De burgemeester van Delft en zijn dochter

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Feodalisme en het hofstelsel
Advertisements

Afbeelding: Vorstendom (Rijnland-Palts)
Samenleving en cultuur
H3 Industralisatie en Ismen.
Rond het jaar 1000 nam de veiligheid in Europa weer toe.
Paragraaf 4. Schaalvergroting na 1945.
Nederland in de 20ste eeuw
Tijdvak: Steden en Staten
Hoofdstuk 6 Democratisering
Industriële revolutie
De ondergang van het West-Romeinse rijk
 Paragraaf 4. Sterke uitbreiding van het personeel in de dienstensector  Personeel in de dienstensector nam sterk toe. De mensen in de dienstensector.
Hoofdstuk 2 De Gouden eeuw De Rep
Burgers regelen het zelf
Een massapers ontstaat
Conflicten tussen kapitaal en arbeid
4.1 De Pruikentijd.
De Christelijke Kerk in West Europa valt uiteen
Het cultuurstelsel verdwijnt
Paragraaf 1: Frankrijk in de 18e eeuw
Paragraaf 3 Honger en ellende.
Machtige heren, halfvrije boeren
2.4 Het begin van de Gouden Eeuw
Over het arbeidersklasse in Nederland
Hoofdstuk 3 Extra informatie…
Hoofdstuk 1, §3 … de antwoorden
H3 De Republiek in de Gouden Eeuw
1.5 De christelijke kerk in West-Europa valt uiteen
De Republiek in een tijd van vorsten Centralisatie en reformatie § 2.4.
De Republiek in een tijd van vorsten Centralisatie en reformatie § 2.4.
Kenmerk 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Les 1: Graecia;
Kenmerk 6: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 2: De Romeinen en hun bestuur.
H7:§ 1:p160-2 Eerste Expansie De Portugezen vestigden factorijen op verschillende plaatsen in Azië en Afrika Vanuit zo’n handelspost werd(en) Handel gedreven.
Kenmerk 30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en taatsburgerschap Les 1: Oorzaken.
BESTUUR EN BEVOLKING IN DE ZILVEREN EEUW Aantekeningen bij 5.2 en 5.3.
Hoofdstuk 2.
11 Feminisme.
De Nederlandse opstand
Paragraaf 1 In Athene wordt de democratie ingevoerd.
De opkomst van de middeleeuwse stad
Machtige heren, halfvrije boeren
DE MIDDELEEUWSE STAD.
4.2 de sociale kwestie..
De Gouden Eeuw: Handel en wandel
BRUGGE: STAD IN DE MIDDELEEUWEN
De economie in de Zilveren Eeuw
Republiek versus Frankrijk
Absolutisme vs Regenten
Hoofdstuk 2. Recht op een stem
Hoofdstuk 3.
Paragraaf 6.3 Nederland in de 21e eeuw.
De sociale kwestie.
Hoofdstuk V: Rome Les 3 - par 2 – Romeinse samenleving
De economie in de Gouden eeuw
Nederland Les 6: De Gouden Eeuw; Sociale aspecten
Hoofdstuk 4 De Nederlanden
De late middeleeuwen, 900 – 1600.
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Hoofdstuk 4 De Nederlanden
De koloniale relatie tussen Nederland(ers) en Nederlands-Indië
Wat moet je weten aan het eind van de les?
de tijd van burgers en stoommachines
Het Kapitalisme Handelskapitalisme Oostzeevaart VOC/WIC
Leven in een middeleeuwse stad
Regenten en vorsten H7.2 DE BURGERCULTUUR (BLZ. 130)
K.A. 3. het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
Tijd van Grieken en Romeinen 4.2 De Romeinse samenleving.
Tijd van burgers en stoommachines
Hoofdstuk 2 Het oude Egypte.
Transcript van de presentatie:

De burgemeester van Delft en zijn dochter 3.3 arm en rijk De burgemeester van Delft en zijn dochter Jan Steen 1655

Opbouw bevolking Gegoede burgerij 6-10% Kleine burgerij 25% Volksklasse 60-70% De verschillen tussen arm en rijk werden in de 17e eeuw groter omdat er een steenrijke bovenlaag ontstond

De gegoede burgerij: Regenten, rijke kooplieden, artsen, predikanten, officieren en fabrikanten Rijk geworden door handel maar steeds vaker alleen bestuurder. Geleidelijk aan steeds minder handelaar en steeds meer belegger Kinderen werden voorbereid op ‘regentenbestaan’ Nieuwkomers kunnen nog makkelijk doordringen tot gegoede burgerij

De ‘Quote 500’ van de Gouden Eeuw Nummer 5: Guillelmo Bartolotti fl 1.200.000

Nummer 4 Louis de Geer fl 1.500.000

Nummer 3 Elizabeth Tiellens fl 1.900.000

Nummer 2 Hans Willem Bentinck fl 11.000.000

Nummer 1 Familie Van Oranje fl 25.000.000

Kleine burgerij: ambachtslieden, winkeliers, kantoorbedienden, schoolmeesters Kleine burgerij had een zekere welstand maar armoede lag altijd op de loer Kinderarbeid normaal

Volksklasse Geschoolde arbeiders, dienstmeisjes Laaggeschoold werkvolk als zeelieden, soldaten, vissers Ongeschoolde arbeiders zonder vast werk zoals sjouwers en pakdragers Het grauw; bedeelden, bedelaars, zwervers, straathandelaren Onzeker bestaan, armoede lag altijd op de loer Weduwen en wezen kwetsbare groep

Landarbeiders en industriearbeiders Platteland Oorspronkelijk gebaseerd op grondbezit maar edelen behielden hun fortuin door te beleggen en leningen te geven aan steden en gewesten Er waren maar enkele tientallen adellijke geslachten maar ze hadden wel macht, rijkdom en prestige. adel Kleine burgerij; Winkeliers, bakkers, boeren Landarbeiders en industriearbeiders Met name in het westen hadden steden verzorgende functie platteland Minder beroepen en winkels dan in de steden

Toch volksklasse beter af dan in andere Europese landen: Door graanaanvoer altijd genoeg voedsel Hoge lonen Door economische expansie volop werk Goed stelsel van armenzorg en liefdadigheidsinstellingen

Armenzorg en liefdadigheid uitdeling brood weeshuizen regentessen van het oudemannenhuis rasphuis

Gilden Leden van de kleine burgerij em geschoolde arbeiders konden terug vallen op hum gilde Toch gilden minder invloed dan elders in Europa→ vooral sterk in ambachtelijke bedrijfstakken die voor lokale markt produceerden Naast de traditonele ambachten kwamen grootschalige bedrijven tot ontwikkeling→ manufacturen

Manufacturen Grote bedrijven waarbij de afstand tussenarbeider en ondernemer groot was Arbeiders weinig rechten Stakingen leidde vaak niet tot verbeteringen omdat hun positie te zwak was→ grote onderlinge concurrentie en concurrentie van migranten, vrouwen en kinderen