Newton – VWO Statica Samenvatting
Kracht is een vectorgrootheid Een kracht heeft een grootte 7,20 cm → 720 N richting FZ aangrijpingspunt Bij het tekenen gebruik je een krachtenschaal, b.v. 1cm 100 N Krachten kun je optellen als vectoren: Optellen bij onderling loodrecht: F1 + F2 F2 F2 α F1 F1
Soorten krachten spierkracht zwaartekracht Fz = m· g (g=9,81 N/kg) Fv (N) zwaartekracht Fz = m· g (g=9,81 N/kg) veerkracht Fv = C· u (C in N/m) wrijvingskracht hangt af van met: schuifwrijving Fw,s rolwrijving Fw,r luchtwrijving Fw,l u (m) massa, ruwheid oppervlak massa, vervorming oppervlak snelheid, frontaal oppervlak stroomlijn, dichtheid v.d. lucht
Krachtenpaar Als twee voorwerpen een kracht op elkaar uitoefenen is er sprake van een krachtenpaar: een actie- en een reactiekracht. (3e wet van Newton) De krachten zijn even groot en tegengesteld, zoals bij: normaalkracht van een ondersteunend vlak spankracht in een touw Fs Fn F F
Krachten ontbinden Een kracht F kun je ontbinden in twee componenten: Fy F α Fx Op een hellend vlak Fn in evenwicht is: Fz,x Fw,s Fz,y α Fz
Momentenevenwicht Het moment van een kracht is het product van kracht en arm: Een krachtmoment veroorzaakt een draaibeweging Er is geen draaibeweging als: Toepassingen: hefboom – tandwiel – katrol Fn Bij een draaibare staaf in rust, is: r1 r2 F1 Fz F2
Kracht en beweging Bij krachtenevenwicht is een voorwerp in rust of beweegt eenparig rechtlijnig, en is (1e wet van Newton) Nuttige formules die (indien nodig) gegeven worden: • Gravitatiekracht: • Wrijvingskrachten: