Antieke dans en het klassiek ballet in de 16de tot en met 18de eeuw De Oudheid in film, dans en muziek Keuzevak, 2de semester 2011-2012 Dinsdagen, 15.15-17.00 uur, Lipsius 147 (college) en 17.15-20.15 uur, Lipsius 228 (vertoning) F.G. Naerebout Antieke dans en het klassiek ballet in de 16de tot en met 18de eeuw 28-02-2012
Costuumontwerp, Florence (?) ca 1600
Balthasar de Beaujoyeulx, Balet Comique de La Royne, 1581
Leiden 1618 (hier: Opera Omnia, deel 5, Florence 1745)
L: Louis XIV in Ballet de la Nuit, 1653 B: Jean Balon, ca 1700
B: Plaisir Céleste in Castor et Pollux, 1772 R: Caroline en Charlotte Frédéric, in Pygmalion, ca 1760
Maskers in gebruik bij de Opéra, 18de eeuw
John Weaver, 1712
Marie Sallé, ca 1730 (naar een verloren schilderij van Nicolas Lancret)
Marie-Anne de Camargo ca 1730 (Nicolas Lancret)
Marie Sallé (Louis Michel Van Loo)
1738/1748 Herculaneum, Pompeii
Sir Wm Hamilton, 1777-1782 (Joshua Reynolds)
Jean-Georges Noverre, 1727-1810 B: Jean-Baptiste Perroneau 1764 R: B. Roger naar Jean (?) Guérin
Noverre, Lettres, eerste uitgave, Lyon & Stuttgart 1760
Emma Hart/Hamilton als bacchante, 1790–1791 (Élisabeth Vigée-Lebrun)
Emma Hamiltons ‘Attitudes’, 1794 (Tomasso Piroli naar Friedrich Rehberg)
Emma Hamilton, 1794 (Friedrich Rehberg) en een ‘considerably enlarged’ versie van dezelfde afbeelding door James Gillray, 1807
“Lady Hxxxxxx Attitudes”, 1791 (Thomas Rowlandson)
Portret van Henriette Hendel-Schütz, en plaat uit Pantomimische Stellungen von Henriette Hendel-Schütz, 1809 (Joseph Nicolaus Peroux)
Ida Brun, 1801-1810 (Johan Ludwig Lund)
Bacchus et Ariadne, 1798, ballet van Charles-Louis Didelot (James Gillray)
L: Pierre Gardel in Télémaque (Gardel), 1790 B: Rose Didelot in Telemachus in the Isle of Calypso (Dauberval), 1791
Maria Medina Viganò en Salvatore Viganò, in Il trionfo d'Arianna van Vincenzo Righini, 1796 (Johann Gottfried Schadow)
James Harvey D’Egville als Hercules en André Jean-Jacques Deshayes als Achilles, in Achille et Déidamie, 1804
Achille à Scyros : ballet-pantomime (Pierre Gardel), 1804 (Jean Simon Barthélemy)
Polly de Heus met de ‘Pas de Schwale’ uit Bacchus en Ariadne, 1805 (Christiaan Andriessen)
Kernbegrip: receptie Met de receptie van de oudheid worden we dagelijks geconfronteerd – een voortdurende dialoog
Kernbegrip: receptie Hier beperkt tot de receptie van ‘de Oudheid’ = Grieks-Romeinse wereld. Receptie is meer dan ‘traditie’, ‘invloed’, ‘erfgoed’, Nachleben. Receptie = appropriatie (in de zin van toe-eigening). Dit wijst op de actieve rol van de ‘ontvangende’ partij. NB: theoretisch is dit ‘het springende punt’ met de meeste consequenties. Receptie is een voortgaand proces: de Oudheid wordt ook in de Oudheid reeds gerecipieerd, enzovoort. Receptie is een cumulatief proces. In vrijwel elke situatie hebben we dus te maken met ‘recepties’ in het meervoud. In het kort: elke tijd (plaats, groep, enz) schept en gebruikt eigen oudheidbeelden.
Waarom receptiestudies? Receptie van een bron beïnvloedt de manier waarop we naar die bron kijken. Een wetenschappelijk oudheidbeeld is een van de producten van receptie, maar het staat niet alleen: het ondervindt concurrentie van alle andere oudheidbeelden die gaande het receptieproces gegenereerd worden. Hoe men de Oudheid recipieert is in zichzelf interessant, want het zegt veel over de ‘ontvangende’ samenlevingen. Receptie-studie draagt bij aan de studie van het algemene thema van culturele (dis)continuïteit.
Het terrein van de receptiestudies Receptie-theorie en receptie-geschiedenis Receptiestudies betreffen de ‘kunsten’ (performatief, beeldend, literair…), maar tevens alle andere aspecten van de ‘ontvangende’ samenleving. Receptiestudies kijken ook naar de wetenschappelijke bestudering van de Oudheid. Receptie kan de vorm of de inhoud betreffen, of beide in wisselende combinaties. NB: pogingen tot re-creatie van ‘de Oudheid’ zijn, paradoxaal, vrijwel altijd een bijzonder geval van receptie van de inhoud.
Het receptieproces De BRON wordt door een RECEPTOR al dan niet gemedieerd gerecipieerd, binnen een bepaalde CONTEXT, met een bepaald DOEL en met bepaald, bedoeld of onbedoeld EFFECT. BRON = antieke teksten, afbeeldingen, materiële cultuur, EN alle betekenissen die daarin besloten liggen Gemedieerd = indirect: als onderdeel van een ‘string of receptions’ (< Budelmann & Haubold) Context = omvat eerdere/andere recepties