op, een ander deel zestig- en weer een ander deel honderdmaal.’
14 ‘De zaaier zaait het woord van God. 15 Soms komt het woord langs de weg terecht: dat zijn zij die het woord van God wel horen, maar nauwelijks hebben ze het gehoord, of Satan komt en neemt het woord weg dat in hen is uitgezaaid. 16 Anderen lijken op het zaad dat op de rotsbodem is gevallen. Zodra ze het woord horen, nemen ze het met vreugde aan. 17 Maar hun geloof heeft geen wortels, het zijn mensen van het ogenblik. Worden ze onderdrukt of vervolgd om dat woord, dan laten ze het geloof meteen los.
18 Weer anderen zijn als het zaad dat tussen de distels terechtkwam. Ook dat zijn mensen die het woord hebben gehoord, 19 maar de zorgen van het dagelijks leven, de valse schittering van de rijkdom en de begeerte naar allerlei dingen nemen hen zo in beslag, dat het woord verstikt wordt en geen vrucht draagt. 20 Het zaad ten slotte dat in goede grond gezaaid werd, zijn de mensen die het woord van God horen en in zich opnemen. En zij dragen vrucht: dertig-, zestig- en honderdmaal zoveel.’