‘Van wijken en wanten weten’ Paul Schnabel Sociaal en Cultureel Planbureau www.scp.nlwww.scp.nl Universiteit Utrecht Den Haag, 14-05-08.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Roel van Dijk Project manager openbaar groen
Advertisements

Jeugdzorg en Lang zult u wonen
“Alles van waarde is weerloos” (Lucebert)
De Groene Heuvel “Hof van heden en de toekomst”. Schetsen voor de toekomst.
Opvattingen en initiatieven t.a.v. schoon, heel en veilig
5 stedelijke problemen – 5 stedelijke oplossingen
Vakwerk 26 april 2011 Els van Betten netwerkmanager
Demografische verandering: kansen voor de woningmarkt
…. bestonden vroeger niet …. bestaan nu vooral in Azië, Zuid-Amerika en Afrika …. ontstaan door verhuizing van platteland naar stad …. van 9 (50 jaar geleden)
TAAK 3 WONEN, WAAR KIES JE VOOR?
Vitamine G1 Effecten van een groene omgeving op gezondheid, welzijn en sociale veiligheid J. Maas.
Hoofdstuk 3 Stedelijke gebieden
(Gebieds)kenmerken Regio Groningen en Assen
2 havo/vwo H3 steden, §2 1.
Sociale vitaliteit in Noord-Groningen
Additioneel Rendement bij binnenstedelijke investeringen Omgevingsrendement Een pleidooi voor echte integrale gebiedsontwikkeling vanuit financiele optiek.
§6 Grote steden beleid.
P4.3 Het grotestedenbeleid
 Mobiliteit moet! (uitspraak ‘oud’ kabinet)  Iedereen is mobiel… kijk maar eens naar je eigen situatie.  Vooral tweeverdieners (met kinderen) extra.
Planning: Startopdracht Uitleg paragraaf 3.4 Verwerkingsopdracht
Planning: Startopdracht Uitleg paragraaf 3.4 Verwerkingsopdracht
Leefbaarheid Casus: Kanaleneiland, Utrecht. Eén van de veertig
Gebiedsgerichte werking
§ 18: De stad uit, de stad in Urbanisatie: de groei van het aantal stadsbewoners (= verstedelijking) Suburbanisatie: de verstedelijking van het platteland.
Over steden en verstedelijking
5 stedelijke problemen – 5 stedelijke oplossingen
Hoofdstuk 4 Nederland: stedelijke gebieden Paragraaf 5 t/m 8
PAR. 3.6 Stad en regio een eenheid Bestuurlijke netwerken Samenwerking Publiek-private samenwerking.
Wat houdt een (krimpend) dorp leefbaar en vitaal?
De stad als woonplaats Stad Veel huizen en weinig ruimte
4 havo 3 Stedelijke gebieden § 4-5
Achter de voordeur Frontlijnaanpak in Leeuwarden.
Welzijnswerk nieuwe stijl IJsterk – Trancity ‘Kennis en inspiratie voor de sociaal (net)werker in de wijk’ (net)werker in de wijk’ 3 maart 2009 Jos van.
Zin en onzin van draagvlak de discussie in Nederland
Achtergronden bij de aanpak van de ‘krachtwijken’
12262-WON p CP De nieuwe woningnood Den Haag, 11 april 2013.
Waarom dit literatuuronderzoek?
Sociale teams wat werkt (en in welke situatie)?
1 Kwaliteitsvol en betaalbaar wonen voor iedereen Vlakbij binnenstad en in het groen Duurzaam en toekomstgericht.
2 vmbo-T/havo 2 steden, §6 en 7
2 vmbo-T/havo 4 steden, §2 en 3
Doe je zeg! Via de ouderenraad? 21 november 2014 Veerle Baert.
Programma  Opening  11.05Terugblik JOGG en resultaten  11.35Gesprek met bestuurders  12.00Afsluiting en opening lunchbuffet  12.30Eind.
Prof.dr. Micha de Winter Universiteit Utrecht
Waarom wordt uw gemeente ook leeftijdsvriendelijk?
 Uitleg paragraaf 3.6  Maken opdrachten paragraaf 3.6  (Maken examenbundel)
Administrateur-generaal
1 VWO Hoofdstuk 1 Bevolking § 2 - 4
Hoofdstuk 4 Bevolkingsontwikkelingen in de wijk.
2 TH Hoofdstuk 3 Steden, van hier tot Tokyo §6 en 7
2TH Hoofdstuk 3 Steden, van hier tot Tokyo §2 en 3
1 Richting nieuwe Woonvisie Den Helder Raadscommissie S&B 23 november 2015.
2 maart 2016 Bureau Frontlijn Frontlijnsturing en uitvoering in de praktijk Ned fan man lei Kennis, innovatie en methodiekontwikkeling.
Nationaal Programma Rotterdam Zuid Presentatie Werkbezoek Gemeente Breda aan Rotterdam 4 februari 2016 Marco Pastors Directeur 1 1.
Door: Rixt Wibiër Branding (middengebied) Twekkelerveld.
Wonen in ruimte en tijd Een zoektocht naar sociaal-culturele trends in het wonen.
De Omgevingsvisie Opzet in hoofdlijnen, juni 2016.
1 Integratie en wonen dr. Vincent Smit Haagse Hogeschool/VROM-raad 28 september 2006.
De stad verandert Blok 3.
De nieuwe woningwet. Wat betekent dat voor u?
Blok 3 De stad verandert Deelvraag: Hoe de stad verandert na 1870?
Kim Putters Giessenburg 11 oktober 2017.
Over steden en verstedelijking
4 havo 3 Stedelijke gebieden § 4-5
Land van vooruitgang Wie zijn de winnaars en wie de verliezers?
1 vmbo-T/havo 1 bevolking, §2 en 3
Globale ontwikkeling steden
WoON 2012 Differentiatie woningaanbod in aandacht wijken
Waarom wordt uw gemeente ook leeftijdsvriendelijk?
Blok 3 De stad verandert Deelvraag: Hoe de stad verandert na 1870?
Transcript van de presentatie:

‘Van wijken en wanten weten’ Paul Schnabel Sociaal en Cultureel Planbureau Universiteit Utrecht Den Haag,

Deels bijzondere situatie Nederland Oorlogsschade – snelle bevolkingsgroei Verkleining huishoudens Compacte steden – ruimtelijke planning Centrale regulering woningbouw Dominante corporaties – grote sociale huursector

7 miljoen huizen 4 miljoen koop 2,4 miljoen sociale huursector 0,6 miljoen particuliere huur (1,2 miljoen huishoudens huursubsidie)

Gemiddeld hoge woningkwaliteit 2005 – 2% slecht-92% goed/uitstekend 1985 – 20% slecht -55% goed/uitstekend

Wat betekent dit nu? Weinig geld  weinig kans op wooncarrière ‘Percolatorwerking’ Fysieke herstructurering in dienst van sociale verandering en vernieuwing ‘bewoners belangrijker dan buurt’ Wijken niet opgeven, maar aanpakken  grote rol corporaties

Welke wijken en waarom? Naoorlogs (vooroorlogs al aangepakt) Homogeen huur, kleinstapeling, monotoon Functiescheiding, anonimiteit, veel publiek groen Verwaarlozing, verloedering, verval ‘Witte vlucht’

Contrast in positieve zin ‘Buitenveldert’-‘Mariahoeve’ Early gentrification

‘Lessons learned’ (Corpovenista) Integrale aanpak nodig Mix: huur/koop, grond/stapel Levendigheid = veiligheid (menging functies) Publieke familiariteit = consensus, cohesie, controle Corporatie: streng/rechtvaardig/betrokken Alert op vies, onveilig, kapot Bevorder reputatie en identiteit Involveer en communiceer: draagvlak bij bewoners Voorraadbeleid = gebiedspolitiek Verandering vraagt schaal

‘Lessons still to be learned’ Van publiek groen naar privégroen: woonkamer buiten Gezin = kinderen, huisdieren, auto(s) Wonen is conservatief, statusgevoelig en osm Verhuizen vooral in eigen stad en eigen wijk

Wat het moeilijk maakt Ongunstige verhouding investering – opbrengst Percolatorwerking achterstandswijken – succesvolle immigranten trekken weg Niet iedereen houdt zich aan de code (‘goede buur’), is sociaal competent of accepteert correctie Wonen in een wijk betekent ‘selbstzwang’ Publieke ruimte is niet vanzelfsprekend welbegrepen eigen belang Onbekendheid met alternatieven/compensaties (tweede huis, volkstuin, caravan, land van herkomst)

Werken aan het want van de wijk