Weglopen Johanna Kruit
Weglopen Ik loop de weg steeds verder weg. Nu ben ik zonder huis Weglopen Ik loop de weg steeds verder weg. Nu ben ik zonder huis. En ieder woord dat is gezegd duwt me vooruit. Stop Nee Stom Nee Rot
Weglopen Ik loop de weg steeds verder weg. Nu ben ik zonder huis Weglopen Ik loop de weg steeds verder weg. Nu ben ik zonder huis. En ieder woord dat is gezegd duwt me vooruit. Stop Nee Stom Nee Rot
Weglopen Ik loop de weg steeds verder weg. Nu ben ik zonder huis Weglopen Ik loop de weg steeds verder weg. Nu ben ik zonder huis. En ieder woord dat is gezegd duwt me vooruit. Stop Nee Stom Nee Rot
De avond doet de gordijnen dicht. De wind trekt aan mijn haar De avond doet de gordijnen dicht. De wind trekt aan mijn haar. Het regent wat op mijn gezicht. Of huil ik nou? - Wat raar!
De avond doet de gordijnen dicht. De wind trekt aan mijn haar De avond doet de gordijnen dicht. De wind trekt aan mijn haar. Het regent wat op mijn gezicht. Of huil ik nou? - Wat raar!
De avond doet de gordijnen dicht. De wind trekt aan mijn haar De avond doet de gordijnen dicht. De wind trekt aan mijn haar. Het regent wat op mijn gezicht. Of huil ik nou? - Wat raar!
Er komt een fietser op de dijk. Wat doet die hier zo laat Er komt een fietser op de dijk. Wat doet die hier zo laat? Ik wil niet kijken maar ik kijk tot vader voor me staat
Er komt een fietser op de dijk. Wat doet die hier zo laat Er komt een fietser op de dijk. Wat doet die hier zo laat? Ik wil niet kijken maar ik kijk tot vader voor me staat
Er komt een fietser op de dijk. Wat doet die hier zo laat Er komt een fietser op de dijk. Wat doet die hier zo laat? Ik wil niet kijken maar ik kijk tot vader voor me staat
Er komt een fietser op de dijk. Wat doet die hier zo laat Er komt een fietser op de dijk. Wat doet die hier zo laat? Ik wil niet kijken maar ik kijk tot vader voor me staat
Ik wil niks zeggen maar ik praat Ik wil niks zeggen maar ik praat. Zijn hand ligt op mijn haar Kom, zegt hij, kom, het is al laat. Stil nu maar. Praat
Ik wil niks zeggen maar ik praat Ik wil niks zeggen maar ik praat. Zijn hand ligt op mijn haar Kom, zegt hij, kom, het is al laat. Stil nu maar. Praat
Ik wil niks zeggen maar ik praat Ik wil niks zeggen maar ik praat. Zijn hand ligt op mijn haar Kom, zegt hij, kom, het is al laat. Stil nu maar. Praat
Ik wil niks zeggen maar ik praat Ik wil niks zeggen maar ik praat. Zijn hand ligt op mijn haar Kom, zegt hij, kom, het is al laat. Stil nu maar. Kom, kom het is al laat. Stil nu maar.
Nu gaan we samen op de fiets. Ik denk aan niets.
Nu gaan we samen op de fiets. Ik denk aan niets.
Nu gaan we samen op de fiets. Ik denk aan niets.
Weglopen Ik loop de weg steeds verder weg. Nu ben ik zonder huis Weglopen Ik loop de weg steeds verder weg. Nu ben ik zonder huis. En ieder woord dat is gezegd duwt me vooruit. De avond doet de gordijnen dicht. De wind trekt aan mijn haar. Het regent wat op mijn gezicht. Of huil ik nou? - Wat raar! Er komt een fietser op de dijk. Wat doet die hier zo laat? Ik wil niet kijken maar ik kijk tot vader voor me staat. Ik wil niks zeggen maar ik praat. Zijn hand ligt op mijn haar Kom, zegt hij, kom, het is al laat. Stil nu maar. Nu gaan we samen op de fiets. Ik denk aan niets. Johanna Kruit