Van slow world tot fast world Globalisering p 6, 7, 8 Van slow world tot fast world
P6 As the world turns
Hegemoniale staten Is een land dat in een bepaalde periode de wereld domineert Wetenschap -> techniek -> uitvindingen Zeevaart en economie
Kenau Simons Hasselaar 1526-1588 Ze zou aan het hoofd staan van 300 vrouwen die met kokend water, brandend stro en gesmolten pek vanaf de stadsmuren de vijand van zich afhield.
Opgaan, blinken en verzinken Portugal m.n. Westelijk deel Latijns Amerika Lijn Verdrag Tortesillas Spanje oostelijk deel 1588: Nederland verslaat Armada 1602 oprichting VOC: handelsposten Afrika, India, Indonesië, Japan 1666: Engeland Grondstoffen en afzetmarkt nodig na industriële revolutie 1850 Stoomschip en trein versterken invloed imperialisme
Vierdaagse zeeslag 1666, Van Soest
Nieuwe Wereld: subtieler 19e eeuw Latijns Amerika politiek onafhankelijk Maar economisch blijvend afhankelijk Rond 1950 dekolonisatie Azië en Afrika Maar economisch, politiek en cultureel nog sterke banden USA neemt macht over van Europa rond WOII Vaak niet door bezetting, maar door economische macht China, India nemen macht over van USA Bevolkingsaantal en economische groei goedkope arbeid
P7 Ontwikkelingen 1980
Slow world 80% van de wereldbevolking neemt nauwelijks deel uit van de wereldeconomie = slow world M.n. Afrika, Centraal en Zuid-Azië en Latijns Amerika Soms ook delen gebieden of landen: Agrarische gebieden Oost-Europa Westen van China Gedeeltelijk Alleen bepaalde sectoren: fragmentarische modernisering Alleen bepaalde gebieden: regionale ongelijkheid
Everybody happy?
Ruimtelijke gevolgen globalisering Uitschuiving: arbeidsintensieve diensten of industrie maakindustrie naar lage lonenlanden Marktverovering:Ikea in China Doorschuiving: steeds verderop (Polen -> Oekraïne) Ruimtelijke verbondenheid: benzineprijs daalt en stijgt wereldwijd Verbrokkeling: tweedeling fast en slow world
Everybody happy?
P8 Toekomst
Global shift Macht van Atlantic Rim naar Pacific Rim BNP China nu nr. 2 van de wereld, vnl. industrieel India sterk in diensten Aziatische tijgers Zuid-Korea, Maleisië, Signapore
Gevolgen wereldwijd Groei BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India, China) leidt tot veel groter gebruik van de aarde en dus Klimaatcrisis: welvaart leidt tot uitstoot Grondstofcrisis: welvaart gebruikt materie Energiecrisis: welvaart kan niet zonder olie Financiële crisis: welvaart verweeft markten Economische crisis: wereldverhoudingen ondersteboven Cultuurcrisis: verwarring waarden en normen door andere crises
China’s oil consumption Conquesting the world
Gevolgen geografisch 1 Wereldwijd: grondstoffen oorzaak van conflicten en politieke verhoudingen Afrika: geen oplossing Darfur Congo: achter burgeroorlog strijd om grondstoffen Irak: waarom moest Saddam H. weg?
Gevolgen geografisch 2 Zwaartepunt USA verschuift naar het Westen: Californië EU: “unify or die” Zeetransport het goedkoopst door schaalvoordelen: kustgebieden altijd het sterkste
Globalisten vs. antiglobalisten