Lesson 2 PPTs komen op: www.iemesenglish.wordpress.com Extra English Lesson 2 PPTs komen op: www.iemesenglish.wordpress.com.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Grammatica Unit 2 HD 2.1 t/m 2.7.
Advertisements

Let me tell you about... (De Voltooid Tegenwoordige Tijd)
Past simple & Past continuous
1.There’s Tim! Look, he's wearing his new jeans. 2.What are you doing? We are doing our homework. Je gebruikt de present continuous voor iets dat nu aan.
PAST SIMPLE (VERLEDEN TIJD)
Voltooid tegenwoordige tijd
Voorbeeld: I walk He walks You walk She walks
You do remember, don’t you?
Past Simple – Past Continuous
The English Tenses Alles op een rijtje.
The Passive De lijdende vorm in het Engels, lastiger, en helaas meer gebruikt dan in het Nederlands.
Grammar. When : wanneer, op het moment dat : The doctor said I had to take these pills when I wake up. If : als, voorwaarde : The doctor said I had to.
Instructie grammatica
Grammatica Unit 1 HD 1.1 t/m 1.8.
Grammatica Unit 1 HD 1.1 t/m 1.8.
Grammatica Unit 6 HD 6.1 t/m 6.7.
Question Tags unit 6 gr 2.1.
Present simple Unit 1, lesson 1. Jij loopt elke dag naar school. You walk to school every day. Duncan loopt elke dag naar school. Duncan walks to school.
Everything you need to know for your test in the test week!
ONREGELMATIGE WERKWOORDEN
Past Perfect = vvt (=I had worked/I had been working) He had slept/had been sleeping for 3 hours when I woke him. Hij had al 3 uur geslapen toen ik hem.
Present Simple – Present Continuous
Grammar Unit 1.
Present simple & continuous
Simple en continuous tenses Met of zonder –ing. Alle tijden kun je in het Engels met of zonder –ing-form maken: I sleep… I slept… I had slept… I will sleep…
Een andere soort verleden tijd...
Future (toekomst) Je krijgt 2 verschillende vormen van Future.
Lesson 3 PPTs komen op: Extra English Lesson 3 PPTs komen op:
Extra English Lesson 6. Overview SimpleContinuous PresentWw (+(e)s)Am/is/are + ww+ing PastWw + (e)d of onregelmatige vorm Was/were + ww+ing Future1.Will.
Extra English Lesson 9 - recap.
Past Simple Onvoltooid verleden tijd Regelmatige werkwoorden:
Herhaling hoofdstuk 3 A. Wat is de Past Simple?
Grammar 1 3 tijden die belangrijk zijn voor de komende repetitie:
The Past Simple Iets is gebeurd in het verleden & nu afgelopen
Last week I forgot my keys.
Definities: Present Simple en Past Simple
Past Simple (verleden tijd)
Present Perfect I have (werkwoord +ED) / (Onregelmatig 3e rijtje)
Vorige keer: Verleden tijd: (To be) I am in London. I was in London.
Grammar 4.1: Present Simple
Grammar 4.2 Will, shall & to be going to
grammar 3.1 en 3.2 the present perfect
past simple en present perfect
4.1 present simple de present simple = de gewone tegenwoordige tijd: Ik loop = I walk Jij slaapt = you sleep etc! Je gebruikt deze tijd om aan te geven.
Present Simple & Present Continuous
Woordvolgorde Bepaling van tijd.
Present Perfect Voltooid Tegenwoordige Tijd.  Om te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd MAAR er staat niet bij wanneer dat gebeurd is.  He has.
Grammar Unit 5 HD 5.1 t/m 5.9.
The future  vorm 1: een voorspelling doen  Will + hele ww : I will see you soon  Let op: will + not = won't  Shall + hele ww: Shall I help you? 
De aktieve tijd Nehalennia VMBO 2 M. Jeras.  I sit in the classroom  Of:  I am sitting in the classroom.
Allesvoorengels.nl. 1. Hoe maak je vragen in de Past Simple? 2. Oefeningen 3. Samenvatting allesvoorengels.nl.
Present Continuous Deel 1: Functie & Vorm
Present Simple Tegenwoordige Tijd.  Om aan te geven dat iets nu een gewoonte is. Er zijn een aantal woorden die aangeven dat het om een gewoonte gaat.
Future Tenses by Nathalie French ©. Just like in Dutch, we can talk about things that take place in the present, the past or the future
Future met will Gebruik je om te zeggen dat iets in de toekomst zal gaan gebeuren. Je gebruikt will als je voorspellingen doet zonder dat je daar bewijs.
Present Simple >< Present Continuous
 De actie is in het verleden begonnen en beëindigd  Duidelijke tijdsbepaling!!
Present continuous De tegenwoordige tijd met –ing vorm.
Grammar – period 2.
Ontwerpen Naam auteur(s) Drs. Nadine Kim de Boer Vakgebied Engels
Simple en continuous tenses
Chapter 4 Going out Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Grammar in a Nutshell Skills 1.
Chapter 1 Looking back Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
New Interface Grammar: Unit 1.
Chapter 1 Body and mind Grammar Stepping Stones 3gt
Past simple o.v.t..
Hoe maak je zinnen vragend in het Engels.
Past simple vs present perfect
Past simple vs present perfect
Transcript van de presentatie:

Lesson 2 PPTs komen op: www.iemesenglish.wordpress.com Extra English Lesson 2 PPTs komen op: www.iemesenglish.wordpress.com

Last week: Present simple & Present continuous Werkwoord (+(e)s) I walk, he walks Gebruik: Gewoonte Feit Algemene mededeling Signaalwoorden: Always (letterlijk bedoeld), every week, never, usually, generally Present Continuous Am/is/are + werkw+ing I am walking, he is walking Gebruik: Nu aan de gang In de planning, gemaakte afspraak Irritatie Signaalwoorden: Now, at the moment, right now, nowadays, always (niet letterlijk bedoeld)

Today: Past simple & Past continuous Signaalwoorden voor past tense: yesterday last week three months ago when while ...

Past simple Werkwoord + (e)d of: onregelmatige vorm Gebruik: I walked I lived I slept I did You walked You lived You slept You did He walked He lived He slept He did We walked We lived We slept We did They walked They lived They slept They did Gebruik: Als iets in het verleden is gebeurd (en het niet belangrijk is hoe lang het duurde): I was in France last summer I bought Tim a present yesterday No one knew the answer

Past simple Werkwoord + (e)d of onregelmatige vorm Gebruik: Als iets in het verleden is gebeurd (en het niet belangrijk is hoe lang het duurde)

Past simple Vragen of ontkennen: Verleden tijd van “do (not)” toevoegen: did (not) + ww in tegenwoordige tijd zetten Stellend: Ontkennend: Vragend: I walked I did not walk Did I walk? You slept You did not sleep Did you sleep? She cycled She did not cycle Did she cycle? We knew We did not know Did we know? They washed They did not wash Did they wash?

Past simple Vragen of ontkennen: Verleden tijd van “do” (not) toevoegen: did (not) + ww in tegenwoordige tijd zetten

Past continuous Was / were + werkwoord+ing Gebruik: I was walking I was seeing I was doing You were walking You were seeing You were doing She/he/it was walking She/he/it was seeing She/he/it was doing We were walking We were seeing We were doing You were walking You were seeing You were doing They were walking They were seeing They were doing Gebruik: Als iets in het verleden aan het gebeuren was An hour ago it was raining What were you doing at 10 o’clock last night? He was shaving his head when I arrived

Past continuous Was / were + werkwoord+ing Gebruik: Als iets in het verleden aan het gebeuren was

Past continuous Vragen of ontkennen: Vragen: alleen volgorde omwisselen Ontkennen: not toevoegen Stellend: Ontkennend: Vragend: I was walking I was not walking Was I walking? He was seeing He was not seeing Was he seeing? They were doing They were not doing Were they doing?

Past simple / Past continuous Werkwoord + (e)d of onregelmatige vorm I walked, they slept Gebruik: Als iets in het verleden is gebeurd (en het niet belangrijk is hoe lang het duurde) Past continuous Was / were + werkwoord+ing I was walking, they were sleeping Gebruik: Als iets in het verleden aan het gebeuren was

Past simple / Past continuous