Bacteriën Heil en onheil.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Wat zijn microben?.
Advertisements

Werking van ecosystemen
Stofwisseling.
Ecologie VWO 5.
Thema 1 Stofwisseling Basisstof 4 K4
B1 Stoffen worden omgezet
B3 Glucose als grondstof
Kringloop van koolstof en stikstof
Kringloop producent-consument-reducent………
ASSIMILATIE Basisstof 3 en 4.
Systematiek De eerste die probeerde een systematische indeling te maken was Aristoteles ( voor Christus). Bijna alle wetenschappers uit zijn tijd.
Voedselketen De Hoofdrolspelers:
BACTERIËN.
Powerpoint presentatie Natuurkunde § 1.1 & 1.2
LEVENSKENMERKEN.
Organische stoffen Anorganische stoffen.
De kringloop van voedingsstoffen in de natuur
Basisstof 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Voedselrelaties.
Basisstof 9: Autotroof en Heterotroof
Ordening: Indeling in de 4 rijken
Afval Hoe kom je eraan? Wat moet je ermee?.
Voedselketen Consument 1e orde Consument 2e orde Consument 3e orde
413 – ECOLOGIE.
13 Eten of gegeten worden!.
Thema 2 PLANTEN Basisstof 4 BLADEREN.
STOFWISSELING Opbouw en afbraak.
Voedings-typen Dieren en sommige schimmels
Stofwisseling Thema 1.
Ecologie Thema1.
H7 Celstofwisseling.
Voortgezette assimilatie 1
Ecologie Voedselketens en kringlopen. Relaties organismen 1.Competitie o Voedsel, ruimte of partners 2.Predatie o Opeten ander organisme Voedselketen!
De mens en zijn milieu ZW4 Hoofdstuk 4. §1 De mens en het milieu Milieu: de omgeving waarin een organisme leeft Mens en milieu: de mens en zijn omgeving.
Voeren en verzorgen Klas D21 MBO Doetinchem
Klas DD31 en DD41 MBO Doetinchem
Voortgezette assimilatie 1
Voedselketen Consument 1e orde Consument 2e orde Consument 3e orde
3 DOMEINEN Uit door endosymbiose Par. 5 blz. 112) ontstaan cellen hebben zich de huidige organismen ontwikkeld die we kunnen onderbrengen in 3 domeinen:
Trailer 'dansen op de vulkaan'
Voedingsstoffen Bouwstoffen
Voeding Bij zaadplanten.
Hoofdstuk 2 Paragraaf
Ecologie' 17 .
Wat zijn microben?.
Smul gezond.
Koolstofkringloop CO2 → ↑ ↓ ←.
Ecologie Hoofdstuk 6.
Diëten H 5.1 Ruststofwisseling Waar hangt dit van af? lichaamsgewicht
Antibiotica Gezondheidzorg V4.2
Bs. 1 stoffen worden omgezet (stofwisseling )
Thema 3 ecologie.
Voeding Kenmerken van voeding.
413 – ECOLOGIE.
Organische stoffen Anorganische stoffen.
Voeding en vertering.
Stofwisseling 4 VMBO KGT.
Voorbereiding op de biologie toets
Voedselketen Consument 1e orde Consument 2e orde Consument 3e orde
B. Stof 2 Prokaryoten B. Stof 3 Eukaryoten
Voortgezette assimilatie 1
Voedselketen Consument 1e orde Consument 2e orde Consument 3e orde
Organische stoffen Anorganische stoffen.
De bodem leeft!.
Havo 5 Stofwisseling: Koolstofkringloop
Transcript van de presentatie:

Bacteriën Heil en onheil

Functies in de natuur Autotrofe bacteriën Zijn in staat hun eigen voedingsstoffen op te bouwen. Dit betekent dat het organisme zelf voedsel maakt en dat niet hoeft te betrekken uit een ander organisme.  Ze vormen dus de eerste schakel van sommige voedselketens.

Functies in de natuur Fotosynthetische bacteriën Maken gebruik van lichtenergie voor de opbouw van hun koolstofverbindingen (CO2  (o.i.v licht)  suiker (= koolstofver.) Chemosynthetische bacteriën Zetten anorganische stoffen zoals zuurstof (via verbranding) om in energie.

 In de natuur zijn de stoffen te verdelen in organische en anorganische stoffen. Organische stoffen komen alleen in levende organismen en hun dode resten voor. Chemisch bekeken bestaan ze uit een keten van twee of meer C- atomen. Aan deze C-atomen zitten weer andere atomen. Voorbeelden van organische stoffen zijn: eiwitten, koolhydraten (vb, suiker en zetmeel) en vetten. Steenkool, olie, wol en leer zijn afkomstig van organismen en bestaan daardoor ook uit organische stoffen. Anorganische stoffen zijn afkomstig uit de levenloze natuur. Voorbeelden zijn: water, ijzer, koper, zuurstof, ijzerzouten, kalkzouten etc. Anorganische stoffen komen ook in organismen erg veel voor.

Organisch of anorganisch

Functies in de natuur Heterotrofe bacteriën Zijn niet in staat hun eigen voedingsstoffen op te bouwen en zijn dus afhankelijk van andere organismen.

Functies in de natuur Saprofieten Leven van dood organisch materiaal (bv afgevallen bladeren, uitwerpselen, …) Ze spelen de rol van opruimers in de natuur en doen kringlopen ontstaan. Boom  bladeren vallen af  humus  mineralen  boom  …

Functies in de natuur Symbiose ( Symbionten) Samenleven met andere organismen zodat beide er baat bij hebben. Bvb: - Mens en E. Coli bacterie - Vlinderbloemigen

1 = vlag; 2 = zwaarden; 3 = kiel Veel vlinderbloemige planten zoals de erwt - of eigenlijk moeten we zeggen: de bacteriën die in hun wortelknolletjes huizen - zijn efficiënte stikstofbinders.

Symbiose tussen mieren en acacia

Functies in de natuur Bacteriën die ten koste van plant, dier of mens leven = ziekteverwekkers met parasitaire levenswijze. Opm: - parasitaire levensvorm = levensvorm die zich ten koste van een ander organisme (de gastheer) in stand houdt en vermenigvuldigt.

Spoelworm  parasiteert darm

Ziekteverwekkers Heel wat infecties worden door bacteriën veroorzaakt Besmetting  incubatietijd = tijd tussen de besmetting en het uitbreken van de ziekte Tijdens incubatie: Nog geen symptomen zichtbaar Geïnfecteerde kan wel anderen besmetten

Ziekteverwekkers Incubatietijd voorbij  eigenlijke ziekte Symptomen = kenmerkende verschijnselen van een ziekte Meestal koorts als reactie op de gifstoffen (of toxines) van de bacteriën. Toxines worden via het bloed- en lymfevatenstelsel verspreid over het hele lichaam

Stappen bij bacteriële ziekte 1. Besmetting 2. Incubatietijd 3. Symptomen 4. Bestrijding 5. Genezing of dood

Extra opdracht (salmonella en TBC) Ziekteverwekkers Epidemie: als de infectieziekte veel mensen gelijktijdig treft  daarom invoering van de meldingsplicht aan de overheid (salmonella en TBC) Extra opdracht (salmonella en TBC)