De “losgemaakte” ablativus Ablativus Absolutus De “losgemaakte” ablativus
Ablativus absolutus Bestaat uit: een (voor)naamwoord in de ablativus en een participium (ppa of ppp) in de ablativus Vervangt een bijwoordelijke bijzin (je moet zelf nog een voegwoord aanvullen) Het (voor)naamwoord in de abl. wordt onderwerp van de bijwoordelijke bijzin Het ptc in de abl. wordt persoonsvorm van de bijwoordelijke bijzin Het onderwerp in de hz. en het onderwerp van de abl abs zijn verschillend
Ablativus absolutus Het participium kan een ppa of ppp zijn. Het ppa vertaal je actief en gelijktijdig Het ppp vertaal je passief en voortijdig
Ablativus absolutus Voorbeeld met ppa Graecis magna vi urbem Troiam capientibus Troiani celeriter fugerunt. Terwijl / omdat de Grieken met groot geweld de stad Troje innamen, vluchtten de Trojanen snel
Ablativus absolutus Voorbeeld met ppp. Urbe Troia magna vi a Graecis capta Troiani celeriter fugerunt. Nadat / omdat de stad Troje met groot geweld door de Grieken was ingenomen, vluchtten de Trojanen snel.