Leefbaarheid, sociale cohesie en community care Frans Thissen Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies
Vooraf Leefbaarheid, sociale cohesie en community care: Moeilijke begrippen voor betrekkelijk gewone zaken Leefbaarheid: Wat vinden bewoners over hun dorp? Sociale cohesie: Erbij horen, samen iets organiseren Community care: Zorgen voor elkaar, lief en leed delen Opzet van de inleiding Onverkende Paden: naar een nieuwe verscheidenheid Maatschappelijke veranderingen in dorpen De sociale draagkracht van dorpen in Borsele Leefbaarheid Sociale cohesie Community care
Kwetsbaarheid - Zelfredzaamheid Individu: balans tussen draaglast en draagkracht Kwetsbaarheid - Zelfredzaamheid op individueel niveau Huishouden: draagkracht van partner, gezinsleden en hulpbronnen Kwetsbaarheid - Zelfredzaamheid op niveau van het huishouden Dorp / buurt: eisen die dorp / buurt stelt en de steun (sociale draagkracht) die dorp / buurt geeft: Kwetsbaarheid - Zelfredzaamheid op het niveau van het dorp / buurt
Op weg naar een ‘nieuwe verscheidenheid’ Onverkende Paden: Voortschrijdend inzicht: van een oude naar een nieuwe verscheidenheid van woonkernen Ontwikkeling aantal inwoners Ontwikkeling aantal huishoudens Ontwikkeling sociaal profiel (ouder, alleenstaand, ‘anders’), vooral in het licht van globalisering (de lokale identiteit wordt steeds belangrijker) Doorslaggevend voor de lokale ontwikkeling: de kwaliteit van het wonen Voorzieningen in kleine dorpen: naar een reële en perspectiefvolle benadering De betekenis van een eigen school voor een dorp Betekenis van de ontwikkeling van het sociaal profiel van dorpen voor zorg, welzijn en leefbaarheid
Op weg naar een ‘nieuwe verscheidenheid’
Maatschappelijke veranderingen in dorpen Autonome dorp (oude verscheidenheid): Bloei van het autochtone dorp tijdens de Wederopbouw: 1950-1970 Nieuwe welvaart bleef in het dorp Het autonome dorp als ‘machtig beeld’ Woondorp (nieuwe verscheidenheid): Verplaatste consumptie (mobiliteit) Algemene schaalvergroting van het leven (sociale en economische domein) Schaalverkleining (culturele en politieke domein)
Verschillen tussen bewoners Autonome dorp Je bent er geboren of opgegroeid, je komt ‘van het dorp’ Je werkt er en je doet er je boodschappen: je woont ‘op het dorp’ Woondorp Je bent er gaan wonen om de mooie woning en aangename woonomgeving Voor je sociale contacten en voorzieningen ben je niet afhankelijk van het dorp
Van een oude naar een nieuwe verscheidenheid Autonome dorpen In dorp geboren en getogen bewoners (leefpaden) Activiteiten in het eigen dorp (dagpaden) Woondorpen Bewoners die zich ooit in dorp hebben gevestigd (leefpaden) Activiteiten buiten het dorp waar men woont (dagpaden)
Automobiliteit In steeds meer huishoudens zijn een of meer auto’s beschikbaar Steeds meer bewoners beschikken zelf over een auto
bewoners zijn in het dorp Leefpaden Steeds minder bewoners zijn in het dorp geboren en getogen
Dagpaden Steeds meer bewoners zijn voor een deel van de dag buiten het dorp. Onder vrouwen recent veel verandering
Van een oude naar een nieuwe verscheidenheid Autonome dorpen In dorp geboren en getogen bewoners (leefpaden) Activiteiten in het eigen dorp (dagpaden) Traditioneel referentiekader: Uitgedragen door bepaalde bewoners en bestuurders Somber perspectief op leefbaarheid en sociale cohesie Woondorpen Bewoners die zich ooit in dorp hebben gevestigd (leefpaden) Activiteiten buiten het dorp waar men woont (dagpaden) Opkomend referentiekader: Uitgedragen door bepaalde bewoners Beter en reëler perspectief op leefbaarheid en sociale cohesie
Leefbaarheid in het autonome dorp Ontwikkeling aantal inwoners Ontwikkeling aantal voorzieningen Nog vaak wordt op het niveau van het dorp een samenhang gezien tussen de ontwikkeling van het aantal inwoners, de ontwikkeling van het aantal voorzieningen en de ontwikkeling van de leefbaarheid. Verondersteld wordt dat de ontwikkeling van het inwonertal directe invloed heeft op de ontwikkeling van het lokaal voorzieningenniveau, bijvoorbeeld door te veronderstellen dat door woningbouw het aantal klanten voor voorzieningen toeneemt en zo het verdwijnen van bepaalde voorzieningen kan worden voorkomen. Ook wordt vaak verondersteld dat door het verdwijnen van lokale voorzieningen de leefbaarheid ter plaatse ernstig wordt aangetast. Tenslotte zou een positief beoordeelde leefbaarheid belangrijk zijn voor de ontwikkeling van het inwonertal. Het probleem van deze keten van lokale samenhangen is dat dorpen in toenemende mate te klein zijn voor deze redenering. Zo heeft de steeds maar verder toenemende automobiliteit ervoor gezorgd dat de mogelijkheden voorzieningen te bereiken sterk is toegenomen. Een samenhang tussen de ontwikkeling van het aantal inwoners en de ontwikkeling van het plaatselijk voorzieningenniveau op het niveau van het dorp bestaat dan ook niet. Ook in onverkende paden (p. 37) wordt beseft dat schaalvergroting en mobiliteitsontwikkelingen belangrijker zijn. Voeg daaraan toe het veranderend gedrag van bewoners. Ontwikkeling Leefbaarheid
Leefbaarheid in het woondorp Regiovorming Ontwikkeling gemeenschaps-initiatieven (voorzieningen) Ontwikkeling woonfunctie binnen de streek Vanuit het referentiekader van het woondorp is een reëler en tegelijkertijd positiever perspectief op lokale voorzieningen in dorpen mogelijk. Een positieve beoordeling van de woonsituatie in dorpen is de basis voor een positieve beoordeling van de leefbaarheid in dorpen. Een van de gevolgen van deze ontwikkeling is dat in woondorpen allerlei gemeenschapsinitiatieven worden genomen. Gemeenschapsinitiatieven die het karakter hebben van plaatselijke voorzieningen. Gemeenschapsinitiatieven die op hun beurt het dorp als woondorp voor bepaalde bewoners aantrekkelijker maken. In dit schema is de voorziening niet de voorwaarde voor de lokale leefbaarheid, maar het gevolg. De groeiende betekenis van gemeenschapsinitiatieven hangt samen met een andere emotionele gerichtheid van bewoners op hun dorp. In Onverkende Paden (p. 38) wordt gemeld dat (aldus beschouwd) kleine gemeenschappen eerder in staat zijn de gevolgen van krimp op te vangen: verantwoordelijkheidsgevoel, gemeenschapsgevoel zijn er groter. Ontwikkeling Leefbaarheid Ontwikkeling aantal inwoners voorzieningen Ontwikkeling Leefbaarheid Autonome dorp:
De sociale draagkracht van de dorpen in Borsele Leefbaarheid, sociale cohesie en community care in kleine dorpen
Verschillende beoordeling van de leefbaarheid Autonome dorp Oordeel over de voorzieningen in het dorp is belangrijk “We hebben nog een kleine supermarkt en we hebben nog een bakker … Want als je dat niet meer hebt op een dorp … en dat zouden we misschien meer moeten gaan beseffen met z’n allen” Woondorp Oordeel over de eigen woning en de woonomgeving is belangrijk “Eigenlijk hebben we heel doelbewust voor dit dorpje gekozen want het is … de Parel van de Zak. En die Zak sprak ons vreselijk aan … Het landschap trok ons ontzettend”
Sociale samenhang in dorpen Autonome gerichtheid Hoofdactiviteit hebben binnen het dorp Gebruik van dorpsvoorzieningen Familie in het dorp hebben Zich vooral dorpsbewoner voelen Lokale betrokkenheid Organiseren en bezoeken dorpsactiviteiten Dorpsraad bezoeken Trots zijn op het dorp Actief zijn in dorpsverenigingen Bereid actie te voeren voor het dorp
De ontwikkeling van sociale cohesie Autonoom dorp Sterke autonome gerichtheid Lokale betrokkenheid is vanzelfsprekend Woondorp Zwakke autonome gerichtheid Lokale betrokkenheid is niet meer vanzelfsprekend
De ontwikkeling van sociale cohesie Autonoom dorp Sterke autonome gerichtheid Lokale betrokkenheid is vanzelfsprekend Autonoom gericht en sterke lokale betrokkenheid Woondorp Zwakke autonome gerichtheid Lokale betrokkenheid is niet meer vanzelfsprekend Dorpen met sterke lokale betrokkenheid Dorpen met een relatief zwakke lokale betrokkenheid
Das Dorf ist eine Welt: Jindrich Streit 2008 Deze zomer bezocht ik in Passau een tentoonstelling van het werk van Jindrich Streit, een Tsjechische fotograaf, met de titel ‘Das Dorf ist eine Welt’. Jindrich Streit portretteert het leven in Tsjechische dorpen, in zwart / wit, en altijd met dorpsbewoners in beeld: heel gewoon, het alledaagse leven. Het dorp is daar nog “een wereld”: met werk en wonen, met jong en oud, met weinig rijke en opvallend veel arme bewoners, en … met ‘zorg voor elkaar’. Het zijn ontnuchterende beelden, want het is bepaald geen rurale idylle: het leven is er rauw, het publieke domein is er verwaarloosd en verloederd, er wordt teveel gedronken, ongezond gegeten. De armoede is terug te lezen in slechte gebitten, in kromgewerkte lijven, in kleding die mij doet denken aan onze jaren vijftig, en aan veel modder En zorg: tja dat is zo te zien de zorg die je ontvangt vanuit de traditionele kaders van de familie, het dorp en de kerk. Zorg ontvangen betekent wel dat je je behoort te schikken in de normen en waarden van de zorggevers.
Community care en de Wmo Hoe groter de lokale betrokkenheid, des te groter de bereidheid hulp te bieden en des te groter de daadwerkelijke hulpverlening Kwetsbare groepen wat betreft lokale betrokkenheid / zorg: Oudste ouderen: zij trekken zich langzaam terug Bewoners zonder auto: zijn minder in sociale netwerken opgenomen Begrensde hulp: bewoners geven aan dat de voorwaarden voor het geven van frequente en structurele hulp vaak niet meer aanwezig zijn. Het belang van sociale netwerken: voor het uitwisselen van hulp en het signaleren van kwetsbaarheid.
Hulp: het belang van sociale netwerken
Leefbaarheid – sociale cohesie – community care Twee relaties spelen een rol: Directe relatie: Leefbaarheid bevordert de zelfredzaamheid van bewoners (waardoor minder hulp nodig lijkt te zijn) Indirecte relatie: Lokale informele hulp is gebaseerd op lokale betrokkenheid, welke weer is gebaseerd op positief oordeel over leefbaarheid
Ontwikkeling van zelfredzaamheid en lokale informele hulp
‘Sociale staat van het Platteland’ (SCP) Overgebleven dorpsleven: sociaal kapitaal op het hedendaagse platteland Plattelandsbewoners zijn iets meer gericht op de lokale gemeenschap dan stedelingen Leefbaarheid op het platteland is goed, mede dankzij de sociale samenhang Lokale culturele tradities zijn op het platteland springlevend Houding van plattelandsbewoners is redelijk open, maar niet ten opzichte van allochtonen Sociale vitaliteit op het platteland is niet afhankelijk van de lokale oriëntatie van bewoners
Conclusies Dorpen en hun bewoners hebben te maken met een overgang van het ‘autonome dorp’ naar het ‘woondorp’ Dorpen kenmerken zich door een sterke sociale samenhang, maar lokale betrokkenheid is steeds minder vanzelfsprekend; oudste ouderen en bewoners zonder auto blijken kwetsbaar Dorpen waar nieuwe vormen van lokale betrokkenheid zich met moeite ontwikkelen zijn kwetsbaarder Oordeel over de leefbaarheid is van belang voor de lokale betrokkenheid. Lokale betrokkenheid is van belang voor het geven van informele hulp Informele hulp wordt vooral op basis van wederkerigheid uitgewisseld in netwerken. Mogelijkheden voor informele hulp zijn echter begrensd. Leefbaarheid is van direct belang voor de zelfredzaamheid van bewoners en indirect via lokale betrokkenheid voor de steun die bewoners krijgen uit informele hulp.
Leefbaarheid, sociale cohesie en community care Frans Thissen Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies