Lesplanning Binnenkomst Intro Vragen huiswerk

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Voorrangsregels bij rekenen (2)
Advertisements

- Hoe noem je uitkomsten?
Een getal met een komma noemen we een decimaalgetal.
Rekenwerk Alle mogelijkheden die je tegenkomt.
Een jaar heeft: 12 maanden 4 kwartalen 52 weken 365 dagen
H1 Basis Rekenvaardigheden
Grote getallen Getallen groter dan vier cijfers schrijf je meestal in groepjes van drie. Je schrijft niet maar Dit spreek je.
2e Kamerverkiezingen 2012.
Regels economie: Geldbedragen ronden wij af op centen. Bijvoorbeeld €2,99 -> dus twee decimalen. Andere aantallen rond je af op één decimaal. Tenzij anders.
De toets data 2kb juni 2kc juni 2kd 20 juni 2ke 17 juni   2ma 19 juni
Lesplanning Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent
Wat is geld?.
Lesplanning Binnenkomst
REKENEN.
Elke 7 seconden een nieuw getal
2.1 Procenten en promillages
Bewegen Hoofdstuk 3 Beweging Ing. J. van de Worp.
Goedemiddag H3b.
Optellen en aftrekken tot 100 TE + E = TE mb
Meetonzekerheden In de natuurkunde moet je vaak een grootheid meten
Lesplanning 6.5 blz. 174 t/m 177 Binnenkomst. Intro. Uitleg docent.
Lesplanning 6.4, blz Binnenkomst. Ging dit goed? Intro. Bespreken proefwerk hoofdstuk 5 Uitleg docent paragraaf 6.4, blz Zelfstandig.
Lesplanning 1.2 Binnenkomst Intro Uitleg docent Zelfstandig werken, oordopjes verdienen? Afsluiting van de les. Lokaal verlaten.
Lesplanning – paragraaf 7 blz. 38
Lesplanning Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent 2.2
Blz Prioriteiten stellen betekent dat je de belangrijkste dingen eerst koopt/ betaalt. Huishoudelijke uitgaven zijn producten die je vaak koopt,
Lesplanning Binnenkomst Intro Nakijken 1.4
Lesplanning economie Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent 1.6 Zelfstandig werken, met radio?? Afsluiting van de les. Lokaal verlaten.
Blz Prioriteiten stellen betekent dat je de belangrijkste dingen eerst koopt/ betaalt. Huishoudelijke uitgaven zijn producten die je vaak koopt,
Lesplanning Binnenkomst Intro Bespreken proefwerk Uitleg docent 2.3
Lesplanning Binnenkomst Intro Nakijken 1.5 Uitleg 1.6
Lesplanning Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent 1.3 Zelfstandig werken, met radio?? Afsluiting van de les. Lokaal verlaten.
Lesplanning – paragraaf 7 blz. 38 Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent Zelfstandig werken, met radio?? Afsluiting van de les. Lokaal verlaten.
Lesplanning Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent 2.4 Zelfstandig werken, met radio?? Afsluiting van de les. Lokaal verlaten.
Lesplanning 3.2 blz Binnenkomst Intro Nakijken 3.1, klaar? Dan alvast 3.2 maken Uitleg 3.2 Gezamenlijk lezen blz Zelfstandig werken,
Wat moet je elke les bij je hebben? handboekwerkboek Potlood: hiermee maak je de opgaven. Pen: hiermee kijk je na, je verbetert fouten met pen en gumt.
Ronde 1: aan het werk gaan.
Les 2 groep 8 leerdoel: Je kunt werken met een verhoudingstabel.
Uitleg Russisch delen.
30 x 40 = 1200 m2 8.1 Omtrek en oppervlakte 40 m 30 m
Vergelijkingen oplossen
Opgave 6 a–8–5– a – 6–30–21–9– · –8 – 6 =3 · –5 – 6 =3 · –1 – 6 =3 · 0 – 6 =3 · 3 – 6 =3 · 7 – 6 =3 · 11 – 6 = opgave 5 aPeter verdient.
Voorrangsregels bij rekenen (1)
Rekenen Hoofdstuk 9.
2.1 Rekenen K. van Dorssen.
Hoofdstuk 9 havo KWADRATEN EN LETTERS
Basisvaardigheden: Metingen en diagrammen
Samenvatting hoofdstuk 1
Heel kleine getallen.
€ 160 Nu 25 % korting ! 25 % van 160 = 160 – 40 = X € 120.
1.2 Binnenkomst Nakijken herhaling 1.1 Uitleg 1.2 Lezen 1.2
Rekenen.
Significante cijfers Wetenschappelijke notatie a • 10b
Inhoud Breuken (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen).
Significante cijfers Wetenschappelijke notatie
Deze les hoofdrekenen les 1 vervolg
Deze les nieuwe opzet Instructietafel links in de klas
Cijferen 5de leerjaar.
Les 4 : rekenen met tabellen
Les 3: Negatieve getallen Les4: Optellen en aftrekken
Rekenen Les 5: vermenigvuldigen en delen Les 6: Afronden met breuken en kommagetallen.
Les 4 Optellen en aftrekken in dagelijkse situaties
Breuken optellen.
Hoofdrekenen 1.
Rekenen Les 5: vermenigvuldigen en delen Les 6: Afronden met breuken en kommagetallen.
Les 3: Negatieve getallen Les4: Optellen en aftrekken
Rekenen met grote getallen
Bewerkingen met natuurlijke getallen
Hoofdrekenen 1.
Transcript van de presentatie:

Lesplanning Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent. Let op: § 6 (= 2 lessen) Opgaven maken: Van maanden naar weken en van weken naar maanden nog niet maken! Afsluiting van de les. Lokaal verlaten.

DEEL 1 - Hoe noem je uitkomsten? Rekenen met breuken Decimalen Afronden van bedragen

Hoe noem je uitkomsten? Optellen: 2+3= 5 . De uitkomst, 5, noemen we de som. Aftrekken: 6-2= 4. De uitkomst, 4, noemen we het verschil. Vermenigvuldigen: 2*3= 6. De uitkomst, 6, noemen we het product. Delen: 8:4 = 2. De uitkomst, 2, heet het quotiënt.

Rekenen met breuken Wat is 1/5 deel van 100 mensen? 100 mensen : 5 = 20 mensen. Dus 1/5 deel van 100 = 20 mensen Wat is 3/5 deel van 100 mensen? 1/5 deel zijn 20 mensen Dus 3/5 deel is 1/5 * 3 = 60 mensen

Wat is 1/8 deel van 320 euro? 320 euro : 8 = 40 euro. Dus 1/8 deel van 320 euro = 40 euro Wat is 5/8 deel van 320 euro? 1/8 deel is 40 euro Dus 5/8 deel is 1/8 * 5 = 200 euro

Decimalen 1 decimaal = 1,5 dus 1 cijfer achter de komma.. 2 decimalen = 1,52 dus 2 cijfers achter de komma. 3 decimalen = 1,524 dus 3 cijfers achter de komma.

Afronden van bedragen De cijfers 5,6,7,8 en 9 worden naar boven afgerond De cijfers 1,2,3,4 worden naar beneden afgerond. 11,4 wordt bij afronden op heel bedrag 11 11,5 wordt bij afronden op heel bedrag 12 10,77 wordt bij afronden op één decimaal 10,8 20,348 wordt bij afronden op twee decimalen 20,35 31,3469 wordt bij afronden op drie decimalen 31,347

DEEL 2 - Rekenen met kwartalen, maanden, weken en dagen

Een jaar heeft: 12 maanden 4 kwartalen 52 weken 365 dagen Een maand heeft geen 4 weken!!!! Omrekenen doe je altijd via het jaarbedrag! Een jaar heeft: 12 maanden 4 kwartalen 52 weken 365 dagen

Wat? Hoeveel in één jaar? Hoe reken ik dan het jaarbedrag uit? Een kwartaal 4 keer kwartaalbedrag x 4 Een maand 12 keer maandbedrag x 12 Een week 52 keer Weekbedrag x 52 Een dag 365 keer Dagbedrag x 365 Omrekenen van een week naar een maand of van een maand naar een week doe je altijd via het jaarbedrag! Wat? Hoeveel in één jaar? Hoe reken ik dan het jaarbedrag uit? €40 per kwartaal 4 keer €40 x 4 = €160 €10 per maand 12 keer €10 x 12 = €120 €2 per week 52 keer €2 x 52 = €104 €0,5 per dag 365 keer €0,5 x 365 = €182,5

jaarbedrag: 4 = kwartaalbedrag Wat? Hoeveel in één jaar? Hoe reken ik dan het jaarbedrag uit? Een kwartaal 4 keer kwartaalbedrag x 4 Een maand 12 keer maandbedrag x 12 Een week 52 keer Weekbedrag x 52 Een dag 365 keer Dagbedrag x 365 Als je het jaarbedrag weet kun je het kwartaalbedrag, het maandbedrag, het weekbedrag of het dagbedrag uitrekenen. jaarbedrag: 4 = kwartaalbedrag jaarbedrag: 12 = maandbedrag jaarbedrag: 52 = weekbedrag jaarbedrag: 365 = dagbedrag

Omrekenen doe je altijd via het jaarbedrag! 1) Je verdient 100 euro per maand, hoeveel is dit per dag? Dus: 100 euro x 12 maanden = 1200 per jaar. Er zitten 365 dagen in een jaar. Dus: 1200 euro / 365 dagen = 3,30 euro 2) Je verdient 200 euro per kwartaal, hoeveel is dit per week? Een kwartaal heeft 3 maanden. Dus er zijn 4 kwartalen in het jaar! Dus: 200 euro x 4 kwartalen = 800 euro per jaar Dus: 800 euro / 52 weken = 15,40 euro