Samenvatting H3 Gaswisseling
De wet van Fick X = O (C2- C1) . Dc l X = hoeveelheid stof die per tijdseenheid diffundeert O = het oppervlak (C2-C1) = het concentratie verval l = afgelegde weg Dc = diffusie constante (afhankelijk van het medium)
Ademhaling mens Inademen: Middenrif naar beneden Buitenste tussen ribsspieren trekken samen, en trekken het borstbeen omhoog
Ademhaling mens Uitademen: Middenrif omhoog Binnenste tussen ribspieren trekken samen, en drukken borstbeen naar beneden
CO2 transport: Reactie 1 CO2 diffundeert vanuit de cellen het bloed in en gaat een reactie aan met H2O: CO2 + H2O H2CO3 H+ + HCO3- CO2 diffundeert rode bloedcel in. HCO3- stijgt dus in de bloedcel. HCO3- diffundeert het cytoplasma in. Om verlies negatieve lading te compenseren: Cl- diffundeert de bloedcel in.
Reactie 2 Wanneer hemoglobine zuurstof afstaat, bindt het aan de vrije H+ uit reactie 1 HbO2 + H+ HHb + O2 Doordat er zich nu minder vrije H+ in het bloed voorkomt: minder verzuring van het bloed!
In de longen Wordt O2 weer aan Hb gebonden H+ wordt dus weer losgekoppeld van Hb. De reacties lopen in tegengestelde richting: HHb + O2 H+ + HbO2 H+ + HCO3- H2CO3 CO2 + H2O Effect: CO2 diffundeert uit het bloed de longblaasjes in
Reactie 3 Naast dat CO2 in het bloedplasma vervoerd wordt, speelt Hb ook een belangrijke rol bij het vervoer van CO2. Het bindt zich aan een NH2-groep van het eiwit Hb. Eiwit-NH2 (amine) + CO2 eiwit-NHCOO- + H+ Het vervoer van zuurstof en koolstofdioxide hangt dus af van evenwichten CO verstoort dit evenwicht: bindt 200x sterker aan Hb dan zuurstof!
pH buffers in het bloed We hebben gezien wanneer er CO2 uit de weefsels het bloed in diffundeert dat er zuren (H+) vrijkomen. Dit zorgt voor een te lage pH. Dit wordt weggevangen door: Reactie tussen H2CO3 H+ en HCO3- Fosfaten: H2PO4 H+ en HPO4- Eiwitten zoals Hb die door hun samenstelling zowel H+ kunnen opnemen als afstaan: HbH Hb- + H+ Door dit type reacties wordt er een pH van 7,0 – 7,8 gehandhaafd in het bloed en treden er geen extreme schommelingen op.