3T Nask2 4 nieuwe stoffen maken 4.5 Moleculen en atomen 3T Nask2 4 nieuwe stoffen maken
Uitbreiding van het deeltjesmodel Om chemische reacties te kunnen begrijpen, moet je een modelvoorstelling hebben van hoe een molecuul in elkaar zit. En ook hoe er uit moleculen van de beginstoffen nieuwe moleculen kunnen ontstaan.
Dit model is als volgt opgebouwd : Alle stoffen bestaan uit moleculen Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen Scheiden is sorteren van molecuulsoorten Elk molecuul is weer opgebouwd uit nog kleinere deeltjes die we atomen noemen Bij een scheikundige reactie worden moleculen afgebroken. Je krijgt dan de atomen uit die moleculen even apart. Met die atomen worden daarna weer nieuwe moleculen gemaakt. Bij een scheikundige reactie ontstaan dus nieuwe moleculen uit de atomen van de moleculen van de beginstoffen. De atomen blijven altijd bestaan, je raakt ze niet kwijt bij een reactie.
Met dit model kun je nu ook uitleggen wat het verschil is tussen een ontleedbare stof en een niet-ontleedbare stof: Een molecuul van een ontleedbare stof is opgebouwd uit meerdere atoomsoorten. Een molecuul van een niet-ontleedbare stof is opgebouwd uit één atoomsoort.
Element In de scheikunde wordt voor het woord atoomsoort ook het woord element gebruikt. ‘Element’ wordt ook wel gebruikt om de niet-ontleedbare stof aan te geven.
Verbinding Voor de naam ‘ontleedbare stof’ wordt ook een andere naam gebruikt. Die andere naam is ‘verbinding’. Een verbinding is dus hetzelfde als een ontleedbare stof.
Niet-ontleedbare stof Als je stoffen steeds zover mogelijk ontleedt, krijg je uiteindelijk stoffen die niet meer ontleedbaar zijn. Een niet-ontleedbare stof is lucht. Lucht is een mengsel van voornamelijk zuurstof en stikstof. 2 niet-ontleedbare stoffen.