Hoofdstuk 1(1477-1555)
Politiek DE NEDERLANDEN In 1477 trouwt Maria van Bourgondie met Maximiliaan van Habsburg. Zij moet het Groot Privilege toestaan -Staten Generaal mag op eigen gezag bijeenkomen -landsheer mag niet zonder toestemming belasting innen of oorlog beginnen (bedes ↔ privileges)
vervolg Door dit huwelijk worden de Bougondische erflanden verbonden met de Oostenrijkse erflanden en het Duitse keizerschap Hun zoon Filips de Schone trouwt met Johanna van Aragon (de Waanzinnige) Daardoor komen Spanje, delen van Italie en de Spaanse kolonies bij het rijk Hun zoon Karel V trouwt met Isabella van Portugal
vervolg Karel verwerft door oorlogen de rest van de Nederlanden (17 gewesten) Friesland,Groningen, Drenthe, Sticht, Oversticht en als laatste Gelre (1543) In 1549 wordt in de Pragmatieke sanctie de Nederlanden tot een ondeelbaar erfgoed gemaakt In 1519 wordt hij keizer van Duitsland (gekocht met geleend geld van de Fuggers) In 1522 Habsburgse erflanden naar zijn broer Ferdinand
vervolg In 1555 treedt Karel af. Ferdinand wordt gekozen tot keizer van Duitsland. Zijn zoon Filips II krijgt Spanje en de Nederlanden Vanaf 1555 zijn er dus 2 takken van de Habsburgers (Spaanse en Oostenrijkse)
Organisatie Karel voert een centralisatiepolitiek Hij stelt een landvoogdes aan (in Brussel) (tot 1530 zijn tante Margaretha van Oosten- rijk en tot 1555 zijn zus Maria van Honga- rije) Naast de landvoogdes -Raad van State (advies) hoge adel -Raad van Financieen juristen en burgers -Geheime raad (binnenlandse zaken en justitie) juristen en burgers
vervolg In de gewesten stelt hij stadhouders aan (stadhouder betekent plaatsvervanger) Dat zijn hoge edelen die de centralisatie in de gewesten moeten uitvoeren b.v. Willem van Oranje (stadhouder van Holland,Zeeland en Utrecht) Tegenover Karel staan de Gewestelijke Staten die streven naar autonomie (particularisme)
vervolg Elk gewest had -eigen wetten -eigen rechtspraak -eigen munt -eigen belastingen(accijnzen,vermogens- belasting) -eigen bestuur Bestuur verschilt per stad( burgemeesters en vroedschap) en platteland (adel) Schout en schepenen (rechtspraak)
vervolg Elk gewest stuurt vertegenwoordigers naar de Staten Generaal Daarnaast had je de -Grote Raad (hoogste rechtbank) -Centrale Rekenkamer Karel had veel geld nodig voor strijd -tegen de Turken -tegen Frankrijk (omsingeld door Habsburgers) -tegen de Duitse vorsten -voor het onderwerpen van de Nederlanden
Engeland In de 15de eeuw vond de “War of the roses” plaats (Lancaster↔ York) Hendrik VII wordt de eerste Tudorvorst -schaft een aantal privileges af bv koninklijke rechtbanken en geen privelegers meer -steden leveren een deel van hun macht in -op het platteland regeert de lage adel (gentry) namens de koning Parlement tegenwicht tegen de koning
vervolg Hogerhuis (hoge adel en geestelijkheid) Lagerhuis (lage adel en rijke burgers) Parlement moet belastingheffing goedkeuren
Frankrijk Lodewijk IX maakt een eind aan een reeks burgeroorlogen -stelt koninklijke rechtbanken in -maakt eind aan privelegers adel Staten Generaal weinig macht (koning kan belasting heffen zonder hun toestemming) Zijn opvolger Frans I legt basis voor het absolutisme
Religieus Begin 16de eeuw vindt de Reformatie plaats (christendom valt uiteen in kath en prot.) Oorzaken -wantoestanden in de kerk -discussies over het ware geloof Humanisten leggen de basis -herbezinning op de mens en zijn plek in de samenleving (zelfstandig denkende mens centraal,nadruk op het individu) -op basis van bestuderen geschriften uit de oudheid
vervolg In noordelijke Nederlanden Humanisme religieus karakter -terug naar eenvoudige vroomheid los van uiterlijk vertoon via bestuderen van de Bijbel -kritiek op de kerkleiders Erasmus bestudeert de chr schrijvers uit de Oudheid -bijbelvertaling -Lof der zotheid
vervolg Nederlanden Katholieke kerk is de staatskerk→ andersdenkende(Calvinisten) vervolgd Duitsland In 1521 het Edict van Worms→ -Luther in de ban -zijn geschriften verboden Godsdienstoorlog kath vorsten ↔ prot vorsten Karel kan niet winnen
vervolg In 1555 Godsdienstvrede van Augsburg -vorst bepaalt de godsdienst in zijn gebied (cuius regio,eius relegio) -N Duitsland Lutheraans Z Duitsland katholiek Wordt directe aanleiding aftreden Karel V
vervolg Engeland Hendrik VIII wil scheiden (mag niet van de paus) In 1534 Act of Supremacy -ontstaan Anglicaanse kerk (katholiek) -niet paus, maar koning hoofd van de kerk (staatskerk) Maatregelen -verkoopt landerijen kerk aan lage adel -heft de kloosters op (opbrengst→staat) -laat Bijbel in het Engels vertalen
vervolg Edward VI (puritein=pure protestant) -voert prot leer in→kath vervolgd -beelden uit de kerk -geestelijken mogen trouwen -mis→dienst (Bijbellezen en psalmen zingen) Mary Tudor (Bloody Mary) (gehuwd met Filips II) is kath→ prot vervolgd Elisabeth I mengkerk prot en kath elementen→ Dissenters(=kath en andere prot) vervolgd
vervolg Frankrijk Kath kerk staatskerk→prot (Hugenoten = Calvinisten) vervolgd Hugenoten = 10 % van de bevolking maar daaronder veel (hoge) adel -Franse koning mag bisschoppen benoemen→kerk onder controle van de staat
Economie De Nederlanden Vlaanderen en Brabant economisch het belangrijkst (samen 62 % van de belasting) -sterk verstedelijkt (1/3 van de bevolking) -hoorden bij handelsnetwerk van de noordduitse hanze(ook IJsselsteden) Antwerpen handelscentrum (stapelmarkt) -veel textiel (Brugge,Gent) -specerijen (via Portugal uit Azie)
vervolg Holland economisch niet zo belangrijk (13 % belasting) -kleine steden -problemen met de voedselvoorziening (vervening grond→ingeklonken→ ongeschikt voor graanbouw) -invoer graan uit Oostzeegebied(moeder- negotie) -landbouw gecommercialiseerd→ -overgang op veeteelt -verbouwen handelsgewassen
vervolg -specialisatie en schaalvergroting Gevolgen -verstedelijking -Holland rijk →in staat hoge belastingen te betalen (eis:privileges) -opkomst nieuwe middelen van bestaan -visserij voor export (haring) -nijverheid (trafieken) -internationale handel
Maria van Bourgondie en Maximiliaan van Habsburg
Filips de Schone en Johanna de waanzinnige
Karel V en Isabella van Portugal
Rijk van Karel V
Pragmatieke Sanctie
Ferdinand en Filips II
Margaretha van Oostenrijk en Maria van Hongarije
Willem van Oranje
Erasmus
Edict van wormst
Vrede van Augsburg
Stamboom Engels vorstenhuis
Act of Supremacy