Hyponatriemie J. van Tuijl 7 november 2007.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De bloeddruk.
Advertisements

Transfusie van bloedproducten bij neonati
Ondervoeding bij kinderen in het ziekenhuis
Hoe sterk reageert de vraag op een prijsverandering
Hyponatriemie en de hersenen
Je lichaam in balans suikerbalans waterbalans.
NEOADJUVANTE CHEMOTHERAPIE
Vermogen Veel vermogen Zelfde locomotief in model, weinig vermogen.
Water en zouthuishouding
H10 Regeling Regelmechanismen, temperatuurregeling, regelcentrum, positieve terugkoppeling, negatieve terugkoppeling.
Functies van de nier Uitscheiden van afvalstoffen. Productie van urine. Waterhuishouding. Mineraalhuishouding. Regelen van de bloeddruk. Regelen van.
Verkoopresultaat Niveau 3 Kerntaak 5 Blz. 63.
Q-koorts Yolande Bezuijen ( met dank aan Floor Human )
Esther Heijkoop Diëtist MCA
Als de som en het verschil gegeven zijn.
Nefrotisch syndroom.
Regelmaat in getallen … … …
Oefeningen F-toetsen ANOVA.
Alcohol en uitscheiding
Stoffentransport tussen cellen en hun omgeving
Inkomen bij ziekte en arbeidsongeschiktheid
Obesitas Een teveel aan lichaamsvet en daarmee een (ernstige mate van) overgewicht.
Onderdeel infuussnelheid en berekenen zuurstofcylinder
Inkomen les 20 Begrippen & opgave 100 t/m Begrippen Collectieve lasten Geheel van belastingen en sociale premies.
V5 Chemische evenwicht H11.
Dotteren bij Vaatspasmen na SAB
Epiduraal hematoom (EDH)
Transport Bs 1&2 Bloed en bloedsomloop. Transport van stoffen Klein afstanden: van cel tot cel –DIFFUSIE Bloedsomloop (mens) –Dubbele bloedsomloop Grote.
Transport Bloed en bloedsomloop Informatie en animaties over het bloed.
Waarom insuline-therapie door de huisarts?
Gecompliceerd Ulcuslijden Bloedingen en Perforaties Stichting BG Reinier de Graaf Groep Bare Buttocks Sessie Bare Buttocks Sessie Maagbloedingen: de Dagelijkse.
Gecompliceerd Divertikellijden van het colon
Bare Buttocks sessie Conservatieve behandeling diverticulitis:
Anatomie / fysiologie Nieren 3 Bloeddruk AFI1
HARTFALEN en de NT-proBNP
De behandeling van een sigmoïdvolvulus
Chemisch rekenen: overzicht
Individuele leerlijnen
Oude nieren Martine Verhoeven.
Voorlopige overslagcijfers 2009 Hans Smits President-directeur Havenbedrijf Rotterdam 30 december 2009.
Hematologie rood – wit – blauw.
Vulling Hoeveel water heeft een mens en waar zit het?
Hyponatriemie Maartje Salomons.
Urogenitale aandoeningen
Hoorcollege 3 Overgewicht Diabetes Jelle Wijma
Het observeren van het bewustzijn.
De chemische concentratie
Hyperadrenocorticisme Primair / Secundair / Iatrogeen
Ziekte van Addison.
Thema 2 Cellen § 2.4 Opname en afgifte van stoffen tussen cellen en het uit- of inwendig milieu.
Vocht huishouding.
Regeling door Hormonen
Shock en vloeistoftherapie.
Respiratie en zuur-base evenwicht
HbA1c Leonie van der Heul Klinisch chemicus io Symposium 17 jan 2014.
Hormoonklieren = endocriene klieren
Symposium Medicatiebeoordeling 30 juni 2016 Dr. H.C.J. Geers ‘Van evidence based blockbuster farmacotherapie naar de individuele aanpak.’
Shock en vloeistoftherapie.. Wat is shock? Onvoldoende perfusie = doorbloeding van de weefsels. Waardoor de weefsels te weinig zuurstof krijgen.
Hartfalen Hospice Wageningen Renkum Adri Jobse huisarts.
Angst en pijnbeleving bij kinderen Pijn is een onaangename ervaring die in verband wordt gebracht met bestaande of dreigende weefselbeschadiging of wordt.
Problemen met urineren
Meten van de bloeddruk.
Blok 3 Gezondheid en gedrag
LF3 Periode 1 Hormoonstelsel
Medische kennis Bouke Cuperus
Duizeligheid.
Groeihormoon-stoornis..
Transcript van de presentatie:

Hyponatriemie J. van Tuijl 7 november 2007

Casus Mw. V., 70 jaar Overname uit Venlo in verband met SAB 24/10 CTc: SAB, a com aneurysma Advies: 25/10 coiling

Casus ‘smiddags voorafgaand aan coiling reeds bekend dat er een hyponatriemie is (121) Afgesproken: urine osmolaliteit en natrium na coiling 25/10 DSA: 100% occlusie a. com aneurysma

Casus 20.00u gebeld door recovery: mevrouw is suf, voert opdrachten niet uit en praat niet goed. NO/ E3M5Vdysfasie, m.n. Wernicke. Ligt met ogen dicht, maar opent ze direct bij aanspreken. Voert opdrachten niet uit. Bij spontane bewegingen achterblijven rechter arm en been t.o.v. linker arm en been.

Casus DD neurologische achteruitgang vaatspasmen waarbij ischemie (dosis nimotop van 17.00 u is niet gegeven, manipulatie in arteriën tijdens coiling) hyponatriemie epileptisch/nonconvulsieve status rebleed (maar zojuist coiling met 100% occlusie)

Casus: Beleid Lab 25/10: Na+ 121 > 126, K+ 3.17 > 3.41, ureum 3.8, kreat 45, glucose onbekend Urine: osmolaliteit 86, Na+ 5 CTc 25/10: SAB, coilartefacten, mogelijk hypodensiteit links in gyrus precentralis Nimotop alsnog geven (via perfusor)

Casus Overleg dd. interne geneeskunde: ruim vocht geven (3 l) alleen NaCl 0.9%. 26/10 opnieuw controle Na, K lab 26/10 Na+ 139, K+ 3.53 urine 26/10: Na+ 155, osmol 426

Beloop Natrium Zie mirador

SAB en hyponatriemie SIADH, cerebral salt wasting? Prognose Beleid Hoe zit het ook alweer?

Fysiologie: osmolaliteit osmolaliteit: de concentratie van een oplossing, uitgedrukt in het aantal osmols per kg oplosmiddel (onafhankelijk van temperatuur en volume van de oplossing) osmolariteit: de concentratie van een oplossing, uitgedrukt in het aantal osmols per liter oplossing (temp. en volume hebben wel invloed) Wordt met name bepaald door natrium, glucose en ureum.

Fysiologie: hyponatriemie pseudohyponatriemie: bv. door hoge glucose spiegel echte hyponatriemie door teveel aan totaal lichaamswater door tekort aan lichaamsnatrium of -kalium of beide Normale respons bij hyponatriemie: onderdrukking van ADH-afgifte > toename urine productie > herstel plasma-osmol

Fysiologie: oorzaken Oorzaken hyponatriemie Onderverdeling in: normovolemische hyponatriemie hypovolemische hyponatriemie hypervolemisch hyponatriemie

Fysiologie A overschot aan totaal lichaamswater B tekort aan totaal lichaamsnatrium C overschot aan totaal lichaamsnatrium, echter met een nog groter overschot aan totaal lichaamswater NB: In alle gevallen intracellulaire overhydratie

Fysiologie A) Overschot aan lichaamswater SIADH hypothyreoidie glucocorticoidtekort pijn of emoties > verhoogde ADH-afgifte reset osmostat > bij ernstig chronisch zieken geneesmiddelen desmopressine, oxytocine, antipsychotica, antidepressiva, bromocriptine, carbamazepine, chloorpropamide, clofibraat, cyclofosfamide, narcotica, nicotine, vincristine, NSAIDs, tolbutamide, chloorprompamide, cyclofosfamide)

Fysiologie De afgifte van antidiuretisch hormoon (ADH): uit de hypofyse achterkwab regulatie door osmotische stimulus (plasma-osmolaliteit) bij SIADH > primair meer ADH > overmatige waterretentie, hetgeen leidt tot een verhoogde NaCl-excretie (dus urine natrium is hoog, negatieve natriumbalans)

Fysiologie B) Hyponatriemie door een tekort aan lichaamsnatrium of –kalium primair zijn Na+- of K+-zouten verloren gegaan > hierdoor hypovolemie > verhoogde ADH-afgifte Netto zoutverlies is groter dan netto waterverlies > hyponatriemie

Fysiologie Oorzaken renaal zoutverlies: diuretica mineralocorticoid deficientie nierziekten ketonurie (bij hongeren of diabetes) “CEREBRAL SALT WASTING”?

Fysiologie B) extrarenaal zoutverlies C) hypervolemie en hyponatriemie zie schema C) hypervolemie en hyponatriemie

SAB en hyponatriemie Bij 30% van de SABs hyponatriemie in de eerste twee weken Meestal geringe hyponatriemie (> 124 mmol/l) Samenhang met toename cerebrale vaatspasmen en slechtere neurologische prognose

Historisch beloop Jaren ’50 CSW voor het eerst beschreven Daarna gelijk gesteld aan SIADH Echter er lijkt toch een verhoogde natriurese te zijn met daarbij horende hypovolemie. Dus het is niet hetzelfde als SIADH. NTVG 2000 Betjes en Koopmans

SIADH vs. CSW SIADH > gedacht werd dat overmatige ADH productie het gevolg was van een ontregeling van de hypothalamus. (door post-operatieve stress, misselijkheid en intracraniele drukverhoging)

CSW Echter pas in de jaren ’80 > meting van de volume status. Bij >70% daling van het circulerend volume bij NCH-patiënten en tendens tot negatieve vochtbalans bij SAB patiënten.

CSW Hypothesen over oorzaak verhoogde zoutuitscheiding: atrium natriuretisch peptide (ANP) brein natriuretisch peptide (BNP)

CSW vs. SIADH Uptodate: lab-bevindingen zijn hetzelfde hyponatriemie (< 135) en lage plasma osmolaliteit inappropriately verhoogde urine osmol (>100 mosmol/l en meestal >300 mosmol/l) urine natrium concentratie meestal > 40 mmol/l laag serum urinezuur concentratie door uitscheiding van ureum in de urine. Enige verschil is de volumedepletie bij CSW (hypotensie, verminderde huidturgor)

Beleid indien hyponatriemie bij SAB Lab: Na, K, ureum, kreat, glucose. Urine: Na, osmol, glucose

Terug naar de casus Urine: osmolaliteit 86, Na+ 5 Klopt niet met SIADH en ook niet met CSW. Dus boeken/artikelen geven ook niet altijd de oplossing. Mengbeeld SIADH en CSW? Invloed van ruim infuus beleid.

Literatuur Betjes, Koopmans. Hyponatriemie bij acute intracraniele aandoeningen: cerebraal zoutverlies. NTVG 2000;144: 553-6 De Jong, Koomans, Weening. Klinische nefrologie. Derde druk 2000, p.92 ev. www.uptodate.com