H1, par. 2 (aangevuld) Instraling: deel van de zonnestraling (zichtbaar licht en ultraviolette straling) bereikt de aarde. Uitstraling: aarde geeft straling af aan de ruimte, langgolvig. Stralingsbalans (= energiebalans): overzicht in- en uitstraling Hoeveelheid straling niet overal hetzelfde (box 1): 1.) dichtheid wolkendek 2.) breedteligging op aarde 3.) lengte van de dag en de zonnestand gedurende de dag De zon verwarmt de atmosfeer dus indirect / direct via het aardoppervlak. Warmtestraling van de zon wordt tegengehouden door waterdamp en koolstofdioxide Dynamisch evenwicht: evenwicht van eenheden die in beweging zijn > energie instraling is ong. gelijk aan uitstraling
H1, par. 2 Gassen atmosfeer: 1.) stikstof 78 % 2.) zuurstof 21 % 3.) sporengassen: argon, ozon, kooldioxide methaan 1 % Bron 8 bestuderen (incl. tekst blz 9, middelste kolom)
H1, par. 2 Broeikaseffect: kooldioxide, methaan en waterdamp houden de warmtestraling van de aarde tegen. Gem. temp. op aarde: 15 graden, dankzij natuurlijke broeikaseffect. Versterkt broeikaseffect: toename broeikasgassen in de atmosfeer > meer warmte wordt vastgehouden. Het broeikaseffect is geen milieuprobleem, versterkt broeikaseffect wel.