Woningfinanciering een inleiding Hoofdstuk 11 drs N.Knoops
De bruto- en nettolasten bij diverse hypotheekvormen De brutowoonlast De nettowoonlast De brutofinancieringslast De nettofinancieringslast Vergelijking van hypotheekvormen hoofdstuk 11 drs N.Knoops
De brutowoonlast Totaalbedrag aan woonlasten voor de woning per periode Niet de kosten die een huurder ook zou maken hoofdstuk 11
De nettowoonlast Brutowoonlast verminderd met het belastingvoordeel Op basis van de grondslag voor de nettowoonlast Negatieve grondslag belastingvoordeel hoofdstuk 11
Voorbeeld Kees is geheel 2009 eigenaar van een monumentaal pand. Bereken voor Kees de maandelijkse nettowoonlast. Gegevens 2009: hoofdstuk 11
Uitwerking voorbeeld hoofdstuk 11
Uitwerking voorbeeld hoofdstuk 11
Uitwerking voorbeeld hoofdstuk 11
Uitwerking voorbeeld Belastingvoordeel: Netto woonlast per maand: (57.700 -/- 54.776) × 52% + (54.776 -/- 40.700) × 42% = 7.432 euro Netto woonlast per maand: 13.627 / 12 = 1.136 euro hoofdstuk 11
De brutofinancieringslast Alle betalingen als gevolg van de hypothecaire lening hoofdstuk 11
De nettofinancieringslast Brutofinancieringslast verminderd met het belastingvoordeel Op basis van de grondslag voor de nettofinancieringslast Negatieve grondslag belastingvoordeel Voor correcte bepaling van belastingvoordeel ook rekening houden met andere bijtel- en aftrekposten Zie voorbeeld op pagina 251 van het boek hoofdstuk 11
Grondslag voor de nettofinancieringslast hoofdstuk 11
Voorbeeld Uitgangspunten: Gevraagd: bruto- en nettofinancieringslast in maand 1, maand 7 en maand 8 hoofdstuk 11
Uitwerking voorbeeld Aflossing: € 288.000 / 360 = € 800 per maand Rente maand 1: 6% / 12 × € 288.000 = € 1.440 Rentedaling: 6% / 12 × € 800 = € 4 per maand hoofdstuk 11
Uitwerking voorbeeld In 2009: Ewf = 0,55% × € 240.000 × 7 / 12 = € 770 Gem. rente per maand = € 1.428 Totale rente = 7 × € 1.428 = € 9.996 hoofdstuk 11
Uitwerking voorbeeld Belastingvoordeel in 2009: (57.000 -/- 54.776) × 52% + (54.776 -/- 43.784) × 42% = 5.773,12 euro 43,6828% van de grondslag Belastingvoordeel juni 2009 (maand 1): Belastingvoordeel december 2009 (maand 7): hoofdstuk 11
Uitwerking voorbeeld In 2010 Ewf = 0,55% × € 240.000 = € 1.320 Uitgangspunt: WOZ-waarde in 2009 Gem. rente per maand = € 1.390 Totale rente = 12 × € 1.390 = € 16.680 hoofdstuk 11
Uitwerking voorbeeld Belastingvoordeel in 2010: Uitgangspunt: tarieven en omstandigheden van 2009 (57.000 -/- 54.776) × 52% + (54.776 -/- 41.640) × 42% = 6.673,60 euro 43,4479% van de grondslag Belastingvoordeel januari 2010 (maand 8): hoofdstuk 11
Uitwerking voorbeeld hoofdstuk 11
Vergelijking van hypotheekvormen Uitgangspunten als in voorbeeld Alleen hoogte van risicopremies verschillen lichtelijk hoofdstuk 11
Vergelijking van hypotheekvormen Constante lasten behalve bij lineair Aflossingsvrij is niet de goedkoopste! Annuïteit en spaar zijn bruto even duur Maar niet netto! hoofdstuk 11
Vergelijking van hypotheekvormen Stijging van nettolasten na 7 maanden (jaar 1) Aflossingsvrij ook nu niet de goedkoopste! Flink verschil tussen annuïteit en spaar Verschillen in laatste jaar door Slechts 5 maanden groter deel aftrekbaar tegen 52% Aftrekpost wegens geen of geringe eigenwoningschuld hoofdstuk 11