Chapter 5 Hit the road Grammar Stepping Stones 2 kgt.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Grammatica Unit 2 HD 2.1 t/m 2.7.
Advertisements

1.There’s Tim! Look, he's wearing his new jeans. 2.What are you doing? We are doing our homework. Je gebruikt de present continuous voor iets dat nu aan.
Voorbeeld: I walk He walks You walk She walks
Vragend en Ontkennend maken
Conditional Clauses If-zinnen.
You do remember, don’t you?
Past Simple – Past Continuous
Stepping Stones II Chapter 6 Grammar.
The English Tenses Alles op een rijtje.
The Passive De lijdende vorm in het Engels, lastiger, en helaas meer gebruikt dan in het Nederlands.
Grammar. When : wanneer, op het moment dat : The doctor said I had to take these pills when I wake up. If : als, voorwaarde : The doctor said I had to.
Instructie grammatica
Grammatica Unit 1 HD 1.1 t/m 1.8.
Grammatica Unit 1 HD 1.1 t/m 1.8.
Grammatica Unit 6 HD 6.1 t/m 6.7.
ONREGELMATIGE WERKWOORDEN
Instructie grammatica Word order II A comparison.
Woordvolgorde in een engelse zin
Directe rede  Indirecte rede
en ‘If-zinnen’ (klik hier als je meteen naar If-zinnen wilt.)
Present Simple – Present Continuous
Present simple & continuous
Word Order. Wie?DoetWat? wie?Waar?Wanneer? onderwerpWerkwoord(en)Meewerkend Lijdend voorwerp PlaatsbepalingTijdsbepaling SheGaveHim a kissIn the shoolyard.
Woordvolgorde met woorden van tijd
Simple en continuous tenses Met of zonder –ing. Alle tijden kun je in het Engels met of zonder –ing-form maken: I sleep… I slept… I had slept… I will sleep…
Chapter 3 Hot off the press
Chapter 1 Looking back Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Chapter 3 Hot off the press
Chapter 5 Hit the road Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Vragen met have en have got (= hebben)
Chapter 5 Hit the road Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Chapter 6 Sounds cool! Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Ontkenningen met to be Een ontkenning betekent dat iets niet zo is. Iam not/ ‘m notfond of homework. Youare not/ aren’tfunny. My fatheris not/isn’tat home.
Woorden als or, and, but, when, because, so en since gebruiken we om twee zinsdelen te koppelen. Voorbeeld in het Nederlands: De dvd was erg duur maar.
Grammar 1 3 tijden die belangrijk zijn voor de komende repetitie:
Last week I forgot my keys.
Definities: Present Simple en Past Simple
Past Simple (verleden tijd)
Vorige keer: Verleden tijd: (To be) I am in London. I was in London.
Grammar 4.1: Present Simple
Plaats van always (altijd), usually (meestal), often (vaak), normally(normaal gesproken), never (nooit) Bijwoorden als always, usually, often, normally.
Grammar 4.2 Will, shall & to be going to
Grammar 3 Must = moeten (van jezelf) Should = Zou moeten (van jezelf) It’s getting late. I must go now. It’s getting late. I should go now. Mustn’t = moeten.
A LL R IGHT 1 THV U NIT 5 GRAMMAR 4.1 EN 4.2. M AAK DE VOLGENDE ZINNEN VRAGEND ! I am your best friend. She is at home. We are late. I can help you.
All right 1thv unit 7 gr 2.1 en 2.2.
grammar 3.1 en 3.2 the present perfect
 vertaal:  Ik ga elke dag naar de universiteit  Ik ga naar de universiteit in London.
All Right 3hv Unit 1 Grammar 4.1
past simple en present perfect
4.1 present simple de present simple = de gewone tegenwoordige tijd: Ik loop = I walk Jij slaapt = you sleep etc! Je gebruikt deze tijd om aan te geven.
Present Simple & Present Continuous
Woordvolgorde Bepaling van tijd.
Grammar Unit 5 HD 5.1 t/m 5.9.
De aktieve tijd Nehalennia VMBO 2 M. Jeras.  I sit in the classroom  Of:  I am sitting in the classroom.
Question tags.
Present Simple Tegenwoordige Tijd.  Om aan te geven dat iets nu een gewoonte is. Er zijn een aantal woorden die aangeven dat het om een gewoonte gaat.
Present Simple >< Present Continuous
Bijwoorden van tijd allesvoorengels.nl.
Chapter 4 Going out Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Chapter 4 Going out Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Chapter 6 Sounds cool! Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Chapter 1 Looking back Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Chapter 1 Body and mind Grammar Stepping Stones 3gt
Chapter 3 Who dares? Grammar Stepping Stones 3 havo
Chapter 6 Sounds cool! Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Chapter 2 What’s up? Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Chapter 1 Looking back Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Chapter 2 What’s up? Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Chapter 5 Hit the road Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Chapter 6 Sounds cool! Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Transcript van de presentatie:

Chapter 5 Hit the road Grammar Stepping Stones 2 kgt

Bijwoorden van tijd geven aan hoe vaak iets gebeurt. always – altijd mostly – meestal never – nooit seldom – zelden often – vaak sometimes – soms regularly – regelmatig usually – gewoonlijk I’m seldom late for school. He never goes to bed early. They often eat macaroni.

Bijwoorden van tijd staan voor het werkwoord. He never goes to bed early. They often eat macaroni. Maar, ze staan achter een vorm van to be (am, are, is, was, were) I am seldom late for school. She is never on time. Bij meerdere werkwoorden in de zin komt het bijwoord na het eerste werkwoord. They have never been to Disneyland. We will always remember that story.

Now show what you know! (maak zinnen met bijwoorden van tijd) We – go to – that restaurant. (zelden) I – would – say – that! (nooit) Carla – goes to – that shop. (meestal) She – is – shouting at – her dog. (altijd) They – are – very good – at painting. (gewoonlijk) We – work out – together. (vaak) I – go to – the sauna. (regelmatig) He – can – be – very funny. (soms)