De roodhalsganzen overwinteren in Nederland

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Wat doen wij met Gods Schepping …
Advertisements

Ongewenste micro-organismen
“It is not enough to succeed.
Antibiotica,de werking
8. Virussen.
de cel als bouwsteen van levende wezens
Biotechnologie, voor iedereen
De Cel Een blik op de cel.
de submicroscopische bouw van een cel
1 van genotype tot fenotype
DNA bouw en replicatie.
EIWITSYNTHESE.
1 van genotype tot fenotype
Relaties in de natuur Planten produceren zuurstofgas
Ordening: Indeling in de 4 rijken
VERSCHIL TUSSEN VIRUS EN BACTERIE.
Systematiek De eerste die probeerde een systematische indeling te maken was Aristoteles ( voor Christus). Bijna alle wetenschappers uit zijn tijd.
Ordening: Indeling in de 4 rijken
EIWITSYNTHESE.
Anatomie Fysiologie.
Classificeren van dieren
BACTERIËN.
Vijfrijkensysteem volgens Whittaker.
Leer van de cellen.  Plantaardige cellen ◦ Zonnenergie (en water) omzetten in suikers ◦ Tijdens proces zuurstof afgeven  Dierlijke cellen ◦ Verbuiken.
Bacteriën Heil en onheil.
Wat zijn microben?.
DNA en DNA mutaties: celkern met DNA chromosoom
DNA Erfelijke materiaal. Twee nucleotiden ketens
Keuze-opdracht 3-1.
DNA en eiwitten.
Ordening: Indeling in de 4 rijken
Periode 1 Biologie Lesstof voortgangtoets 1.1
DNA 5 havo 2014.
In deze presentatie ga je wederom kijken hoe het DNA wordt
Par Planten Planten zijn: AUTOTROFE EUKARYOTEN
Vandaag Goedemorgen allemaal. Ik heb niet echt een stem vandaag, vandaar deze powerpoint. Ik kan wel individueel uitleg geven. Ps. Wil zeker niet zeggen.
Thema 8 Moleculaire genetica
Examentrainer 2 Cellen ©JasperOut.nl.
BIO 42 Het centrale dogma.
Terugblik BS 1 en 2 Biologie is de studie van organismen (levende wezens)
Hoofdstuk 1 Paragraaf 4 Uit welke delen bestaat een bacterie?
B. Stof 5 De celorganellen Plantencellen en hun organellen 1
Genexpressie B6.
Zelfstandigheidproject 3 VWO
Leskaart indelen van organismen
Thema 4 DNA. Genotype - Fenotype genotype: de erfelijke eigenschappen die vastliggen in het DNA (in de genen). fenotype: alle uiterlijk waarneembare kenmerken.
12.2 Stofwisselingsprocessen Autotroof: Organismen die uit anorganische moleculen hun benodigde organische moleculen kunnen maken Naam van dat proces:
2 DNA ©JasperOut.nl.
(Antibiotica) resistentie Gezondheid V31. Wat als een dier toch ziek wordt? 1.Heeft de afweer(immuniteit) van het dier zijn werk gedaan en wordt een dier.
PP Thema 2 ZW klas 3. §1 Organismen ordenen Een organisme is een levend wezen. Ordenen is organismen in groepen indelen. Je doet dit door naar de kenmerken.
Bacteriën en schimmels
Virussen NW 2015 Hygiene en Gezondheid.
3 DOMEINEN Uit door endosymbiose Par. 5 blz. 112) ontstaan cellen hebben zich de huidige organismen ontwikkeld die we kunnen onderbrengen in 3 domeinen:
Voedingsstoffen Bouwstoffen
12.4 Dissimilatie Dissimilatie is het afbreken van grotere moleculen in kleinere, waarbij energie vrijkomt en wordt vastgelegd in de vorm van ATP. Deze.
Bouw, functie, onderdelen, transport
Waar gaan we het vandaag over hebben denk je?
Basisstof 3: Immuniteit / vaccinatie
Basisstof 3: Immuniteit / vaccinatie
DNA, RNA en Eiwitsynthese
Antibiotica Gezondheidzorg V4.2
Ordening Hoofdstuk 4.
Fagocyten.
Antibiotica Gezondheidzorg V4.2
12.2 Stofwisselingsprocessen
B. Stof 2 Prokaryoten B. Stof 3 Eukaryoten
Transcript van de presentatie:

Oefenen! http://www.havovwo.nl/havo/hbi/bestanden/hbi09iopg13.pdf http://www.havovwo.nl/havo/hbi/bestanden/hbi09iopg8.pdf De roodhalsganzen overwinteren in Nederland. Het lijkt of ganzen in Nederland het vooral voorzien hebben op het sappige, net ingezaaide gras in weilanden. Ze zouden daaraan de voorkeur geven boven de natuurlijke grassen uit de kwelder (buitendijks land dat ook bij vloed niet meer onder water loopt). Uit onderzoek blijkt dat het kweldergras voor hen beter is dan het jonge gras in een weiland. Het gras in een weiland levert wel meer reservebrandstof op, maar het kweldergras leidt tot een betere opbouw van de vliegspieren. En die zijn nodig voor de lange tocht naar Siberië. 3 Welke component van kweldergras levert de basis voor een betere opbouw van de vliegspieren van de roodhalsganzen? A de aminozuursamenstelling B de koolhydraatsamenstelling C de mineralensamenstelling D de vetzuursamenstelling E de vitaminensamenstelling

Een patiënt meldt zich op de polikliniek en zijn slijmvliescellen worden onderzocht op de aanwezigheid van Haemophilus influenzae bacteriën. In het preparaat worden naast de bacteriën ook cellen van de patiënt aangetroffen. Hieronder zie je twee afbeeldingen. 26 − Welk van de afbeeldingen (P of Q) stelt de cel van de patiënt voor en welke de bacterie? − Geef van zowel de cel van de patiënt als van de bacterie twee kenmerken op basis waarvan je concludeert welke cel van de patiënt is en welke de bacteriecel is.

In levende cellen spelen verschillende macromoleculen een rol, onder andere bij informatieopslag. In afbeelding 2 zie je kleine stukjes van drie verschillende soorten macromoleculen. C Uracil C Adenine A Cytosine T G Guanine 27 Welke van deze moleculen kunnen worden aangetroffen in het cytoplasma van bacteriën? A alleen 1 en 2 B alleen 1 en 3 C alleen 2 en 3 D zowel 1, 2 als 3

B slecht zicht in de schemering C vergroeiingen D vermoeidheid In de tekst wordt aangegeven dat darmbacteriën een nuttige functie kunnen vervullen voor de gastheer. Zij spelen onder andere een rol bij de vorming van vitamine K. Bacteriële infecties worden bestreden met antibiotica. Bij overmatig gebruik van antibiotica worden echter naast de schadelijke bacteriën ook veelnuttige darmbacteriën gedood. 28 Welk van de volgende verschijnselen kan het gevolg zijn van zo’n verstoring van de darmflora? A bloedingen B slecht zicht in de schemering C vergroeiingen D vermoeidheid Een voorbeeld van een antibioticum is chlooramfenicol. Dit antibioticum verstoort de werking van ribosomen van bacteriën. Ribosomen van bacteriën verschillen van die van andere organismen, zodat chlooramfenicol de functie van ribosomen uit bijvoorbeeld neusslijmvliescellen niet verstoort. 29 − Welk proces wordt direct door chlooramfenicol geremd? − Tot welke groep organismen behoren bacteriën? proces tot de groep van A DNA replicatie eukaryoten B DNA replicatie prokaryoten C eiwitsynthese eukaryoten D eiwitsynthese prokaryoten