Hoogteverschillen in het landschap. Reliëfvormen.
Vijf groepen reliëf; Laagland of laagvlakte; van 0m-200m boven het zeeniveau (Nederrijns laagland). Heuvelland; van 200m -500m boven het zeeniveau (Eiffel). Plateau; hooggelegen vlakte (hoogland van Tibet). Middelgebergte; van 500m -1500m boven het zeeniveau (Ardennen). Hooggebergte; alles boven de 1500m (Alpen).
Laagland of laagvlakte;
Heuvelland;
Plateau of hoogvlakte;
Middelgebergte;
Hooggebergte;
Oudgebergte; Een gebergte dat ongeveer 200 miljoen jaar oud is. Ronde afgesleten toppen.
Jonggebergte; Gebergte van ongeveer 40 miljoen jaar oud. Spitse punten en steile hellingen.
V-dal; V-dal ontstaan door neerslag dat de hellingen afslijt.
U-dal; U dal ontstaan door het uitslijten van gletsjers.
Rivierdal; Rivier snijdt zich in de bodem.