CAT Wieske Mosmuller & Myriam Castelot

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Wanneer presenteert een CVA zich als een delier??
Advertisements

Trombolyse bij ouderen
RSI? zoeken naar de in de e-hooiberg >
Effecten van consultatieteams voor palliatieve zorg in het ziekenhuis
En orale antivirale profylactische therapie J.Nouwens Groep
Draaideurfenomeen bij depressie 2DWO/RE/2008/P029
Frank-Erik de Leeuw neuroloog
Onderzoek in het Erasmus MC Rotterdam
DEMENTIE: diagnostische en therapeutische ontwikkelingen
Depressieve stemming na een beroerte…….
Marlous Kastelein Groep: Alex & Meike
Psychose als bijwerking van ritalin
Vermoeidheid na een CVA
Barend van Duin, huisarts/HOVUmc/CAHAG
Barend van Duin, kaderhuisarts/HOVUmc/CAHAG
De fysiotherapeutische behandeling bij patiënten met een CVA, opgenomen in de Nederlandse ziekenhuizen; Een beschrijvende studie van de huidige zorg.
Delier in de palliatieve fase
Essentiële tremor Behandeling
CAT Dorus Fennis 11 augustus 2005
CAT C. Peels B.M.A. Pieters juli 2006
C.A.T. Diagnostische waarde van MRI bij Creutzfeldt–Jacob Disease
sudden deafness bij positieve Borrelia-serologie: LP?
Dotteren bij Vaatspasmen na SAB
CAT Véronique Hornikx.
Heparine bij AF in acute fase herseninfarct
CAT Mariëlle Vlooswijk
Obstructief slaap apneu syndroom en herseninfarct (CAT)
Voorspellende factoren van post-CVA depressie
Behandeling van spierspanningshoofdpijn met Botuline toxine A
Symptomen narcolepsie:
Exercise for people with peripheral neuropathy Karin Faber CAT, 8 september 2005.
SSEP in de diagnostiek van meralgia paresthetica
Lasègue bij lumbaal radiculair prikkelingssyndroom
Glatirameer (Copaxone) bij MS
atriumfibrilleren en cerebraal infarct J. Verhagen & G. Kloppenburg
Carpale Tunnel Syndroom: Corticosteroid injectie of Chirurgie?
De waarde van een EEG-patroon bij het voorspellen van recidief insulten CAT A. Bour.
Annerie Moers 11 augustus 2006
Clusterhoofdpijn en zuurstoftherapie
Statine na een herseninfarct (of TIA)
European Stroke Strategies Helsingborg Consensus Conference maart 2006.
CBO richtlijn beroerte
Psychologische behandeling van depressie na een beroerte
Klinische les *** Ondervoeding en SNAQ op de (afdeling)
Co-schap huisartsgeneeskunde Je naam datum
Nut van tympanometrie bij diagnose OME bij kinderen?
Nederlands tijdschrift voor Diabetologie
Family History Is a Predictor for Appendicitis in Adults in the Emergency Department Michael J. Drescher ea. West J Emerg Med December; 13(6): 468–471.
Symptoom van falende ziekenhuiszorg aan ouderen?
M2 Pico-CAT (KDO 17 juni 2010) E.A.van Hell 17 juni 2010.
CAT Critical Appraisal of a Topic
Diagnose Door neuroloog, psychiater, neuropsychiater of internist-geriater Gebaseerd op de DSM-IV criteria Beeldvorming van de hersenen (CT-scan of NMR)
Bijtwonden en antibiotica profylaxe
Hypnose bij het prikkelbare darmsyndroom
Presentatie stand van zaken werkgroep ‘Inhoud’
Het effect van bètablokkers op COPD-exacerbaties
Plasma NT-proBNP en predictie van cardiovasculaire morbiditeit, mortaliteit, en veranderingen in functionele status, bij de oudste ouderen: de Leiden.
Geeft de MDRD formule een betere benadering van de glomerulaire filtratiesnelheid dan de formule van Cockcroft-Gault? Rikkert Jonkheijm AIOS Erasmus MC.
Heeft deze patiënt meningitis? Dries Verheijen 21 augustus 2012.
Wel of geen antibiotica geven na een hondenbeet Jelle Kolkman Aiosgroep van Alex en Marielle
“..is het echt geen longembolie?” De diagnostische waarde van de D-dimeer Chiara Messidoro Groep Reinout en Ron, juni 2008 Afdeling huisartsgeneeskunde.
Delier en opioiden Marleen van der Kaaij, 27 mei 2014.
Ouderen die bewegen en vallen…
Disclosure belangen NHG spreker
Diagnostische tests voor
Lokale corticosteroïdinjectie bij epicondylitis medialis
Diagnose en classificatie in de Psychiatrie
Maartje Schouwenburg, HAIO jaar 2 VUmc NHG-Wetenschapsdag, 8 juni 2018
Acupunctuur na een acute beroerte
Total scores in the seven minute screen (7MS) (A) and the mini-mental state examination (MMSE) (B) in controls (n = 45), intact patients (n = 48), Alzheimer’s.
Transcript van de presentatie:

CAT Wieske Mosmuller & Myriam Castelot MMSE na een CVA CAT Wieske Mosmuller & Myriam Castelot

Inhoud Casus Klinische vraag Zoekstrategie Evaluatie van studies Bottom line Literatuur

Casus Vrouw, 58 jaar Ischemisch CVA rechts VG: struma, SAB acom wv coiling, lumbago, depressie Med: prozac, renitec, paracetamol Roken + Alcohol + Acom = anterior communicating artery

Neurologisch Onderzoek Helder, georienteerd, bradyfreen Dysartrie Centrale parese nVII li, hemianopsie li Kracht 5/5- Mingazinni -/+ VZR volgens Babinski bdz Overige reflexen normaal symmetrisch Sensibiliteit intacte MMSE = 18/30

Klinische vraag Kunnen we de MMSE als screeningsinstrument gebruiken voor cognitieve stoornissen bij een CVA patiente van 58 jaar in de subacute fase? P: CVA patienten, binnen 2 weken na CVA E: MMSE<24 : cognitieve stoornis C: MMSE>24 : geen cognitieve stoornis O: Neuropsychologisch onderzoek

Is de MMSE bruikbaar? Cognitieve stoornissen hebben een negatieve voorspellende waarde voor functionele prognose na CVA (ADL) Makkelijk, snel, goedkoop, niet belastend Studie van Anthony en co. (1983): 87% sensitief en 82% specifiek in opsporen dementie en delier

Zoek strategie Cochrane: “stroke AND cognit*” Pubmed: "Cerebrovascular Accident"[MeSH] AND mmse[Title/Abstract] ->65 hits ‘Related articles’ en literatuurlijsten 4 relevante studies

Nys 2005 Restrictions of the Mini- Mental State Examination in acute stroke 38 stroke unit patienten met CVA (in NL) Inclusie en exclusie criteria duidelijk Patient-controle studie (34 controles) Classificatie naar type CVA en handicap Gouden standaard = NPO Cognitieve stoornis = significant lagere score dan gemiddelde van controles Zoeken naar cutoff met Se>80% en Sp>60%

Res ultaten van Nys 2005 <23 30.4 100 23.5 <24 34.8 70 35.3 MMSE cut-off Sensitiviteit (%) Specificiteit Prevalentie van cognitieve stoornissen volgens MMSE <23 30.4 100 23.5 <24 34.8 70 35.3 <25 56.5 60 52.9 <26 69.6 40 67.6 <27 95.7 85.3 <28 88.2 <29 30 91.2 70% patienten had cognitieve stoornissen volgens NPO Gemiddelde MMSE score = 24

Nys 2005 Restrictions of the Mini- Mental State Examination in acute stroke Conclusie artikel De MMSE is geen valide screeningsinstrument om cognitieve achteruitgang te meten na een CVA Bij het afkappunt 24 punten is de sensitiviteit van de test zeer laag (35%) Vooral subcorticale lacunaire infarcten Expectation bias (niet geblindeerd) Reproduceerbaarheid niet onderzocht Kleine populatie Resultaten wijken af van andere studies

Blake 2002 An evaluation of screening measures for cognitive impairment after stroke Populatie 112 CVA patienten 64 mannen en 48 vrouwen 38-92 jaar (mean: 70,8 jr) Geen gouden standaard (niet alle patienten hebben NPO afgemaakt) MMSE vergeleken met conclusie staff in rapport na cognitieve evaluatie

Blake 2002 An Evaluation of screening measures for cognitive impairment after stroke Uitkomsten 112 patiënten waarvan 31% impaired Afkappunt MMSE<24 voor cognitieve stoornis algemeen: sensitiviteit 62% en specificiteit 88% Niet aanbevolen als screeningstest

Dick 1984 Mini-mental state examination in neurological patients 126 patienten Neurologie & Neurochirurgie afdeling Niet specifiek CVA-patienten ‘Gouden standaard’ = klinische beoordeling (!) Reproduceerbaarheid MMSE goed Cut-off MMSE<24: sensitiviteit 76%, specificiteit 96% MMSE wel aanbevolen als routine evaluatie Overgevoelig voor fatische stoornissen en ondergevoelig voor R hemisfeer-stoornissen WAIS = Weschler Adult Intelligence Scale

Grace 1995 Folstein vs Modified Mini-Mental State Examination in Geriatric Stroke Populatie 70 CVA patiënten 27 mannen en 43 vrouwen Gemiddelde leeftijd 74,5 jaar Patienten in revalidatiekliniek Gouden standaard = NPO Score van patienten vergeleken met normen

Grace 1995 Folstein vs Modified Mini-Mental State Examination in Geriatric Stroke Uitkomsten Patienten Cutt-off Sensitiviteit (%) Specificiteit (%) Alle patienten <27 81 45 CVA li hemisfeer <24 83 100 CVA re hemisfeer <28 86 30

Grace 1995 Folstein vs Modified Mini-Mental State Examination in Geriatric Stroke Conclusie MMSE matig sensitief Niet gevoelig voor R hemisfeer laesie

Bottom line MMSE als screeningstest voor cognitieve stoornis na CVA is matig sensitief Slechte test bij R hemisfeer laesie We bevelen het gebruik van de MMSE dan ook niet aan bij CVA patienten in de kliniek

Literatuur Anthony JC et al. Limits of the 'Mini-Mental State' as a screening test for dementia and delirium among hospital patients. Psychol Med. 1982 May;12(2):397-408. Nys GM et al. Restrictions of the Mini-Mental State Examination in acute stroke. Arch Clin Neuropsychol. 2005 Jul;20(5):623-9. Blake H, McKinney M, Treece K, Lee E, Lincoln NB. An evaluation of screening measures for cognitive impairment after stroke. Age Ageing. 2002 Nov;31(6):451-6. Zwecker M et al.  Mini-Mental State Examination, cognitive FIM instrument, and the Loewenstein Occupational Therapy Cognitive Assessment: relation to functional outcome of stroke patients. Arch Phys Med Rehabil. 2002 Mar;83(3):342-5. Grace J et al. Folstein vs modified Mini-Mental State Examination in geriatric stroke. Stability, validity, and screening utility. Arch Neurol. 1995 May;52(5):477-84.  Dick, J. P.et al. Mini-mental state examination in neurological patients. Journal of Neurology, Neurosurgery, and Psychiatry. 1984; 47:496–499. Folstein M. F., Folstein S. E., McHugh P. R. “Mini-mental state”. A practical method for grading the cognitive state of patients for the clinician. Journal of Psychiatric Research. 1975;12:189–198.