Grammar Chapter 3 – G3 One en Ones
One en Ones De woorden one en ones worden in het Engels gebruikt om zelst.nw die al eerder in de zin zijn genoemd te vervangen Bijvoorbeeld: I’ll take the blue shirt and the red one. Je weet al dat het hier gaat over een shirt, dus hoef je dat niet nog eens te zeggen en vervang je het woord shirt in de tweede helft van de zin door one. Als het hier zou gaan om twee of meer shirts (=meervoud), was de zin als volgt geweest: I’ll take a blue shirt and two red ones, because I like the red ones very much.
One en Ones De woordjes one en ones gebruik je ook in de volgende situaties. Je herkent ze misschien wel: We sell English magazines and Dutch ones. Where can I buy a present? You can buy one at the gift shop. We sell small cars and big ones. (na: bijvoeglijke nw) These are nice cardigans; which one would you like to buy? (=na which) Which cakes do you like? This one or that one? (na: this/that)
Opdrachten Zoek een Engelse tekst/teksten waarin je voorbeelden vindt van dit grammatica onderdeel. Onderstreep/markeer minimaal 3 voorbeelden van het gebruik van one en ook 3 van ones. Bewaar deze tekst(en) in je portfolio. Maak opdracht 3 op blz 78 van je WB.