De eenparige veranderlijke beweging Versnellen en vertragen
Versnelling t (s) v (m/s) v/t (m/s²) 5 10 15 20 25 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 5 10 15 20 25 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 0.2
V(m/s) Versnelling 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 t (s) 5 10 15 20 25
Rechte door de oorsprong = snelheid neemt evenredig toe met de tijd (v ~ t) v/t = constant = a (versnelling) a = v/t (m/s²) EVB = beweging met constante versnelling a
Afgelegde weg x (cm) t (s) 40 80 120 160 200
x(cm) 200 160 120 80 40 t(s)
oppervlaktemethode Afgelegde weg: X = (v.t)/2 v = a.t X = ½ a.t²
Valversnelling (=veldsterkte) De valversnelling Vrije val = EVB onder invloed van de zwaartekracht! Valversnelling (=veldsterkte) g = 9,81 m/s² v = g.t & x = ½ g.t²
HERHALINGSOEFENINGEN