AFI1 Eliminatie en regulatie Warmteregulatie 1 Anatomie / fysiologie Eliminatie en regulatie Warmteregulatie 1 FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Functies van de huid Temperatuurregulatie FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Temperatuurregulatie De mens behoort tot de warmbloedige organismen (homeotherm). Temperatuur wordt constant gehouden bij wisselende omgevingstemperatuur. Geldt met name voor lichaamsholten (kern). Ledematen en huid varieren in temperatuur. FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Temperatuurregulatie Een constante lichaamstemperatuur is noodzakelijk voor het optimaal functioneren van de enzymen in de organellen Het lichaam produceert warmte, neemt warmte op en geeft warmte af aan de omgeving FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Temperatuurregulatie Koude zintuigen en warmte zintuigen bevinden zich in resp. lederhuid en onderhuidbindweefsel Waarneming temperatuur alleen verandering ervan! Pijnervaring bij > 45º C of bij < 0º C FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Temperatuurregulatie De warmtebalans is in evenwicht als de warmteafgifte gelijk is aan de som van warmteproductie en warmteopname warmteproductie warmteopname warmteafgifte FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Warmteproductie Energie-omzetting In rust >50% inwendige organen Huid/spieren ca. 20% Bij inspanning huid en spieren ca. 90% huid/spieren ingewanden hersenen rest inspanning FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Temperatuurzones Kerntemperatuur (centrale) en schiltemperatuur (perifere) A: tijdens rust of koude B: tijdens inspanning of warmte Temperatuur beeld menselijk lichaam in A koude en B warme omgeving FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Kerntemperatuur Inwendige of kerntemperatuur. Is normaal 37,2 °C (± 0,5°C) = instelpunt Dag-en-nachtritme. Ochtend (3 uur) laag en de vooravond (17 uur) hoog (0,5 tot max. 1 º C verschil) Menstruele cyclus, na ovulatie ca. 0,5 º C verschil hoger Lichamelijke inspanning, kerntemperatuur evenredig hoger met de mate van inspanning. (1 - 2 º C) FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Temperatuurregulatie Tot de schil horen: huid, onderhuids bindweefsel, oppervlakkige spieren en bij extreme kou de hele extremiteit De lichaamsschil kent een variabele dikte; binnenste van de romp en hersenen horen altijd tot de kern Schiltemperatuur in rust is mede afhankelijk van de omgevingstemperatuur. FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Kern / schil / Delta temperatuur Het verschil tussen kern en schil is de DELTA temperatuur. Beeld van perifere circulatie Normaal ca. 1,5 °C of perifere circulatoire compensatie Indien extreem of perifere circulatoire insufficiëntie FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Afwijkingen in delta temperatuur > 4° C perifere vasoconstrictie Sterke afkoeling / onderkoeling Hypovolemie FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Afwijkingen in delta temperatuur <= 0° C perifere vasodilatatie Zeer warme omgeving / warmtestuwing Hyperthermie Gevaar hypovolemie FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Temperatuurregulatie Warmte uitwisseling met de omgeving vindt plaats door: Radiatie (straling) Conductie (geleiding) Convectie (stroming) Evaporatie (verdamping) ~ ~ FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Temperatuurregulatie Fysisch = regulatie huidvaten en zweetklieren (afgifte warmte van de longen is vrij constant) Chemisch = stofwisseling vooral spieren Regulatie onder invloed van temperatuurregulatiecentrum in de tussenhersenen. FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Warmte-opname Radiatie (straling) en conductie (geleiding) Warmte neem je op als de temperatuur van de omgeving hoger is dan die van de huid. Radiatie (straling) Conductie (geleiding) ~ ~ FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Warmteafgifte Inwendige warmte wordt door bloed naar lichaamsoppervlak getransporteerd. Alleen mogelijk als de huidtemperatuur lager is als de kerntemperatuur. Radiatie (straling) Conductie (geleiding) Convectie (stroming) Evaporatie (verdamping) ~ ~ FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Radiatie ~ ~ Indien voorwerp in omgeving kouder dan huid of geen stralingsbron (nachtelijke hemel) -> huid kan stralingswarmte afgeven. Straling heeft geen vervoermiddel nodig nauwelijks beïnvloed door luchttemperatuur. Warme kamer met koude muur -> afgifte Vrieskou met lekker zonnetje -> opname FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Conductie en convectie Directe geleiding naar lucht of voorwerpen die kouder zijn dan de huid. Conductie (geleiding) Indien de luchtlaag ook verplaatst wordt dan convectie Convectie (stroming) FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Evaporatie Bij hoge buitentemperaturen en zware arbeid; radiatie, conductie en convectie niet effectief. Verdamping -> diffusie H2O door huid Perspiratio insensibilis Zweetklieren -> neuronale activatie Perspiratio sensibilis. Buitentemperatuur > 36° C warmteafgifte alleen door evaporatie. FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Evaporatiemaxima Indien de buitentemperatuur nog verder stijgt: Warmteopname (straling, geleiding) Evaporatie nog meer opvoeren Voorwaarde Omgevingslucht relatief droog (woestijn, sauna) Bij vochtige omgevingslucht in rust zijn temperaturen tot 33° C te verdragen. FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Temperatuurregulatie Bij koude prikkels uit koude sensoren in de huid. naarmate de huid kouder is des te sterker worden de prikkels. langsstromend kouder wordend bloed. thermosensoren in koudecentrum in de hypothalamus -> prikkels naar warmteproducerende processen en remming warmteafgifte. FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Temperatuurregulatie bij koude Koudeprikkels bereiken de hersenschors: . koudegevoel; warmer kleden verwarming hoger klein maken Koudesensoren prikkelen koudecentrum in hypothalamus prikkeling van spieren; rillen klappertanden FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Temperatuurregulatie bij koude AFI1 Temperatuurregulatie bij koude Door sympaticus prikkeling vetweefselmetabolisme stijgt (rilvrije warmteproductie bruin vetweefsel -> pasgeborenen) adrenaline concentratie stijgt: gevolg metabolisme stijgt + perifere vasoconstrictie kippenvel (rudimentair) thyroxine concentratie stijgt: gevolg metabolisme stijgt In tegenstelling tot veel zoogdieren bezit de mens nagenoeg geen bruin vet. Alleen pasgeborenen hebben rondom de ruggewervels een kleine hoeveelheid bruin vet voor noodgevallen. FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Reacties bij extreme koude AFI1 Reacties bij extreme koude perifere vasoconstrictie waardoor bevriezing van extremiteiten (vingers, tenen) op kan treden. Om de ca. 10 min. treedt er een korte vasodilatatie op Cold induced vasodilation (CIVD). Het optreden van een CIVD is te trainen, (visfileerders, Eskimo’s). Sint Bernardshonden hebben een kruik cognac bij zich. Dit zou de onderkoeling verminderen. Alcohol verlaagd de rilrespons en verhoogt het mentale comfort en is dus sterk af te raden. Is er geen enkele kans te overleven dan de hele kruik leegdrinken!! FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Temperatuurregulatie Bij warmte langsstromend warmer wordend bloed prikkels uit warmtesensoren in de huid thermosensoren in warmtecentrum in de hypothalamus FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Temperatuurregulatie bij warmte Warmteprikkels bereiken de hersenschors gevolg: warmtegevoel; kleren uit verwarming lager groot maken Vanuit CZS verlaging van de spiertonus rustig aan doen FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Arterioveneuze warmte-uitwisseling d.m.v. Tegenstroom uitwisseling Warme omgeving Koude omgeving arterie vene 37 36 37 36 35 34 36,5 35 36 34 33 32 31 35,5 35 32 35 31 FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Regeling - omgeving Omgevingstemperatuur / Temperatuurregeling (naakt) 100 Alleen door gedrag Gebied tussen rillen en zweten is de neutrale zone (27 - 32°C naakt) Regulatie alleen door huiddoorbloeding te variëren. Door smal regulatiemechanisme is gedrag belangrijk. Bij extreme temperaturen is gedrag doorslaggevend 80 60 40 Zweten 32 Thermisch neutraal kippenvel Rillen Klappertanden 20 -20 Alleen door gedrag Nol vragen hoe of wat…? -40 FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Thermosensorische functie De waarneming van de kerntemperatuur oftewel lichaamstemperatuur, is gelegen in de hypothalamus Normale temperatuur > 36,5º en < 37,5º C Pyrexie / febris >38° C Hypothermie < 35º C (overlevingskans!) Hyperpyrexie > 41º C FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Thermosensorische functie Setpoint (instelpunt) in hypothalamus Normaal > 36,5º en < 37,5º C Thermostaatfunctie Wordt bij koorts op hoger niveau ingesteld FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Koorts Koorts: instelpunt wordt verhoogd door toxische stoffen (pyrogenen) Pyrogeen = koortsverwekkend Pyrogenen zijn stoffen (eiwitten) die de temperatuur verhogen, ook wel koortsopwekkende middelen genoemd FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Oorzaken koorts Exogene pyrogenen Pyrogenen (koortsopwekkende) stoffen (Toxinen) van bacteriën (Toxinen) van virussen Sommige geneesmiddelen Endogene pyrogenen Stoffen vrijkomend bij weefselbeschadiging Stoffen vrijkomend afbraak witte bloedlichaampjes Dehydratie, waardoor transpiratie in gevaar komt. FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Verhoging instelpunt pyrogenen Koorts = verhoogde kern temperatuur bij een hoger instelpunt Setpoint 38,5º C Lichaamstemp = 37,5º C = 38,5º C pyrogenen 37,5º C FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Temperatuurregulatie bij koorts Gevolg: alle maatregelen worden genomen om de warmteproductie op te voeren en de warmteafgifte te beperken gevolg: patiënt krijgt het koud. Na het bereiken van het nieuwe setpoint komt warmteafgifte op gang door vasodilatatie en radiatie (rode droge huid). Bij einde koorts: setpoint weer normaal, verhoogde warmteafgifte door evaporatie FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
AFI1 Koude rilling Snelle stijging van lichaamstemperatuur, door bijvoorbeeld bacteriemie? Of setpoint snel veel hoger? 3 stadia snelle temp stijging, met rillen van de kou (extra dekens, kruik, elektrische deken) hoge koorts stabiele temperatuur (extra dekens verwijderen) daling temp met heftig zweten (opfrissen) Einde koorts: instelpunt is gedaald, lichaamstemperatuur is te hoog, men gaat zweten Wetenschap is het er nog niet overeens of de KR veroorzaakt wordt door bacterieaemie of de snelle stijging van het setpoint. FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Verloop koude rilling FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Temperatuurregulatie Hyperthermie = verhoogde centrale lichaamstemperatuur bij hetzelfde instelpunt. (hoger dan setpoint) Hypothermie = verlaagde centrale lichaamstemperatuur bij hetzelfde instelpunt. (lager dan setpoint) FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Temperatuurregulatie Hyperthermie lichamelijke inspanning stijgt; warmteafgifte verloopt te traag Hitteberoerte (warmtestuwing / zonnesteek) lichaamstemperatuur blijft stijgen, tot ± 41°C en niet in staat tot transpireren gevolg regelcentra werken niet meer: levensbedreigend Hitte uitputting door overmatig zweten ontstaat dehydratie en zouttekort FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Afterdrop bij onderkoeling Perifeer koud Opwarmen schil (alcohol inname!) Vasodilatatie perifeer (koud) langsstromend bloed koelt af en mengt zich met centraal bloed Daling van de kerntemperatuur FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie
Afterdrop bij hitteberoerte Kern warm Perifeer warm (transport) Snel afkoelen schil Vasoconstrictie perifeer; minder langsstromend bloed waardoor warmteafvoer belemmert wordt Bovendien wordt verdamping door koelen minder Verdere stijging van de kerntemperatuur FHV2009 / Cxx55 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Warmteregulatie