IJslanders Geschiedenis Kenmerken Gangen
programma Algemene kenmerken van de ijslander De gangen
geschiedenis Ijslanders werden door de vikenen en de oermanen naar ijsland gebracht met boten .sinds die tjid mocht er geen ander ras naar ijsland gebracht worden zo bleef dit ras zuiver dit oerpaardje bestaad nog steeds en er word wedstrijd mee gereden.maar ook fokerij.
Exterieur beschrijving Kenmerken Exterieur beschrijving Het hoofd van de IJslander moet uitdrukkingsvol zijn met een rechte neuslijn. In vergelijking met andere rassen is het hoofd groot te noemen. De oren mogen niet te groot zijn en staan naar voren gericht. Het lichaam moet goede verhoudingen hebben met een goed opgerichte hals en een afhangend kruis. De staart is laag ingeplant. De benen zijn sterk met stevige gewrichten. De schofthoogte varieert van 1.30 m. tot ca. 1.45 m. maar soms komen er ook kleinere of grotere dieren voor.
kenmerken De beharing is het grootste gedeelte van het jaar dicht en lang. De manen en de staart zijn dik en ruig en mogen niet geknipt of getrokken worden. Alle kleuren zijn toegestaan en het is kenmerkend dat er, naast de gewone vossen, bruinen, zwarten en schimmels, veel 'wildkleuren' bij het paard voorkomen. Het gangwerk is het meest bijzondere aan de IJslander want naast stap, draf en galop beheersen sommige dieren de tölt en/of de telgang.
De IJslander kent naast stap, draf en galop nog twee extra gangen. De twee extra gangen De IJslander kent naast stap, draf en galop nog twee extra gangen. Tölt telgang (ook wel rentelgang genoemd). Dit zijn natuurlijke gangen die veulens van enkele uren oud al tonen in de weide. Afhankelijk van de aanleg van het paard voor het tölten en/of voor de rentelgang worden het vier of vijfgangers genoemd.
De twee extra gangen Viergangers hebben aleen de stap de draf de galop en de tolt. De vijfgangers hebben er een extra, de telgang Maar er zjin ook drie gangers die hebben de stap de draf en de galop. Maar soms een klein stukje tolt.
Tölt
Telgang