Hoofdstuk 7: Kunst voor de burger De gouden eeuw
Vanaf ongeveer 1590 wordt Amsterdam het economisch centrum van de wereld.
Oorzaken; bezetting van Antwerpen vlucht van rijke handelaren uit Antwerpen calvinisme (uitleggen ook predestinatie) vluchtelingen die zorgen voor goedkope arbeidskrachten etc
Alle kleuren en geloven bij elkaar Vanaf ongeveer 1600 tot ongeveer 1700 de gouden eeuw In de gouden eeuw laten de mensen zien dat ze het goed hebben. Bovendien vermengen de rijke kooplieden met de regenten (oude machtige families)
Frans Hals (1583-1666) Maakt een huwelijks portret van een stel. Waarin je dit (trots op rijkdom) duidelijk ziet. Let op de blik van beiden, de sierraden en de distel (mannentrouw) en de klimop (vergroeiing), wijnrank (vriendschap) Die symbolen zijn niet nieuw, maar het zijn in deze tijd wel altijd bepaalde symbolen.
Johannes Vermeer (1632-1675-) zeer belangrijk schilder hoewel hij maar circa 40 schilderijen heeft gemaakt. gewone taferelen Licht inval kenner van de Italiaanse schilderkunst perspectivisch heel sterk
Schilderijen overdag bedekt ’s avonds gordijn open en urenlang kijken naar herkenbare taferelen. Die schilderijen zitten echter vol verborgen boodschappen en grapjes. Alledaagse zaken hebben een dubbelzinnige betekenis
Jan Steen (1626-1679) Het toneel van de wereld We zien een herberg waar het er vrolijk aan toe gaat. Maar het zit vol verwijzingen Homo Bulla Toont de mens zoals hij is, maar niet zou moeten zijn.
De schilders van de gouden eeuw richten zich meestal op een van de 5 belangrijkste genres historiestuk genrestuk stilleven landschap vanitasstilleven (pas op!)